Zoekresultaten 15601-15610 van de 21655 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:24 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4217/13.124

    Het verzet tegen de voorzittersbeslissing is niet-ontvankelijk nu het verzet niet binnen de gestelde termijn is ingesteld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4250/13.157

    Niet kan worden vastgesteld dat verweerder ter zake zijn werkzaamheden betreffende de alimentatie nalatig is geweest dan wel anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Als klaagster het niet eens was met de aanpak van de zaak, had het op haar weg gelegen dat kenbaar te maken en eventueel een andere advocaat in te schakelen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:37 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4261/13.168

    Klacht over handelen van de advocaat in hoedanigheid van vereffenaar in een nalatenschap. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet te laat ingesteld. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4426/14.12

    Klacht tegen advocaat wederpartij in een familiezaak. Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerster de haar toekomende ruime mate van vrijheid als advocaat van de wederpartij te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De door klaagster aangehaalde citaten uit de processtukken van verweerster geven een weergave van de feiten zoals de cliënt van verweerster en klaagsters zoon die kennelijk hebben beleefd. Dat klaagster een andere visie heeft ten aanzien van de feiten dan de cliënt van verweerster betekent niet dat het verweerster niet vrij zou staan een door haar cliënt aangehangen visie op de feiten te verdedigen en in processtukken naar voren te brengen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:126 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4128/13.35

    Het betreft een verzetzaak. De Raad onderschrijft de beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter. Hetgeen in het verzet is aangevoerd is niet meer dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de plaatsvervangend voorzitter heeft gegeven. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2014:21 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 10-160 en 11-36

    Klacht tegen voormalig deken dat deze na overleg met de door de raad benoemde bewindvoerder van klager aan hem toestemming heeft gegeven om zich veel meer aan voorschotten toe te eigenen dan hem toekwam, en om daarbij gebruik te maken van de rekening van zijn stichting derdengelden. Aldus heeft volgens klager de voormalig deken zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal c.q. verduistering. Ongegrond. De raad heeft bij in kracht van gewijsde gegane beslissing goedkeuring verleend aan de handelwijze van de bewindvoerder en de hoogte van het hem toekomende bedrag. De raad is aan die beslissing gebonden bij de beoordeling van de onderhavige klacht tegen de voormalig deken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2014:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-228

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster zou feiten die onvolledig en in strijd met de waarheid zijn naar voren hebben gebracht in een procedure. De stelling van klager dat de informatie van verweerster afkomstig was, is niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2013:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-93

    dekenbezwaar in verband met het niet overleggen van vertrouwelijke stukken in het kader van klachtenprocedure vanwege specifieke omstandigheden ongegrond: stukken niet nodig voor de beoordeling van de klacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2014:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13-232

    Belangrijkste verwijt is dat verweerder klagers zaak in behandeling heeft genomen hoewel hij met soortgelijke zaken geen ervaring had, en vervolgens de zaak heeft gedelegeerd aan een kantoorgenoot die hij onvoldoende begeleidde, waardoor een verkeerd oordeel is gevormd en de zaak onnodig lang heeft geduurd. Ongegrond. Gelet op het feit dat klager zich in december tot verweerder heeft gewend en partijen vervolgens voortdurend met elkaar in contact zijn gebleven over de advisering en de uitvoering daarvan, waarna in mei daaropvolgend de kwestie is opgelost, kan niet gezegd worden dat de zaak te lang heeft geduurd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2014:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4436/14.22

    De klachtonderdelen a en b zien op een handelen van verweerster in 2004. De klacht dateert van 2013. Klagers hebben 9 jaar gewacht met het indienen van deze klacht zonder een verschoonbare reden aan te voeren voor dit lange wachten. Deze klachtonderdelen zijn dan ook kennelijk niet-ontvankelijk. Klagers verwijten verweerder dat zij contact heeft gezocht met andere advocaten van wie zij weet dat klagers die hebben benaderd. De voorzitter oordeelt dat het verweerster vrij stond contact op te nemen met de andere c.q. nieuwe advocaten van klagers en hen van informatie uit het dossier te voorzien. Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat klagers destijds verweerster hebben verzocht zulks niet te doen. Verweerster heeft in haar verweer terecht gewezen op het feit dat de opvolgend advocaten gebonden zijn aan hun geheimhoudingsverplichting nu ook zij in een advocaat/cliënt-relatie tot klagers stonden. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.