Zoekresultaten 11-20 van de 59 resultaten

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:5 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-05 (2022.V9-NIEUW AMSTERDAM)

    Het verzoek tot tuchtrechtelijke behandeling is ingediend naar aanleiding van het volgende ongeval: Op 8 maart 2021 heeft aan boord van de Nieuw Amsterdam een arbeidsongeval plaats gevonden. Tijdens het transport van een staaldraad zijn de vingers van een matroos bekneld geraakt. Als gevolg daarvan is een deel van zijn middelvinger geamputeerd.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-01 (2022.V6-EN AVANT)

    Op 25 augustus 2021, omstreeks 23.09 uur LT, heeft aan boord van de sleepboot EA7 een zeer ernstig ongeval plaatsgevonden. Hierbij is een matroos om het leven gekomen en is een stagiair gewond geraakt. Het ongeval vond plaats in de Centrale Insteekhaven te Moerdijk. De EA7 voerde een havenassistentie uit, als achtersleepboot. Het zeeschip, dat geassisteerd werd, was de Tia Marta. De En Avant 4 was betrokken als voorsleepboot. De Tia Marta werd achteruit uit de Oostelijke Insteekhaven getrokken om vervolgens in de zwaaicirkel van de Centrale Insteekhaven gedraaid te worden om daarna vooruit richting het Zuid-Hollands Diep te gaan. Bij deze manoeuvre zijn de matroos en de stagiair bekneld geraakt tussen de sleeptros en de accommodatie. De matroos is vrijwel direct aan zijn verwondingen overleden. De stagiair heeft twee ribben gebroken.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-02 (2022.V7-EN AVANT)

    Op 25 augustus 2021, omstreeks 23.09 uur LT, heeft aan boord van de sleepboot EA7 een zeer ernstig ongeval plaatsgevonden. Hierbij is een matroos om het leven gekomen en is een stagiair gewond geraakt. Het ongeval vond plaats in de Centrale Insteekhaven te Moerdijk. De EA7 voerde een havenassistentie uit, als achtersleepboot. Het zeeschip, dat geassisteerd werd, was de Tia Marta. De En Avant 4 was betrokken als voorsleepboot. De Tia Marta werd achteruit uit de Oostelijke Insteekhaven getrokken om vervolgens in de zwaaicirkel van de Centrale Insteekhaven gedraaid te worden om daarna vooruit richting het Zuid-Hollands Diep te gaan. Bij deze manoeuvre zijn de matroos en de stagiair bekneld geraakt tussen de sleeptros en de accommodatie. De matroos is vrijwel direct aan zijn verwondingen overleden. De stagiair heeft twee ribben gebroken.

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2022-05 (2022.V5-Sydborg)

    Op 3 september 2021 vond aan boord van de Sydborg een arbeidsongeval plaats waarbij een stagiair gewond is geraakt. Dit gebeurde bij het laden van het schip in de haven van Antwerpen. Tijdens die belading gaf de stagiair aanwijzingen aan de kraanmachinist van de walkraan waar de lading (het ging om kunstmest) in het ruim moest worden geplaatst. Dat deed hij vanaf de aan de achterzijde van het ruim opgestapelde luiken. Betrokkene – die als eerste stuurman belast was met de leiding over het beladingsproces - heeft de stagiair vallend zien neerkomen in het gangboord aan stuurboord ter hoogte van de stapel luiken. Waar de stagiair vanaf viel heeft hij niet gezien. De stagiair heeft bij zijn val onder andere een gebroken kuitbeen, een klaplong, hoofdtrauma en drie gekneusde vingers opgelopen.

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2022-06 (2022.V1-Eemslift Hendrika)

    Op maandag 5 april 2021 was de Eemslift Hendrika tijdens stormweer op weg van Bremerhaven naar Kolvereid (Noorwegen). Zij voer langs de Noorse westkust ter hoogte van Ålesund. Aan dek stonden 2 catamarans, een jacht, een zeiljacht en een grote vissersboot. In het onderruim bestond de lading uit een catamaran en 6 azipod thrusters. Door het slechte weer is het schip zwaar gaan stampen en slingeren, met als gevolg grote versnellingskrachten op de lading. Van de 6 azipod thrusters zijn er 3 gaan schuiven. Hierdoor zijn uiteindelijk een paar gevulde ballastwatertanks vanuit het ruim lek geraakt. Een grote hoeveelheid ballastwater (120 - 300 m3) is toen het onderruim ingestroomd en bewoog zich hier als een vrij vloeistofoppervlak. Ook de catamaran in het onderruim bewoog. Door het vrij vloeistofoppervlak en de schuivende lading nam de stabiliteit drastisch af en werd er besloten om het schip te verlaten. De bemanning heeft het schip onder zware weersomstandigheden moeten verlaten. Acht van de twaalf bemanningsleden zijn rond 12.00 uur vanaf het achterdek geëvacueerd met een SAR-helikopter van de Noorse kustwacht. De kapitein, eerste stuurman, HWTK en CSI (Cargo Super Intendent) bleven aan boord om te proberen de situatie te stabiliseren. Om ca. 18.30 uur is besloten dat ook zij geëvacueerd zouden worden. Vanwege het slechte weer lukte het niet om deze bemanningsleden vanaf het achterdek op te pikken. Zij moesten in zee springen en werden daar opgepikt door de SAR-helikopter. Later is ook nog de grote vissersboot uit zijn sjorringen gebroken en van dek in zee geschoven, waarbij onder meer één van de boordkranen zwaar werd beschadigd. De Eemslift Hendrika is een paar dagen later door bergers op sleeptouw genomen. Daarmee is een milieuramp voorkomen.

