Zoekresultaten 531-540 van de 20363 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-269/DB/LI

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:2 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-910/AL/MN

    Schrapping van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet. Verweerder oefent al geruime tijd, in ieder geval sinds juni 2021, niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. Niet te verwachten is dat verweerder binnen een redelijke termijn zijn praktijk weer kan voortzetten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:188 Hof van Discipline 's Gravenhage 210341

    Klacht niet verwezen. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-646/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen, doordat zij heeft nagelaten een procedure voor klager te starten. Het lag op verweersters weg om contact met klager op te nemen om duidelijkheid te krijgen. Zij heeft te weinig in het werk gesteld. Klacht gegrond. Waarschuwing. Klacht over beëindigen samenwerking ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:5 Hof van Discipline 's Gravenhage 220153

    Klacht tegen eigen advocaat. Belanghebbende begrip. 1) Klager geen belanghebbende bij urenverantwoording die verweerder aan de Raad voor Rechtsbijstand heeft gestuurd. De door klager te betalen hogere eigen bijdrage houdt geen verband met de urenspecificatie. Klager niet-ontvankelijk. 2) Verweerder heeft in zijn correspondentie met klager enkele malen onjuiste kenmerken en/of verwijzingen opgenomen waardoor verwarring bij klager heeft kunnen ontstaan over de vraag op welke dossier de betreffende correspondentie betrekking had. Verweerder heeft dat erkend en toegelicht hoe dat heeft kunnen gebeuren. Deze erkenning rechtvaardigt tuchtrechtelijk gezien echter niet de conclusie dat verweerder de opdrachtbevestiging en/of de factuur ter zake het voorschot achteraf heeft opgemaakt zoals klager heeft gesuggereerd. Het gestelde antedateren valt ook niet te rijmen met het gegeven dat klager conform de voorschotnota heeft betaald. Tegenover de door verweerder overgelegde opdrachtbevestiging, factuur en het betalingsbewijs, is de enkele stelling van klager dat hij geen opdrachtbevestiging en voorschotfactuur heeft ontvangen, onvoldoende om daarvan uit te gaan. Klacht ongegrond.  3) Verweerder heeft ondanks het verzoek van klager de toevoeging niet laten intrekken. Intrekking heeft pas plaatsgevonden nadat klager een klacht bij de deken heeft ingediend. Klager belanghebbende om een klacht in te dienen als een toevoeging ten onrechte niet wordt ingetrokken door zijn advocaat. Het niet intrekken kan immers gevolgen hebben voor een eventueel verschuldigde eigen bijdrage. Uitgangspunt is dat een advocaat  in beginsel gehouden is een toevoeging in te trekken als de cliënt daarom vraagt. Dat kan anders zijn, dan wel onder voorwaarden gebeuren als de advocaat ter zake werkzaamheden heeft verricht. Dat daarvan sprake is, is door verweerder niet, dan wel onvoldoende onderbouwd gesteld. Klacht gegrond, geen maatregel. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-467/DB/ZWB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:6 Hof van Discipline 's Gravenhage 230106

    Intrekking hoger beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-518/DB/LI

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:2 Hof van Discipline 's Gravenhage 220218

    Vernietiging beslissing raad. Klacht ongegrond. Is verweerster voldoende duidelijk geweest over de hoedanigheid waarin zij optrad? Het hof beantwoord deze vraag bevestigend en overweegt dat uit de e-mails en de context waarin ze geschreven zijn, blijkt dat verweerster geen onduidelijkheid over haar hoedanigheid heeft laten bestaan. De e-mail waarin verweerster de woordcombinatie "met name" gebruikt moet in de context van de overige correspondentie worden bezien. Verder weegt mee dat klager zich liet adviseren/bijstaan door een eigen advocaat. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:3 Hof van Discipline 's Gravenhage 230178

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.