Zoekresultaten 18041-18050 van de 20308 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2255 Raad van Discipline 's-Gravenhage R 3414/10.44

    De advocaat heeft binnen de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid gehandeld en beslag doen leggen op vermogensbestanddelen van de wederpartij.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2273 Raad van Discipline Arnhem 11-73

    Verweerder heeft in een procedure ontbinding geregistreerd partnerschap twee relevante zaken in een notitie met afspraken tussen partijen over het hoofd gezien. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder – als ervaren echtscheidingsadvocaat - onvoldoende adequaat richting zijn cliënt gereageerd.   

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2249 Raad van Discipline Amsterdam 10-270A

    “Voorzieningen ex art 60 b: einde taken van “bewindvoerder” en vaststelling vergoeding.  Verweerder zonder bekende woon- of verblijfplaats; analogische toepassing van art 60 d lid 4 en 5”.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2280 Raad van Discipline Arnhem 11-98

    Advocaat wordt verweten geen toevoeging te hebben aangevraagd; excessief te hebben gedeclareerd en zonder toestemming een betaald voorschot met een declaratie te hebben verrekend. De raad overweegt dat de financiële afspraken voldoende zijn vastgelegd; dat van excessief declareren niet is gebleken en dat de advocaten zich bereid hebben verklaard om hun declaratie te laten begroten en derhalve mochten handelen zoals zij hebben gedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2274 Raad van Discipline Arnhem 11-78

    De advocaat moet zorgdragen voor tijdige en correcte postverwerking en het ruim een week ongeopend laten van post van de failliet is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dat een curator in beginsel buiten het advocatentuchtrecht valt, maakt dit niet anders, omdat juist een curator de post van de failliet met grote zorgvuldigheid dient te verwerken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2250 Raad van Discipline Amsterdam 11-256A

    ”vaststelling vergoeding rapporteur. De raad stelt, voor de toepassing van artikel 60d lid 4, eerste zin, de eigen schrapping van het tableau van verweerder gelijk met een beslissing op grond van artikel 60b lid 1, zodat verweerder de kosten van de rapporteur moet betalen.”

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2281 Raad van Discipline Arnhem 11-97

    Advocaat wordt verweten onvoldoende met zijn cliënt (klager) overleg te hebben gepleegd een oproep voor een zitting niet te hebben doorgestuurd en niet met bekwame spoed het dossier te hebben afgegeven toen hem daarom werd verzocht. De raad overweegt dat niet is komen vast te staan dat onvoldoende overleg is gepleegd, dat de advocaat – ook al was hij nog maar een paar maanden in dienst en had zijn patroon hem anders geïnstrueerd – wel de oproep aan zijn cliënt had moeten doorsturen en dat de onderhavige klacht geen rechtvaardiging was om het dossier niet direct af te geven. Klacht ten dele gegrond. In het feit dat de advocaat nog maar net beedigd was vond de raad wel een reden om af te zien van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2275 Raad van Discipline Arnhem 11-29

    Indienen van stukken waarvan onmiskenbaar is dat deze op onrechtmatige wijze zijn verkregen. Indienen van stukken waarvan verweerder weet dan wel behoort te weten dat die onjuist zijn. Door middel van brieven zich buiten de wederpartij om tot de rechtbank wenden. Zich onnodig kwetsend en grievend uitlaten over de wederpartij. Schenden van de privacy van de wederpartij. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2282 Raad van Discipline Arnhem 11-95

    Advocaat in loondienst bij ARAG. Advocaat wordt verweten zijn cliënt (klager) niet te hebben gewezen op de mogelijkheid om hoger beroep tegen de uitspraak in te stellen of de zaak aan de civiele rechter voor te leggen; klager niet te hebben gewezen op de geschillenregeling, zoals opgenomen in de algemene voorwaarden van ARAG, waartoe aanleiding bestond nu sprake was van een inhoudelijk meningsverschil over de aanpak van de zaak en zich aan de zaak te hebben onttrokken zonder klager duidelijk te informeren en zonder de zaak persoonlijk af te wikkelen. Klacht ten dele gegrond. De raad is van oordeel dat de advocaat door niet eerder op de verzoeken van zijn client om nadere actie in te gaan en zijn client niet op de rechtsmiddelen te wijzen niet gehandeld heeft zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Naar het oordeel van de raad had de advocaat zijn cliënt op de geschillenregeling moeten wijzen. Advocaat mocht zich terugtrekken nu verschil van mening bestond over de wijze van aanpak van de zaak. Advocaat heeft dat niet op een ontijdig moment gedaan anders dan hetgeen reeds is beoordeeld.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2245 Raad van Discipline Amsterdam 11-102A 11-103A 11-104A 11-105A

    Verzetzaken. Klager beklaagt zich mede in verband met een huurgeschil over het handelen van verweerder. In verzet voert klager onder andere aan dat art. 6 EVRM is geschonden, omdat de beslissingen niet in het openbaar zijn uitgesproken, deze beslissingen zijn genomen zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden en er geen sprake is van een onpartijdige en onafhankelijke instantie. Naar het oordeel van de raad is er geen sprake van schending van art. 6 EVRM. Klager voert dit ook geenszins met feiten en argumenten onderbouwd aan. Nu ook overigens het verzet geen nieuwe gezichtspunten oplevert wordt het verzet ongegrond verklaard.