Zoekresultaten 25601-25610 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:370 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.023

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:284 Raad van Discipline Amsterdam 15-090A

    15-090A: Klacht tegen advocaat wederpartij in beide onderdelen ongegrond. De door verweerder overgelegde correspondentie kwalificeert niet als confraternele correspondentie. Verweerder heeft aldus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de brief in het geding te brengen. Verweerder heeft zich overigens voldoende welwillend opgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:195 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 851.2014

    In zaken als de onderhavige dient de vraag beantwoord te worden of het tuchtrechtelijk laakbaar is als de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet aan de curator heeft betekend. Hierbij dient als uitgangspunt dat de gerechtsdeurwaarder zich er niet van hoeft te vergewissen of de juiste persoon wordt gedagvaard wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is. Wel is het vaste rechtspraak van de Kamer dat controle op adresgegevens dient plaats te vinden alvorens tot dagvaarding wordt overgegaan, maar als er geen indicatie is dat van onder curatelestelling sprake is bestaat er vooralsnog geen verplichting om tevens het openbare Centraal Curatele- en bewindregister te raadplegen. Het is de Kamer in deze zaak overigens gebleken dat de koppeling tussen het Centraal Curatele- en bewindregister en de Gemeentelijke Basisadministratie niet altijd sluitend is. Wanneer het gaat om onderbewindstelling vindt registratie eerst vanaf 1 januari 2014 plaats en verder geldt geen verplichte registratie voor alle bewinden. Het register is dus niet volledig. Dat betekent dat zelfs bij raadpleging van het register voor de gerechtsdeurwaarder mogelijk niet steeds kenbaar is dat een curator of bewindvoerder als formele procespartij moet worden gedagvaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:371 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.024

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99a/14

    Klager verwijt verweerder terecht dat hij gemaakte afspraken heeft geschonden. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder Door in de mede namens hem geschreven brief op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Klager is door toedoen van verweerder ernstig in zijn belangen geschaad. Gezien de reeds eerder aan verweerder opgelegde disciplinaire maatregelen acht de raad een voorwaardelijke schorsing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:263 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 89 - 2015

    niet onbegrijpelijk dat verweerder meende dat het vermogen van klaagster boven de toegestane heffingstoets lag, maar het had op de weg van verweerder gelegen om, zeker gelet op de bijzondere omstandigheid dat klaagster niet over haar vermogen kon beschikken, deze zaak ter toetsing aan de Raad voor Rechtsbijstand voor te leggen. Verweerder heeft klaagster de mogelijkheid om voor een toevoeging in aanmerking te komen ontnomen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:257 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 78 - 2015

    Ook indien de aard en de omvang bij aanvang van de zaak niet direct vast staan dient de advocaat hetgeen omtrent de opdracht en zijn honorering is afgesproken vast te leggen. Niet gebleken dat de advocaat had moeten begrijpen dat haar cliënte tijdens de zitting psychisch niet in staat was om de getroffen regeling te begrijpen. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkel waarschuwing

  • ECLI:NL:TNORARL:2014:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/72

    De Kamer is niet gebleken van enige aanwijzing dat de notaris niet onafhankelijk en onpartijdig zou zijn geweest. Aan de verwijten van klaagster lijkt een onjuist beeld van de rol en de taak van de notaris bij het opstellen en passeren van testamenten ten grondslag te liggen. Een notaris legt in een testament de laatste wil van een testateur vast. Het is niet zijn taak om de door de testateur aangeleverde informatie op waarheid te onderzoeken. Evenmin is het zijn taak om de belangen te behartigen van de in het testament vermelde personen. Een notaris dient slechts de wensen van de testateur in een juridisch juiste vorm in een testament te verwoorden. Het is dus niet aan hem om de inhoud ervan te beoordelen. Slechts wanneer de inhoud van een testament zou ingaan tegen de goede zeden of de openbare orde kan de notaris weigeren daaraan zijn medewerking te verlenen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99b/14

    Naar het oordeel van de raad klaagt klager terecht over het feit dat verweerder zich niet aan de afspraken heeft gehouden die gemaakt waren over de betaling van de te maken kosten van de rechtsbijstand aan klager. Deze afspraken zijn door verweerder steeds nauwkeuriger en tot in detail vast gelegd vastgelegd in meerdere brieven. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien dergelijke prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten. In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder. Door de stellingname van verweerder (en zijn collega’s) dat klager de facturen voor de werkzaamheden voor zover deze het kostenmaximum te boven gingen, wel degelijk diende te voldoen, heeft hij een onterechte inbreuk gemaakt op de duidelijk omschreven afspraken. Door in diverse brieven op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Een voorwaardelijke schorsing is een gepaste maatregel gezien de leidende positie van verweerder in deze kwestie en de schade die klager heeft geleden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:264 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 318 - 2014

    Ook in verzet is niet gebleken dat de afwijzing van de vordering door de rechtbank wegens onvoldoende onderbouwing aan verweerder is te wijten. Hoger beroep afgeraden tenzij klager in hoger beroep schade wel onweersprekelijk zou kunnen aantonen. Verzet ongegrond.