Zoekresultaten 10401-10410 van de 12919 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG2701 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2012/50

      Klacht tegen anesthesioloog wegens inzage in het dossier van klager, en het doorgeven van medische informatie over klager aan een derde, terwijl er tussen hen geen behandelrelatie bestond en klager daar geen toestemming voor had gegeven. Na overlijden van klager wilde de weduwe de klacht niet doorzetten; het College heeft desondanks besloten de klacht door te zetten. Klacht deels gegrond: inzage van het dossier is tuchtrechtelijk verwijtbaar maar niet is vast te stellen of verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden nu de dochter van klager hem vanuit hun persoonlijke relatie informatie had verstrekt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2516 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1276a

    Chirurg wordt verweten dat hij patiënte (de moeder van klager) te snel voor de tweede keer heeft geopereerd. Daarnaast wordt hem onvoldoende controle en coördinatie met de verpleging of patiënte en het niet vaststellen van ondervoeding en verzwakking van patiënte verweten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2529 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 129/2012

    Raadkamerbeslissing. Klacht tegen huisarts. Aanhoudende buikklachten. Verwijt niet doorsturen naar specialist(en). Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2521 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.335

    Klacht: Klaagster verbleef in 2005 in een ziekenhuis in Duitsland wegens symptomen na een insectensteek/-beet. Terug in Nederland werd zij door de huisarts verwezen naar verweerder, internist, en heeft zij diens polikliniek bezocht.  Klaagster verwijt de arts dat hij niet de zorg heeft verleend die mag worden verwacht van een zorgvuldig handelend internist. Met name heeft de arts klaagster niet meteen bij het eerste bezoek aan de polikliniek onderzocht en behandeld en is zij onheus bejegend. Verder heeft de arts de diagnose Lyme gemist. Bovendien verwijt klaagster de arts dat deze het medisch beroepsgeheim heeft geschonden door in deze procedure bij het medisch tuchtcollege zonder klaagsters toestemming medische gegevens in te brengen die niet tot zijn vakgebied behoren. RTG Den Haag: klacht afgewezen. CTG: verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2528 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.070

    Klacht: Klaagster was de echtgenote van de inmiddels overleden patiënt die was opgenomen op de afdeling hemato-oncologie. De aangeklaagde internist-hematoloog wordt het navolgende verweten: 1. dat zij niet heeft willen meewerken aan een second opinion. 2. dat zij onvoldoende de regie heeft bewaakt van de hygiëne op haar afdeling. 3. Dat zij niet adequaat heeft gehandeld n.a.v. een positieve bloedkweek van Serratia. 4. Dat zij gedurende langere tijd een te hoge dosering morfine heeft voorgeschreven en niet heeft gereageerd op verzoeken van de familie om de dosering te verlagen. 5. Dat zij de patiënt te lang heeft laten wachten op een MRI-scan en de familie niet over de uitslag heeft ingelicht. 6. De communicatie met de familie onvolledig en onduidelijk is geweest.   RTG Eindhoven: klacht afgewezen.  CTG: verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2522 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.348

    Klacht tegen arts, destijds werkzaam als medisch adviseur bij het BMA van de IND. Klager verwijt de arts dat het medisch advies onzorgvuldig tot stand is gekomen. De klacht houdt in dat de arts 1) een verkeerde definitie van ‘medische noodsituatie’ hanteert, 2) onvoldoende individueel heeft geadviseerd en 3) niet is ingegaan op het risico van suïcide bij reizen en de gevolgen van terugkeer voor klager naar het land van uitzetting. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond en de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op, inclusief publicatie. De arts komt in beroep tegen de gegrondverklaring van het tweede en derde klachtonderdeel en zijn grieven slagen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing voor zover dit het tweede en derde klachtonderdeel betreft en verklaart deze klachtonderdelen alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2530 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 310/2011

    Klager verwijt verweerder, gz-psycholoog, dat hij, ten behoeve van tot TBS met dwangverpleging veroordeelde patiënt, een verlengingsadvies met onjuiste informatie heeft opgesteld. Verweerder heeft in redelijkheid kunnen komen tot het verleningsadvies en heeft het tijdig aangevuld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2524 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1284

      Klaagster verwijt verweerster, GZ-psycholoog, dat klaagster valselijk wordt beschuldigd in een gestelde diagnose en dat verweerster deze diagnose niet heeft geverifieerd. Klaagster  voelt zich benadeeld doordat haar ex-echtgenoot van deze valse beschuldiging gebruik heeft gemaakt. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2523 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.395

    Klacht tegen arts, destijds werkzaam als medisch adviseur bij het Bureau Medische Advisering van de IND. Klager verwijt de arts dat het medisch advies onzorgvuldig tot stand is gekomen. De klacht houdt in dat de arts 1) een verkeerde definitie van ‘medische noodsituatie’ hanteert, 2) onvoldoende individueel heeft geadviseerd en 3) niet is ingegaan op het risico van suïcide bij reizen en de gevolgen van terugkeer voor klager naar het land van uitzetting. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond en de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op, inclusief publicatie. Klager komt in beroep tegen het de ongegrondverklaring van het eerste klachtonderdeel. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts zich bij zijn advisering mocht baseren op het begrip ‘medische noodsituatie’ zoals weergegeven in het Protocol BMA 2007, nu in dit Protocol is vermeld dat ten aanzien van dat begrip uitgegaan wordt van de omschrijving in de Vreemdelingencirculaire 2000, B-8.3.2. (lees: B8/3.1). Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2517 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.205

    Klager is in het kader van een vervolgbehandeling na een TBS-opname gedurende een jaar bij de aangeklaagde gz-psycholoog, in behandeling geweest. In de wekelijkse gesprekken heeft klager melding gemaakt van maagklachten. Volgens klager ging de gz-psycholoog er vanuit dat de klachten stress gerelateerd waren. De huisarts heeft klagers doorverwezen en na een gastroscopie bleek klager een maagbacterie te hebben. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld, dat zij volhard heeft in deze diagnose en dat ze deze diagnose vermeld heeft aan de reclassering en de psychiater, die de diagnose hebben verwerkt in hun rapporten ten behoeve van de verlenging van de TBS en de hervatting van de dwangverpleging. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.