Zoekresultaten 25091-25100 van de 44683 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2015:25 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/38

    Artikel 18 lid 1 Verordening beroeps- en gedragsregels. De notaris heeft onvoldoende duidelijk aan klagers kenbaar gemaakt dat hij optrad als partijadviseur. Inhoud brief van notaris niet van dien aard dat klachtwaardig, doch sommige uitlatingen komen de kamer wel zeer aanmatigend voor. Klacht deels gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:1 Raad van Discipline Amsterdam 15-207A 15-208A(d)

    Herstelbeslissing m.b.t. beslissing van 15 december 2015.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:3 Accountantskamer Zwolle 15/831 Wtra AK

    Betrokkene heeft jaarlijks geadviseerd over door dochtervennootschappen aan de enige aandeelhouder uit te keren dividend. In maart 2012 heeft hij in een e-mail met bijgevoegd een spreadsheet voorstellen gedaan voor mogelijke dividenduitkeringen. De eisen voortvloeiend uit het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid houden in dat betrokkene bij het formuleren van een zodanig voorstel duidelijk uiteenzet welke gegevens hij daarbij in aanmerking heeft genomen. Het voorstel waarop de klacht ziet, is gebrekkig. Zo blijkt niet aan de hand waarvan betrokkene heeft beoordeeld dat de ratio’s nog “voldoende tot goed” waren. Betrokkene diende voorts niet alleen oog te hebben voor het overschrijden van de grens voortvloeiend uit artikel 2:216, tweede lid (oud), van het BW (en dat wil dus zeggen: ultimo 2011), maar ook voor de solvabiliteit van de dochtervennootschap ten tijde van het formuleren van het voorstel drie maanden later en voor de solvabiliteit op het tijdstip waarop de voorgestelde uitkering wordt gedaan. In het verlengde daarvan diende hij de aandeelhouder uitdrukkelijk te wijzen op haar verplichting om te waarborgen dat de solvabiliteit ten tijde van het uitkeren van het voorgestelde dividend nog steeds “gezond” was. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:277 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-594/DB/OB

    Het staat een advocaat vrij om een opdracht niet te aanvaarden, indien hij geen mogelijkheden ziet om deze met succes uit te voeren. Dit geldt eveneens indien een advocaat pas na bestudering van de stukken tot deze conclusie komt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-184a

    Klacht tegen een psychiater. (1) Geen zorgvuldig onderzoek gedaan ten behoeve van een geneeskundige verklaring voor gedwongen opname. Gegrond: Door slechts eenmaal (kennelijk onaangekondigd) bij klaagster langs te gaan zonder (schriftelijk of telefonisch) bericht achter te laten heeft de arts onvoldoende in het werk gesteld om het wettelijk vereiste onderzoek te doen plaatsvinden. Situatie niet dermate acuut dat geen nieuw bezoek meer kon worden ingepland. Klaagster kon niet worden aangemerkt als ‘weigerachtige patiënt’. (2) Geen rekening gehouden met eerdere afwijzende beschikking en actuele situatie en enig nieuw feit niet vermeld in de verklaring. Ongegrond. Er kwamen in toenemende mate signalen en meldingen dat het niet goed ging met klaagster. Actuele situatie voldoende beschreven. Dat Rechtbank heeft geoordeeld dat onvoldoende nieuwe feiten zijn aangedragen maakt niet dat de arts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 226/2014

    Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde gegrond: waarschuwing. In de reeks stappen vanaf het voorschrijven van het geneesmiddel Augmentin tot het starten van de kuur komt het college tot de conclusie dat verweerder zorgvuldig heeft gehandeld door, na de allergiemelding, overleg te voeren met de apotheker; de daarop volgende beslissing van verweerder om in de gegeven omstandigheden ondanks de allergievermelding de kuur te starten is verdedigbaar. Verweerder had, gelet op de gemelde allergie ten aanzien van Augmentin, waar geen nadere informatie over bekend was geworden bij verweerder, patiënt zelf moeten beoordelen toen melding gemaakt werd van een hoogrode kleur bij patiënt. In de literatuur is niets bekend over een verband tussen allergische reactie en het optreden van een CVA. Verweerder had zich niet door irritaties mogen laten leiden in het gesprek met de familie van patiënt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 033/2015

    klacht tegen huisarts ongegrond. Voldoende regievoering omtrent patïent, de continuiteit van de huisartsenzorg voor patiënt was gewaarborgd door het handelen van de huisarts, de dossiervoering kan tuchtrechtelijke toets doorstaan.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 006/2015

    Klacht tegen neuroloog. Klager stelt dat hij door het omgaan met bepaalde stoffen de schildersziekte heeft opgelopen. Verweerder heeft als deskundige gerapporteerd op verzoek van het gerechtshof. Klager is van oordeel dat de rapportage niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:1 Accountantskamer Zwolle 15/2044 Wtra AK

    Omzetbelastingfraude van betrokkene voldoende aannemelijk gemaakt, ook al is betrokkene van zijn strafrechtelijke veroordeling in appel gegaan en heeft hij ter zitting bij de Accountantskamer niet willen verklaren. Klager, het openbaar ministerie, had toegezegd al hetgeen betrokkene ter zitting bij de Accountantskamer zou verklaren niet te zullen inbrengen in de strafprocedure. Ook aannemelijk is geworden dat betrokkene een professionele hennepplantage voerde. De belastingfraude is strijdig met de fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag (VGC); het houden van een professionele hennepplantage valt onder het bereik van het tuchtrecht en is strijdig met het fundamentele beginsel van professionaliteit (VGBA). Beide gedragingen zijn daarenboven ook in strijd met het belang van een goede beroepsuitoefening als bedoeld in art. 51, 1e lid, sub b. WAA respectievelijk art. 42, 1e lid, sub b. Wab. Maatregel: doorhaling met een niet-herinschrijvingstermijn van 10 jaar. (Bij beslissing van 26 november 2015, Wtra 15/2224, ECLI:NL:TACAKN:2015:125, was reeds bij wege van voorlopige voorziening de tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register bevolen.)

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 034/2015

    klacht tegen huisarts ongegrond. Voldoende regievoering omtrent patïent, de continuiteit van de huisartsenzorg voor patiënt was gewaarborgd door het handelen van de huisarts, de dossiervoering kan tuchtrechtelijke toets doorstaan.