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:5 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2022-07 (2022.V4-Njord)

    Op donderdagavond 18 november 2021 is de Njord kort na vertrek uit Brevik (Noorwegen) bij Bjorkaybaersground aan de grond gelopen. Het schip, waarvan de bestemming Bremerhaven was, werd op dat moment bestuurd door een aan boord aanwezige loods. Die deed dat met de stuurautomaat. Bij vertrek was het zicht slecht. De diepgang voor was toen 5,9 meter en achter 6,1 meter (zomerdiepgang 7,30 meter).

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam Uitspraak 2022-04 (zaak 2022.V3-SCHOTSMAN)

    Op 16 februari 2021, omstreeks 11.00 uur LT, is de sleephopperzuiger Schotsman, met een diepgang van 6.40 m of 6.05 m (diepgang zoals in eerste melding vs. diepgang genoemd tijdens bezoek aan boord), aan de grond gelopen op de Westerschelde nabij boei VH-2, iets noordelijk van Breskens. Nadat het schip aan de grond gelopen was, is er (deels) gelost in het binnenvaartschip Marlea, waardoor de diepgang afnam en het schip om 11.55 uur weer loskwam. Een medewerker van Rijkswaterstaat (RWS) is aan boord geweest, maar heeft geen onderzoek naar mogelijke schade kunnenuitvoeren. Deze medewerker van RWS heeft aan betrokkene aangegeven dat hij deze gronding moest melden bij de ILT en Klasse.

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam Uitspraak 2022-03 (zaak 2022.V2-BEAUMAIDEN)

    Op maandag 18 oktober 2021, om circa 3:27 uur LT is het schip Beaumaiden aan de grond gelopen nabij het Deense eiland Bornholm. Deze gronding is dezelfde dag door de rederij aan de Inspectie gemeld (bijlage 5 bij het verzoekschrift). Het schip was volledig beladen met kunstmest en had een maximale diepgang van 5.50 m. Betrokkene had op 17 oktober 2021 de wacht van 20:00 tot 24:00 uur. Er was in deze periode geen uitkijk op de brug aanwezig. Tussen 19:00 en 21:00 uur heeft betrokkene circa een liter wijn gedronken. Rond 23:40 uur is hij in zijn hut naar het toilet gegaan. Daarna is hij op zijn bed gaan liggen en in slaap gevallen. Hij heeft de 3de stuurman niet gebeld om hem te wekken voor diens wacht van 00:00 tot 4:00 uur. Het schip heeft circa vier uur met een onbemande brug gevaren, op de automatische piloot, voordat het schip bij Bornholm, met een snelheid van tien knopen, aan de grond gelopen is.

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:7 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2022-02 (2021.V5-Stavfjord

    Op 16 mei 2021 om 04.34 BT heeft het noordgaande motorschip Stavfjord nabij Skagen een aanvaring gehad met het Deense vissersschip Buster. Daarbij liep de Stavfjord een paar krassen op aan stuurboordzijde van de romp. De Deense Buster is onder begeleiding naar een scheepswerf gevaren; dit schip had een lekkage aan de boeg. De Stavfjord ging op de rede van Skagen ten anker in afwachting van een onderzoek door de Deense autoriteiten. In de avond van 16 mei 2021 mocht de Stavfjord weer verder varen.

  • ECLI:NL:TSCTS:2022:6 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2022-01 (2021.K1-Hegemann II)

    De klacht is ingediend naar aanleiding van het volgende ongeval op de Nederlandse sleephopperzuiger Hegemann II, deel uitmakend van de vloot van Hegemann GmbH - Dredging (hierna: het schip). Op 7 juli 2019 ’s ochtends vroeg is klager, die als matroos op het schip werkte, liggend onderaan, althans in de buurt van, de trap van de pompkamer van het schip aangetroffen. Hij was naar de pompkamer gegaan om daar de motoren op te starten. Klager bleek nog wel aanspreekbaar. Hij had geen uitwendig letsel, wel hoofd-/nek-/rugpijn. Hij is overeind geholpen en naar zijn hut begeleid, waar hij in zijn kooi is gaan liggen. Om ca. 10.00/10.30 uur die ochtend is het schip aangemeerd in de haven van Stepnica, Polen. Vandaar is hij met een ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Alvorens in Stepnica werd aangemeerd heeft het schip nog enkele korte baggerreizen gemaakt. De bemanning van het schip bestond in totaal uit vier personen. Betrokkene was kapitein op het schip.