Zoekresultaten 15891-15900 van de 21655 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2014:6 Raad van Discipline Arnhem 13-141

    Verzet tegen voorzittersbeslissing, waarbij de klacht van de cliënte over de wijze waarop verweerster zich heeft onttrokken aan de zaak en over de wijze waarop verweerster communiceerde en haar aanpak kennelijk ongegrond is verklaard, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:42 Raad van Discipline Amsterdam 13-169A + 13-170A

    Klacht tegen voormalig eigen advocaat en diens (voormalig) kantoorgenoot. Klachten tegen voormalig advocaat niet ontvankelijk nu de klacht betrekking heeft op een periode waarin verweerster sub 1 geen advocaat (meer) was. Klacht tegen diens kantoorgenoot ongegrond nu niet valt in te zien dat het feit dat voor klager onduidelijk was wie van beide dames zijn advocaat was aan verweerster sub 2 zou moeten worden toegerekend.

  • ECLI:NL:TADRARN:2014:7 Raad van Discipline Arnhem 13-179

    Verzet tegen voorzittersbeslissing, waarbij klacht kennelijk ongegrond is verklaard, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:43 Raad van Discipline Amsterdam 13-182A + 13-186A

    Klacht tegen advocaten wederpartij. Verweerders zouden feiten die onvolledig en in strijd met de waarheid zijn naar voren hebben gebracht en daarmee de suggestie hebben gewekt dat klaagster valsheid in geschrifte heeft gepleegd hetgeen onnodig grievend is. Klacht tegen verweerder sub 2, die in de betreffende procedure optrad als curator, niet ontvankelijk. Klachten tegen verweerder sub 1 ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2014:1 Raad van Discipline Arnhem 13-301

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Nadat eerder een schikking tot stand was gekomen heeft verweerster de gemeente mogen adviseren een bodemprocedure aanhangig te maken tegen klaagster. Verweerster heeft zich niet onnodig grievend over klaagster uitgelaten. Gezien de achtergrond van de klacht heeft verweerster haar stellingen in de dagvaarding mogen verwoorden op de wijze waarop zij dat heeft gedaan. Klaagster kan verweerster niet houden aan de geheimhoudingsplicht, die is opgenomen in een overeenkomst, die zij zelf voor nietig houdt. Alle onderdelen van de klacht zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:44 Raad van Discipline Amsterdam 13-286NH

    Klacht tegen huisadvocaat van voormalig werkgever van klager. Verweerder zou zijn geheimhoudingsplicht hebben geschonden door vertrouwelijke informatie, verkregen tijdens bemiddelingsgesprekken over een eventueel vertrek van klager, aan het FD te hebben verschaft. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARN:2014:2 Raad van Discipline Arnhem 13-315

    Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft namens haar cliënten de standpunten mogen innemen zoals zij dat heeft gedaan. Het oordeel over deze standpunten is voorbehouden aan de civiele rechter. Klager heeft zelf gesteld dat hij een aantal klachten tegen notarissen heeft ingediend. Daarom is het niet onnodig grievend jegens klager dat verweerster daarvan melding maakt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2014:45 Raad van Discipline Amsterdam 13-251A

    Verzetzaak. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2014:3 Raad van Discipline Arnhem 13-163

    Klager verwijt verweerder dat hij geluidsbanden betreffende zijn repatriëring door een reisorganisatie naar Nederland niet heeft opgevraagd en geen getuigen heeft doen horen in hoger beroep. Niet is vast komen te staan dat klager verweerder heeft verzocht de geluidsbanden op te vragen. Gezien de ingenomen stellingen lag het opvragen van de banden niet voor de hand. Verweerder heeft in hoger beroep getuigenbewijs aangeboden. Beide onderdelen van de klacht zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:214 Raad van Discipline Arnhem 13-242

    Klager is van oordeel dat de raad geen integer en onafhankelijk onderzoek kan doen naar het door hem aangetekende verzet tegen de voorzittersbeslissing omdat de voorzitter de term ‘kort geding in hoger beroep’ heeft gebezigd en hij niet èn per gewone post èn per aangetekende post is opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzet. Hetgeen klager ten grondslag heeft gelegd aan zijn wrakingsverzoek is geen reden om aan de onpartijdigheid van de leden van de raad, die het verzet hebben behandeld, te twijfelen. Daarom wordt het wrakingsverzoek ongegrond verklaard.