Zoekresultaten 18991-19000 van de 20388 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1421 Raad van Discipline Amsterdam 10-144A

     Klacht tegen eigen raadsman. Kwaliteit van dienstverlening. Klacht met betrekking tot onvoldoende communicatie met de cliënt gegrond. Enkele waarschuwing    

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1499 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3535/10.165

    Verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 46 Advocatenwet alsmede de gedragregels 1, 4, 8, 23, 25, 33 en 37 en de Verordening op de administratie en de financiele integriteit of voorheen de Boekhoudverordering overtreden. De klacht is gegrond en aan verweerder wordt de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1414 Raad van Discipline Arnhem 10-186

    Klaagster verwijt verweerder dat hij de behandeling van haar zaak niet heeft overgenomen toen de advocaat die haar zaak tot dan toe behandelde het kantoor verliet. De klacht mist feitelijke grondslag omdat klaagster verweerder niet heeft verzocht de behandeling van haar zaak over te nemen.  Aan het feit dat klaagster door een advocaat van het kantoor is bijgestaan kan zij, na het vertrek van haar advocaat, niet het recht ontlenen op rechtsbijstand door verweerder.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1380 Raad van Discipline Arnhem 10-75

    Klager verwijt verweerster dat zij hem onvoldoende deskundig heeft bijgestaan, dat zij zich onvoldoende voor hem heeft ingespannen en dat zij de mondelinge behandeling van zijn zaak niet met hem heeft voorbereid. Eerste verwijt is niet komen vast te staan. Wel is komen vast te staan dat verweerster aan klager heeft toegezegd dat zij hem zou adviseren over de aansprakelijkheid van de vorige advocaat van klager. Omdat het een lastige zaak betrof, verweersters gebrek aan ervaring haar parten speelde en niet is komen vast te staan dat klager nadeel heeft ondervonden van het talmende optreden van verweerster, wordt dit onderdeel van de klacht gegrond bevonden zonder oplegging van een maatregel. Laatste klachtonderdeel is ongegrond omdat klager het aan zichzelf heeft te wijten dat verweerster de mondelinge behandeling niet met hem heeft kunnen voorbereiden.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1381 Raad van Discipline Arnhem 10-76

    Verwijt dat advocaat geen persoonlijk contact wilde is feitelijk onjuist. Dat geldt ook voor verwijt dat advocaat geen uitvoering heeft gegeven aan opdracht en zich onvoldoende heeft ingespannen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1382 Raad van Discipline Arnhem 10-77

    Verwijt dat advocaat zoch onvoldoende heeft ingespannen gaat niet op. Ingevolge de Advocatenwet en de gedragregels voor advocaten draagt de advocaat de volledige verantwoordelijkheid voor de behandeling van de zaak en mag hij geen stappen ondernemen indien hij van mening is dat hij onvoldoende geïnformeerd is. Klacht dat advocaat werkrelatie heeft laten vertroebelen door problemen veroorzaakt door het opzeggen van een opdracht door een kennis van klager is niet feitelijk onderbouwd. Dat laatste geldt ook voor verwijt dat de advocaat niet het complete dossier heeft teruggegeven. Van klager mag worden verwacht dat hij aangeeft welke stukken in zijn visie ontbreken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1378 Raad van Discipline Amsterdam 10-433A

    Een verzoek tot wraking kan op grond van artikel 47 lid 2 Advocatenwet jo 512 t/m 518 Wetboek van Strafvordering worden gedaan, indien feiten of omstandigheden aanwezig zijn waardoor de tuchtrechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek moet krachtens artikel 513 lid 1 Wetboek van Strafvordering worden gedaan zodra genoemde feiten of omstandigheden aan verzoekster bekend zijn geworden. Het indienen van een verzoek tot wraking op 1 december 2010 terwijl voornoemde feiten en omstandigheden klager reeds ter zitting van 4 oktober 2010 bekend waren, is te laat. Klager is niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1379 Raad van Discipline Amsterdam 10-381A

    De enkele vraag van een lid van de raad van discipline aan klager naar de uitleg en toepassing van een vrijstellingsbepaling als opgenomen in de Wet ter voorkoming van Witwassen en Financiering van Terrorisme (WWFT) levert geen omstandigheid op waardoor de rechterlijke partijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek tot wraking wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1377 Raad van Discipline Arnhem 10-124

    Klager klaagt er over dat verweerder hem niet op de hoogte heeft gesteld dat zijn cliënt failliet was. De raad is van oordeel dat klager ten onrechte stelt dat verweerder op de hoogte van het faillissement van zijn cliënt had moeten zijn. Daarom is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1375 Raad van Discipline Arnhem 10-73

    Klager klaagt er over dat zijn eer en goede naam zijn aangetast doordat verweerder namens zijn cliënt een klacht over hem heeft ingediend bij de klachtencommissie over de wijze waarop klager zijn werkzaamheden als tolk zou hebben verricht. Gezien het grote belang van de cliënt van verweerder heeft verweerder de klacht mogen indienen ook al beschikte hij niet over bewijzen ter onderbouwing van de klacht. Daarom is de klacht ongegrond.