Zoekresultaten 171-180 van de 450 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:197 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-133
- Datum publicatie: 12-11-2019
- Datum uitspraak: 12-11-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:197
Gegronde klacht van de IGJ tegen een (reeds uitgeschreven) verpleegkundige. De verpleegkundige heeft erkend dat zij over de periode 2014-2017 met de pinpas van haar cliënte geldbedragen heeft opgenomen en zich heeft toegeëigend, hiervan goederen voor zichzelf heeft aangeschaft en overboekingen van de rekening van cliënte naar haar eigen rekening heeft gedaan. Klacht is gegrond, het College legt op de maatregel van ontzegging van het recht wederom in het register te worden ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/179
- Datum publicatie: 07-11-2019
- Datum uitspraak: 07-11-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:223
Klaagster is onder behandeling geweest van verweerder. Zij verwijt verweerder onder andere een onjuiste behandeling en grensoverschrijdend gedrag. Gegrond maatregel
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:224 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/226
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 06-11-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:224
Klager verwijt verweerster, fysiotherapeut, handelingen te hebben verricht die volgens klager vermijdbaar waren en als erotisch (bedoeld) konden worden opgevalt. Tijdens de behandeling heeft verweerster klagers blote voet tegen haar borsten aangedruikt, waarbij zij een dun T-shirt droeg en geen BH (leek) te dragen. Verweerster betwist dat zij geen BH droeg fo dat sprake was van een te dun T-shirt dat als ongepaste bedrijfskleding kan worden beschouwd. Verweerster draagt altijd bedrijfskleding in de vorm van een t-shirst van het werk, soms gecombineerd met een bedrijfstrui. Verweerster betwist voorts dat de behandeling op enige andere wijze onprofessioneel is geweest of enige andere fysiotherapeutische beroepsnorm is geschonden. Naar het oordeel van het college biedt het dossier geen enkel aanknopingspunt dat sprake zou zijn geweest van een seksuele bijbedoeling bij het positioneren van de voet van klager. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:266 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.094 en C2019.095
- Datum publicatie: 06-11-2019
- Datum uitspraak: 05-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:266
Klacht van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was werkzaam op een crisisafdeling psychiatrie, alwaar mevrouw X. gedurende een periode van zes weken was opgenomen. Kort na afloop van de opname kreeg de verpleegkundige een relatie met mevrouw X. De klacht luidt dat de verpleegkundige - onder meer - zijn professionele grenzen heeft overschreden door seksueel grensoverschrijdend te handelen jegens mevrouw X. De verpleegkundige heeft niet de professionele distantie bewaakt die vereist was, door geen passende afkoelingsperiode in acht te nemen. De verpleegkundige heeft ook geen maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen en heeft verzuimd zijn verliefdheidsgevoelens te bespreken met zijn leidinggevende. Het RTG verklaart- zakelijk weergegeven - de klacht gegrond; legt aan de verpleegkundige de maatregel op van voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden met een proeftijd van één jaar, en stelt daarbij twee voorwaarden, draagt IGJ op toezicht te houden op de voorwaarde onder II; en bepaalt de publicatie. In de zaak C2019.095 komt de verpleegkundige in beroep tegen de beslissing van het Regionale Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de verpleegkundige. In zaak C2019.094 komt de Inspectie in beroep tegen één van de voorwaarden. Dit beroep wordt door het Centraal Tuchtcollege gegrond verklaard en de voorwaarden worden aangepast.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-039b
- Datum publicatie: 22-10-2019
- Datum uitspraak: 22-10-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:180
Ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft geen invloed gehad op de volgorde waarin het ziekenhuis bij klaagster het somatisch en psychiatrisch onderzoek heeft verricht. Het versturen van de brief aan de huisarts over de behandeling en gronden voor een eventuele rechterlijke machtiging getuigt juist van goed hulpverlenerschap. Niet komt vast te staan dat ten onrechte informatie met andere instanties is uitgewisseld. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:254 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.444
- Datum publicatie: 10-10-2019
- Datum uitspraak: 10-10-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:254
Klacht tegen apotheker. Door de apotheek, waarvan de apotheker mede-eigenaar is, is op enig moment een medicijn tegen Parkinson in en te lage dosering aan klager verstrekt. Klager heeft de apotheek aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade. Naar aanleiding hiervan heeft de apotheker aan klager dan wel diens jurist verschillende brieven en e-mails gestuurd. Klager verwijt de apotheker dat hij in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende zorgvuldigheidsnormen en gedragsregels en grensoverschrijdend heeft gehandeld, omdat hij 1) klager onheus heeft bejegend door het nalaten van het tijdig indienen van een schadeclaim en het doen alsof hij deze claim reeds had gemeld bij zijn verzekeringsmaatschappij en rechtsbijstandverzekering, terwijl dat niet het geval bleek te zijn, en 2) alle correspondentie met betrekking tot de schadeclaim op zijn privéadres heeft bewaard, terwijl het gaat om vertrouwelijke gegevens die zich er niet voor lenen om in een privéomgeving bewaard te worden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachtonderdelen gegrond verklaard en aan de apotheker de voorwaardelijke maatregel van schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart in beroep klachtonderdeel 2 alsnog ongegrond, en verwerpt – met instandhouding van de in eerste aanleg opgelegde maatregel – het beroep van de apotheker voor het overige.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/190
- Datum publicatie: 10-09-2019
- Datum uitspraak: 10-09-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:179
Klaagster verwijt de huisarts, die haar tijdens zijn dienst op de Huisartsenpost lichamelijk heeft onderzocht, grensoverschrijdend gedrag. De huisarts betwist dat hij zich grensoverschrijdend heeft gedragen jegens klaagster. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:233 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2018.421
- Datum publicatie: 05-09-2019
- Datum uitspraak: 05-09-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:233
Het betreft hier het verzoek tot herziening van de beslissing van het CTG van 31 maart 2015 in de zaken A/C, huisarts (C2014. 273) en Inspectie/C, huisarts (C2014.276).
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 042/2019
- Datum publicatie: 13-08-2019
- Datum uitspraak: 13-08-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:115
Klacht tegen fysiotherapeut over seksueel grensoverschrijdend gedrag en schending beroepsgeheim. Het college acht de klacht gegrond en legt de maatregel op van onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van 12 maanden.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:204 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.459
- Datum publicatie: 25-07-2019
- Datum uitspraak: 25-07-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:204
Klager heeft een klacht ingediend tegen de bedrijfsarts bij wie hij na en ziekmelding bij zijn werkgever drie keer op spreekuurbezoek is geweest. De klacht van klager bestaat uit twaalf onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 7 en 9 – inhoudende dat de bedrijfsarts zijn oordeel over de arbeidsgerelateerdheid van de beperkingen van klager onvoldoende heeft gemotiveerd – gegrond verklaard en de bedrijfsarts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van een aantal klachtonderdelen door het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dit beroep. De bedrijfsarts heeft incidenteel beroep ingesteld tegen de beslissing in eerste aanleg voor zover de klacht gegrond is verklaard. Dit beroep slaagt. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 7 en 9 alsnog ongegrond en daarmee komt de maatregel van waarschuwing te vervallen.