Zoekresultaten 51-56 van de 56 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:1 Accountantskamer Zwolle 24/2448 Wtra AK

    Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene is de kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing en een aanvullende hertoetsing uitgevoerd. Zowel bij de hertoetsing als bij de aanvullende hertoetsing is een aantal dossiers onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Accountantskamer kamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. In dit geval volstaat een berisping omdat de tekortkomingen zijn geconstateerd in twee vrijwillige controleopdrachten en het accountantskantoor naar aanleiding van de hertoetsing heeft besloten om deze opdrachten niet meer uit te voeren. Het kwaliteitssysteem ten aanzien van de beoordelings- en samenstellingsopdrachten is uiteindelijk bij de hertoetsingen wel voldoende bevonden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:2 Accountantskamer Zwolle 24/1996 Wtra AK

    Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één jaar opgelegd. Betrokkene is (mede)eigenaar en kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor met twee vestigingen. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De vier getoetste dossiers zijn onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De toetsers hebben veelal basale tekortkomingen geconstateerd. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:71 Accountantskamer Zwolle 24/3257 Wtra AK

    Kennelijk ongegronde klacht. Niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:70 Accountantskamer Zwolle 22/1635 Wtra AK

    Gedeeltelijk gegronde klacht. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling op voor de duur van één maand. Aan de klacht ligt een aandeelhoudersconflict ten grondslag. Betrokkene had zich niet met het daaropvolgende verkooptraject moeten inlaten. Ook heeft betrokkene onjuist geadviseerd bij de totstandkoming van een huurovereenkomst en dus in strijd gehandeld met de vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Tot slot heeft betrokkene in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit door niet aan te dringen op herstel van onjuiste btw-aangiftes.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:69 Accountantskamer Zwolle 24/2153 Wtra AK

    Het conflict tussen de beide aandeelhouders brengt mee dat de accountant die de samenstellingsopdracht verricht de post juridische kosten als een significante aangelegenheid had moeten aanmerken die moet worden besproken met het bestuur. Betrokkene had erop bedacht moeten zijn dat die kosten wellicht ten onrechte volledig ten laste van de besloten vennootschap waren gebracht. Betrokkene heeft de post juridische kosten echter zonder nadere vragen aan het bestuur opgenomen in de door hem samengestelde jaarrekeningen. De overige verwijten zijn ongegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:68 Accountantskamer Zwolle 24/2083 Wtra AK

    Ongegronde klacht. Klager en zijn (ex-)vrouw hebben een conflict over de financiële afwikkeling van hun echtscheiding, meer in het bijzonder over de waarde van een BV waarvan zij allebei voor 50% aandeelhouder zijn. De vrouw is bestuurder van de BV en heeft betrokkene gevraagd om (onder andere) een samenstellingsopdracht voor de BV aan te nemen. Betrokkene heeft deze opdracht aanvaard. Klagers verwijten betrokkene onder andere dat hij voor de aanvaarding van de opdracht geen collegiaal overleg heeft gevoerd met de voorgaande accountant van de BV om te onderzoeken of er gronden waren die tot afwijzing van de opdracht hadden moeten leiden. Volgens klagers had betrokkene zorgen moeten hebben over de integriteit van de vrouw, omdat zij hem financieel zou hebben benadeeld. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene wel heeft voldaan aan de verplichting op grond van artikel 15a lid 1 VGBA om voor aanvaarding van de samenstellingsopdracht collegiaal overleg te voeren. Hij heeft (mede) op basis van dit collegiaal overleg kunnen concluderen dat er ten aanzien van de vrouw geen integriteitskwesties waren die aan aanvaarding van de opdracht in de weg stonden. De overige door klagers aangevoerde klachtonderdelen zijn ook ongegrond.