Zoekresultaten 11-11 van de 11 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:65 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422831 KL RK 23-78

    Klacht met meerdere onderdelen. Het derde klachtonderdeel, het schenden van de geheimhoudingsplicht door de kandidaat-notaris, acht de kamer gegrond. De kandidaat-notaris is immers op grond van artikel 22 Wna tot geheimhouding verplicht ten aanzien van al hetgeen erflaatster haar in haar hoedanigheid van (toen nog) notaris heeft toevertrouwd. Dat de kandidaat-notaris meent, zoals zij ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft verklaard, dat de geheimhoudingsplicht niet zou gelden voor hetgeen erflaatster haar heeft verteld in een op het notariskantoor gevoerd “oriënterend gratis en vrijblijvend gesprek”, komt de kamer onbegrijpelijk voor. Het beroepsgeheim raakt de kern van het notarisambt. Overtreding van deze kernwaarde brengt dan ook in beginsel een forse maatregel met zich mee. Dat geldt hier te meer omdat de kandidaat-notaris zich kennelijk zonder enige twijfel daarover vrij acht onder geheimhouding gedeelde informatie in schrift en woord, ook nog ter zitting, te delen. De kamer legt de kandidaat-notaris de maatregel van ontzegging van de bevoegdheid tot waarnemen voor de duur van vier weken op.