Zoekresultaten 15981-15990 van de 21674 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:211 Raad van Discipline Arnhem 13-123

    Klachten over de wijze waarop de deken het onderzoek heeft ingericht kunnen niet leiden tot gegrondverklaring van het verzet. Klagers visie op de feiten is niet leidend voor dat onderzoek of voor de wijze waarop verweerster in de achterliggende procedure zou hebben moeten reageren.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:205 Raad van Discipline Arnhem 13-162

    Vast is komen te staan dat een voor klager bestemde factuur naar een verkeerd adres is verzonden. Van het kantoor van verweerster had zeker mogen worden verwacht dat de post naar het door klager opgegeven adres werd verstuurd. Voormeld tekortschieten -voor zover dit al aan verweerster kan worden verweten- is van onvoldoende gewicht is om aan verweerster een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:212 Raad van Discipline Arnhem 13-47

    Verweerder handelde tuchtrechtelijk verwijtbaar door de cliënt van klager rechtstreeks te benaderen. Geen rechtvaardiging van overtreding van Gedragsregel 18 door het feit dat twee eerdere pogingen tot nakoming van de getroffen regeling via klager geen effect sorteerden. Het feit dat verweerder geen gebruik heeft gemaakt om de klacht te schikken door geen gebruik te maken van de hem geboden handreikingen, levert geen tuchtrechtelijk verwijt op.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:206 Raad van Discipline Arnhem 13-128

    Verzet. Zowel de klachten als het verzet stuiten af op het misverstand dat bij klager bestaat over de aan verweerder, die als bindend adviseur optrad, toegedichte taak. Naar het oordeel van de raad kan een bindend adviseur eerst dan zijn werkzaamheden aanvangen wanneer beide partijen hier hun instemming voor hebben gegeven. Vast staat dat één van de betrokken partijen die instemming niet had gegeven.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:213 Raad van Discipline Arnhem 13-295

    Klager niet ontvankelijk. Klager stelde eind 2009 verweerder aansprakelijk en kondigde de indiening van een klacht aan. Eerst na 3 jaar en 4 maanden is de klacht daadwerkelijk ingediend. De klacht betreft alle onderdelen die klager in 2009 al aan de orde stelde. Verweerder hoefde, gelet op het tijdsverloop, niet langer rekening te houden met het feit dat de klacht zou worden ingediend.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:207 Raad van Discipline Arnhem 13-142

    Naar aanleiding van de stukken die klager in het kader van het verzet in de procedure heeft gebracht en het verhandelde ter zitting, zijn bij de raad vragen gerezen over de informatie die door verweerder aan de bedrijfsarts is verstrekt. Omdat de zaak nog onder de rechter is en verweerder zich in die procedure mogelijk ook nog zal beroepen op zijn verschoningsrecht, ziet de raad zich beperkt in de mogelijkheden om nader onderzoek te verrichten. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting heeft de raad niet kunnen vaststellen dat verweerder onwaarheid heeft gesproken. Verzet gegrond, klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:208 Raad van Discipline Arnhem 13-187

    Klacht wederpartij. Verweerder handelde niet klachtwaardig door de belangen van zijn cliënte te behartigen op de wijze die hem goed dunkte. Gelet op de uitkomst van de kort gedingen nam verweerder een alleszins pleitbaar standpunt in.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:202 Raad van Discipline Arnhem 13-209

    Klacht met betrekking tot ongeoorloofde belangenverstrengeling kennelijk ongegrond. Kantoor van verweerder heeft in het verleden de NMT geadviseerd, doch dat betrof niet de individuele belangenbehartiging van één van de medewerkers van de NMT, zoals in de kwestie waarin verweerder klager bijstond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:209 Raad van Discipline Arnhem 13-261

    Klager is executeur van de nalatenschap van de cliënte van verweerster. Namens haar cliënte heeft verweerster geïnformeerd over de omvang en mogelijke afwikkeling van de nalatenschap. Verweerster heeft daarbij de grenzen van de betamelijkheid niet overschreden. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:29 Raad van Discipline Amsterdam 13-243A

    Verzetzaak. Klacht tegen de deken in het kader van zijn rol bij het onderzoek naar ingediende klachten. Verzet heeft geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Verzet is ongegrond.