Zoekresultaten 17101-17110 van de 21761 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:39 Raad van Discipline Arnhem 12-111

    Niet is komen vast te staan dat verweerder, in zijn hoedanigheid van deken, valselijk en in strijd met de waarheid de griffie van het hof van discipline heeft gewezen op een e-mailbericht waarin verweerder om uitstel van een zitting heeft verzocht. Verweerder heeft aangevoerd dat om hem onverklaarbare redenen de e-mail in kwestie kennelijk niet is verstuurd en niet teruggevonden kon worden. Het opduiken van de e-mail circa 8 maanden later is eveneens onverklaarbaar en kan evenmin dwingend tot de door klager gestelde gevolgtrekking leiden. De raad wijst het verzoek tot het horen van getuigen af.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:33 Raad van Discipline Arnhem 13-29

    Kern van de klacht: verweerder heeft klagers willen dwingen tot betaling van door hem gemaakte kosten ter verdediging tegen een eerdere klacht van klager tegen verweerder. Oordeel: De wettelijke regeling van het advocatentuchtrecht impliceert dat in beginsel elk handelen en nalaten van de advocaat voor tuchtrechtelijke toetsing in aanmerking kan komen, indien tenminste de klager bij een zodanige toetsing belang heeft. Met dit stelsel valt niet te verenigen dat de beklaagde advocaat tracht de kosten die voor hem of haar gemoeid zijn met de behandeling van een klacht wegens onrechtmatige daad te verhalen op de klager. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden zou dat anders kunnen zijn, bijvoorbeeld indien het indienen van de klacht als zodanig als onrechtmatig bestempeld moet worden. Daarvan is in dit geval in het geheel geen sprake. Gegrond, enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:40 Raad van Discipline Arnhem 12-207

    Verweerster handelde tuchtrechtelijk verwijtbaar door klager niet in te lichten dat de zitting zou worden waargenomen door een andere advocaat en de zaak niet naar behoren over te dragen aan de waarnemend advocaat. Onvoldoende met klager het belang van door hem ingebrachte stukken besproken. Verzet gegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:34 Raad van Discipline Arnhem 13-30

    Klacht dat verweerster zich schriftelijk tegenover een rechter en een collega-advocaat onnodig grievend over klaagster, die als tweede advocaat van de wederpartij van verweersters cliënte zou gaan optreden, heeft uitgelaten. Volgens verweerster zou het inschakelen van klaagster maar één doel zou dienen, te weten het “in diskrediet brengen” van haar cliënte, en de zaken “onnodig op scherp” te zetten met de kennelijke bedoeling de cliënte van verweerster “te beschadigen”. Aan de rechter schreef zij dat de keuze van de man voor klaagster “een bijzonder bedenkelijke” is en lijkt te zijn ingegeven om de vrouw “op het verkeerde been te zetten”, en dat, als klaagster zich niet zelf terugtrekt, zij daarmee niet inziet dat haar rol “in deze niet zuiver is”. Raad: deze bewoordingen vormen een persoonlijke beschuldiging van klaagster dat haar rol als advocaat voor de man bijzonder bedenkelijk en niet zuiver is. Dit zijn zware, veel te zware woorden, die het alleszins begrijpelijk maken dat klaagster zich door verweerster bij de rechter in een negatief daglicht geplaatst voelt. Gegrond, enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4230/13.137

    Verweerder heeft klager geruime tijd de mogelijkheid geboden de declaratie te voldoen, dan wel contact op te nemen over een betalingsregeling. Ook na de mededeling dat klager toelating tot de wettelijke schuldsanering zou vragen, heeft verweerder nog geruime tijd gewacht voordat door de deurwaarder maatregelen werden aangekondigd. Verweerder kan niet worden verweten dat hij daartoe is overgegaan, temeer nu de brief van de Rechtbank omtrent de aanvraag WSNP is gedateerd 8 januari 2013, terwijl klager al in juni 2012 heeft gesteld toelating van de wettelijke schuldsanering verzocht te hebben. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:35 Raad van Discipline Arnhem 13-128

    Voorzittersbeslissing. Verweerder is aangewezen als bindend adviseur. Van hem kon niet worden verlangd dat hij zijn werkzaamheden zou aanvangen, zolang de verzekeraar niet bereid was voor zijn werkzaamheden te betalen. Klager mocht ook niet van verweerder verwachten dat hij met de verzekeraar de strijd zou aanbinden over de reikwijdte van de geschillenregeling die tot zijn benoeming leidde. Ook niet terecht is het verwijt dat verweerder te weinig tijd zou hebben genomen voor de kwestie Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:29 Raad van Discipline Arnhem 13-05

    klacht van bestuurder van een failliet verklaarde stichting tegen de curator van die stichting. Klager heeft verschillende gerechtelijke procedures gevoerd tegen de curator en is in al die procedures in het ongelijk gesteld. Ook heeft klager zich diverse malen over de curator beklaagd bij de Rechter commissaris in het faillissement. Het is niet gebleken dat verweerder in zijn rol van curator standpunten heeft vertolkt of stellingen heeft betrokken die hij in redelijkheid niet had mogen innemen en evenmin dat hij daarbij de rechter-commissaris, de rechtbank of het hof heeft misleid. Klacht is kennelijk ongegrond. Gronden verzet: de voorzitter heeft bij voortduring klagers stellingen als niet aannemelijk afgedaan, zonder hem in de gelegenheid te stellen daarvan aanvullend bewijs te leveren, en heeft er geen blijk van gegeven dat hij doorziet hoezeer in deze – de achterliggende – zaak de waarheid geweld is aangedaan. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:27 Raad van Discipline Amsterdam 13-002NH

    Klacht tegen eigen advocaat. Schenden financiële afspraak. Klager overleden na indienen klacht. Erven hebben medegedeeld dat behandeling doorgang dient te hebben. Overlijden van een klager brengt niet mee dat de klacht per de overlijdensdatum van rechtswege als vervallen of ingetrokken moet worden beschouwd (Hof van Discipline d.d. 3 mei 2002, nr. 3360). Evenmin daardoor niet-ontvankelijk. Advocaat heeft conform de met wijlen klager gemaakte afspraken gehandeld. Minnelijke toezegging om het meerdere boven het voorschot te crediteren gestand gedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:36 Raad van Discipline Arnhem 13-142

    Voorzittersbeslissing. Tegenover de stelling van klager dat verweerder in strijd met de waarheid een mededeling zou hebben gedaan aan de bedrijfsarts, de gemotiveerde betwisting staat van verweerder. Op basis van de vaststaande feiten kan de voorzitter niet vaststellen dat verweerder onjuiste mededelingen zou hebben gedaan aan een derde. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:28 Raad van Discipline Amsterdam 13-003NH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Schenden geheimhoudingsbepaling tussen partijen uit hoofde van mediationovereenkomst. Uitganspunt is uitspraak van Hof van Discipline van 10 december 2012 (LJN YA4213). In bijzondere omstandigheden uitzonderingen mogelijk. Een noodtoestand dient niet louter subjectief te worden ervaren, maar moet ook objectief als zodanig kunnen worden aangemerkt. Beroep op de redelijkheid en billijkheid is ter beoordeling van de civiele rechter en kan eerst tuchtrechtelijk relevant zijn als het beroep daar wordt gehonoreerd. Advocaat dient wederpartij van voornemen van schenden geheimhoudingsbepaling op de hoogte te brengen en om overleg te vragen. Indien dat overleg niet tot een oplossing leidt, dient de deken ter bemiddeling te worden geraadpleegd. Volgt waarschuwing.