Zoekresultaten 25121-25130 van de 45005 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.278

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater onder meer dat er sprake was van dreiging en intimidatie toen zij kenbaar maakte niet akkoord te zullen gaan met het behandelplan en dat zij wordt gedwongen tot het gebruik van bepaalde medicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.279

    Klacht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige onder meer dat er sprake was van dreiging en intimidatie toen zij kenbaar maakte niet akkoord te zullen gaan met het behandelplan in het kader van haar ontslag uit de instelling en dat zij werd gedwongen tot het gebruik van bepaalde medicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-055

    Klacht van lesbisch paar tegen huisarts in de kern inhoudend dat hij achter de homohaat in de buurt van de woonomgeving staat. Verweten gedragingen van arts niet komen vast te staan. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat arts heeft gezegd dat hij geen invloed heeft op het gedrag van buren van klaagsters en dat hij heeft geadviseerd hulp in de vorm van bemiddeling te zoeken. Arts niet verplicht om de problemen van klaagsters in hun woonomgeving op te lossen of daarin te bemiddelen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.280

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater onder meer dat er sprake was van dreiging en intimidatie toen zij kenbaar maakte niet akkoord te zullen gaan met het behandelplan en dat zij werd gedwongen tot het gebruik van bepaalde medicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:30 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150095

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.Niet voldaan aan de eisen van artikel 13 nu klager een advocaat heeft en de procedure ex artikel 13 geen mogelijkheid kent om eventuele klachten over het optreden van een advocaat aan het hof voor te leggen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:31 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150027

    Geen onnodig grievende bewoordingen en evenmin heeft advocaat feiten geponeerd waarvan zij wist of behoorde te weten dat deze niet juist waren. Het stond de advocaat vrij om in haar brief het standpunt van haar cliënt te verwoorden. Uit de stukken is niet gebleken dat de advocaat haar cliënt geadviseerd om zich toegang tot de woning van klager te verschaffen en/of daaruit goederen weg te halen. Klacht integer handelen en opruiend adviseren is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-032

    Klacht van gescheiden vader tegen huisarts van zoon over wijze van verstrekking informatie over zoon en diens andere behandelaren. Ouders gezamenlijk gezag. Zoon in voor vader onbekend gezinsvervangend tehuis. Instructie verzorgers aan arts over geheimhouding jegens derden. Arts binnen redelijke tijd wel informatie gegeven, maar met zwartgemaakte namen van andere behandelaars. Arts kon in redelijkheid tot besluit komen namen en adressen andere behandelaars niet bekend te maken. Uitzondering geheimhoudingsplicht ingeval van minderjarigheid (art. 7:457 lid 3 BW). Toets of geven van inlichtingen in strijd is met zorg van goed hulpverlener. Inlichtingenplicht (art. 7:456 BW). Nakoming verplichtingen jegens patiënt indien minderjarig (art. 7:465 BW). Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.180

    Klacht tegen een longarts. K laagster kan zich niet vinden in het hetgeen het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen in de rechtsoverwegingen 5.1 tot en met 5.3 ten aanzien van haar volgende klachtonderdelen, die zij in hoger beroep handhaaft. a. De longarts is tijdens het gesprek met haar echtgenoot (patiënt) en klaagster op 18 april 2012, ten onrechte niet ingegaan op het verzoek om een CT-scan of MRI-scan van de hersenen te maken. b. De longarts heeft anders dan was toegezegd, het door de patholoog verkregen longbiopt van patiënt niet direct naar het Erasmus MC gezonden voor onderzoek naar een EFGR- en KRAS-mutatie. c. De longarts heeft anders dan in de Landelijke richtlijn Niet-kleincellig longcarcinoom (Versie 2.0, datum Goedkeuring: 22 mei 2011) wordt aanbevolen, in het kader van de chemotherapie gekozen voor de combinatie Carboplatin-Pemetrexed zonder dit met patiënt en klaagster te bespreken en in het medisch dossier vast te leggen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klachtonderdelen afgewezen. Voor zover klaagster de longarts verwijt dat hij zijn afweging en keuze voor de combinatie chemotherapie niet met patiënt en klaagster heeft besproken (geen informed consent) en ook niet in het medisch dossier heeft genoteerd, is het Centraal Tuchtcollege, anders dan het Regionaal Tuchtcollege, van oordeel dat dit verwijt gegrond is. In zoverre slaagt het beroep. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep, voor zover ongegrond is verklaard de klacht dat de longarts zijn keuze voor de combinatie Carboplatin-Pemetrexed niet met klaagster en patiënt heeft besproken en niet in het medisch dossier heeft vastgelegd (onderdeel van klachtonderdeel 4.1.c.), verklaart klachtonderdeel 4.1.c in zoverre gegrond en verwerpt het hoger beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:32 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150037

    Klager in klachtonderdeel a niet ontvankelijk omdat hij te lang, meer dan zeven jaar, heeft gewacht met het indienen van de klacht. Klacht voor het overige gegrond. Het stond de advocaat vrij om beslag te leggen. Vernietiging uitspraak raad van discipline.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:19 Raad van Discipline Amsterdam 15-688/A/A

    Voorzittersbeslissing. Niet gebleken dat verweerster in haar hoedanigheid van voorzitter van een algemene vergadering van aandeelhouders het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.