Zoekresultaten 15621-15630 van de 21655 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2014:22 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-50

    Wetend dat haar cliënte gedurende haar onbetaald verlof het loon had doorbetaald gekregen, lag het op de weg van verweerster zich er rekenschap van te geven dat de mogelijkheid bestond dat klaagster zich daar niet van bewust is geweest. Dat was zeker het geval op het moment dat klaagsters directeur aangaf dat in het finale kwijtingbeding onvoldoende duidelijk naar voren komt dat klaagster aan B geen loon meer verschuldigd is over de voorliggende periode. Zij heeft toen volstaan met een wel erg globaal zuiver formeel antwoord, en de kern van de vraag omzeild. Zij had de doorbetaling van het salaris aan de orde moeten stellen. Het ging om een relatief groot bedrag. Verweerster had dan ook moeten begrijpen dat zij door daarover te zwijgen in strijd handelde met de gerechtvaardigde belangen van klaagster en zich mogelijk schuldig maakte aan misleiding van klaagster. Gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2014:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-250

    Er wordt geprocedeerd over een nalatenschap. Verweerder is de advocaat van de wederpartij en tevens familielid, neef, van klagers. Tijdens de klachtprocedure overlijdt klaagster. In geval van overlijden van een klager tijdens de klachtprocedure, dient de behandeling van de klacht te worden gestaakt tenzij de behandeling van de klacht om redenen aan algemeen belang ontleend moet worden voortgezet. Hiervan is geen sprake. De behandeling wordt wel voortgezet voor zover de klacht is ingediend door klager. De eerste twee klachtonderdelen betreffen feiten die zich in 2008 hebben voorgedaan. De raad verklaart klager niet ontvankelijk in deze klachtonderdelen vanwege het lange tijdverloop. Hoewel verweerder een opdracht van zijn naaste familieleden heeft aangenomen, heeft de raad niet kunnen vaststellen dat verweerder zijn vrijheid en onafhankelijkheid van beroepsuitoefening hierdoor in gevaar heeft laten brengen. Voor de raad speelt hierbij een rol dat verweerder zelf geen direct (erfrechtelijk) belang had in de kwestie waarin hij de belangen van zijn moeder en tante behartigde.

  • ECLI:NL:TADRARL:2013:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-97

    het ter zitting doen van uitspraken over de inhoud van gevoerde schikkingsonderhandelingen is tuchtrechtelijk laakbaar. Klacht gegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2014:29 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 14-08

    Dat klaagster verweerster niet zou hebben gevraagd haar op betalende basis bij te staan indien zij tijdig had geweten dat verweerster de toevoeging had kunnen overnemen is niet vast komen te staan. Van excessief declareren is geen sprake. Beide onderdelen van de klacht zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4301/13.208

    Klacht betreft werkzaamheden van verweerder voor klaagster in 2007. Klacht ingediend april 2013. Argumentatie terzake van tijdsverloop niet aanvaard. Klacht door de voorzitter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:32 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4262/13.169

    Verzet. Raad verenigt zich met het oordeel van de plaatsvervangend voorzitter. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:13 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4289/13.196c

    Rechtsbijstand door verweerster gericht op beslaglegging ten laste van een wederpartij die strafrechtelijk vervolgd werd. De Officier van Justitie had klagers bericht gestuurd dat hij een door hem gelegd beslag zou gaan opheffen. Verweerster heeft niet of onvoldoende vastgelegd waaruit haar rechtsbijstand zou bestaan en wat zij daarvoor nodig had. De zaak heeft nodeloos lang stilgelegen doordat verweerster niet het volledige procesdossier van de strafzaak heeft opgevraagd. Zij is onvoldoende zorgvuldig en voortvarend opgetreden. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4086/12.220

    Het betreft een dekenklacht over de hoogte van de declaraties die aan de cliënt, althans de rechtsbijstandsverzekeraar, zijn gestuurd. De declaraties zijn door de Raad van Toezicht begroot waarbij de begrote declaraties teruggebracht zijn tot een bedrag minder dan de helft van het oorspronkelijk gedeclareerde bedrag. De raad overweegt dat de advocaat bij het vaststellen van zijn declaratie een, alle omstandigheden in aanmerking genomen, redelijk salaris in rekening behoort te brengen. Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om beroep in te stellen ex-artikel 33 Wet tarieven in burgerlijke zaken met betrekking tot de beslissing van de Raad van Toezicht. Dat brengt echter niet zonder meer mee dat als vaststaand moet worden aangenomen dat er sprake is geweest van excessief declareren. De schriftelijke reactie van verweerder leidt echter niet tot het oordeel van de raad dat er geen sprake is van excessief declareren. De raad gaat daarbij specifiek in op een aantal zaken waarvoor verweerder geen genoegzame uitleg heeft gegeven. De klacht is derhalve gegrond. De raad legt als maatregel op enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2013:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 134/12

    Voorzitter heeft klacht ten onrechte kennelijk ongegrond verklaard. Eerst na onderzoek kan gesteld worden dat klacht ongegrond is, omdat gebleken is dat klaagster heeft ingestemd met opschorting van het aanhangig maken van een vordering en heeft afgezien van instelling van hoger beroep. Verzet gegrond, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4424/14.10

    Klager verwijt verweerster dat zij als advocaat (in loondienst) van Bureau Jeugdzorg aan hem in een gesprek heeft toegezegd informatie te zullen verschaffen over de wijziging van de tijdelijke plaatsing van klagers zoon naar een permanente plaatsing en deze toezegging niet is nagekomen. Klager heeft een transcript van de bespreking van 24 september 2012 overgelegd waarin de ter discussie staande toezegging zou zijn gedaan. In dit transcript is deze toezegging echter niet aangetroffen. Klager heeft evenmin kunnen concretiseren welke toezegging door verweerster in de bespreking is gedaan. Verweerster heeft de toezegging betwist. Gelet hierop kan het gestelde verwijtbare gedrag van verweerster niet worden vastgesteld. Klacht kennelijk ongegrond