Zoekresultaten 1021-1030 van de 1110 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:92 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-424/DB/MN/W
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 08-07-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:92
Beslissing op verzoek tot wraking. Niet gebleken is dat op grond van de wijze waarop de gewraakte tuchtrechter de zitting heeft geleid de rechterlijke onafhankelijkheid in twijfel moet worden getrokken. Dat sprake van subjectieve vooringenomenheid en/of partijdigheid ten opzichte van een van de partijen dan wel het voorliggende geschil is de wrakingskamer ook niet gebleken. Verzoeker heeft evenmin feiten en omstandigheden genoemd, die hem in objectieve zin grond geven te vrezen dat de tuchtrechter vooringenomen en/of partijdig is. Ook van de schijn daarvan is niet gebleken. Tot slot heeft de wrakingskamer niet kunnen vaststellen dat er anderszins zodanig is gehandeld dat daarmee geen recht is gedaan aan een eerlijk proces. Het verzoek tot wraking behelst ook voor het overige geen feiten of omstandigheden die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid van de genoemde tuchtrechter schade zou kunnen lijden. Bij gebreke van door verzoeker gestelde feiten die kunnen leiden tot inwilligen van het verzoek en waarover onduidelijkheid bestaat is een nader onderzoek ter zitting zinledig. Artikel 4.1 van het wrakingsprotocol raden van discipline laat als uitzondering op de hoofdregel toe dat bij kennelijk ongegronde verzoeken zonder zitting wordt beslist. De door verzoeker gestelde feiten kunnen niet leiden tot inwilliging van het verzoek. De conclusie is dat het verzoek tot wraking zonder zitting kennelijk ongegrond dient te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:182 Hof van Discipline 's Gravenhage 230366 en 230367
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:182
Na overdracht van aandelen aan klagers is een geschil ontstaan over de waarde van die aandelen en, in het bijzonder, over de waardering ervan door een accountant. In verschillende procedures is vastgesteld dat de accountant ontoereikend werk heeft geleverd. De accountant is ook veroordeeld tot betaling aan klagers van een schadevergoeding van € 300.000,-, een bedrag van ruim € 40.000,- en een aanvullend voorschot op een schadevergoeding van € 100.00,-. De gang van zaken rondom de executie van deze vonnissen waarbij de accountant schadeplichtig is bevonden heeft geleid tot de onderhavige klacht tegen verweerders. Klagers stellen samengevat dat verweerders door het innemen van onwaarachtige standpunten de betaling van de bedragen aan klagers hebben gedwarsboomd. Het hof is met de raad van oordeel dat de klachten van klagers, voor zover tijdig ingediend en dus ontvankelijk, ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:113 Raad van Discipline Amsterdam 24-355/A/NH
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 24-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:113
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak; Verweerster mocht afgaan op de informatie van haar cliënte en op de informatie uit het uittreksel van het gezagsregister. Dat die informatie achteraf onjuist bleek te zijn, kan verweerster niet aangerekend worden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:176 Hof van Discipline 's Gravenhage 240146
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 05-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:176
Beroep tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk; geen grond voor doorbreking appelverbod.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:107 Raad van Discipline Amsterdam 24-183/A/NH
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 24-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:107
Raadsbeslissing; klacht van een advocaat over een advocaat; door de cliënte van klaagster zonder toestemming van klaagster rechtstreeks aan te schrijven, heeft verweerder gehandeld in strijd met het bepaalde in gedragsregel 25 lid 1. Ondanks dit gegeven voert het de raad echter te ver om in dit specifieke geval het handelen van verweerder als tuchtrechtelijk verwijtbaar aan te merken. Een dergelijke fout kan immers een keer gemaakt worden en verweerder heeft direct erkend verkeerd te hebben gehandeld en daarvoor tot tweemaal toe zijn excuses aan klaagster aangeboden. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:189 Hof van Discipline 's Gravenhage 240161W
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 26-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:189
Wrakingsverzoek tegen voorzitter kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-425/DB/MN/W
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 08-07-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:93
Beslissing op verzoek tot wraking. Niet gebleken is dat op grond van de wijze waarop de gewraakte tuchtrechter de zitting heeft geleid de rechterlijke onafhankelijkheid in twijfel moet worden getrokken. Dat sprake van subjectieve vooringenomenheid en/of partijdigheid ten opzichte van een van de partijen dan wel het voorliggende geschil is de wrakingskamer ook niet gebleken. Verzoeker heeft evenmin feiten en omstandigheden genoemd, die hem in objectieve zin grond geven te vrezen dat de tuchtrechter vooringenomen en/of partijdig is. Ook van de schijn daarvan is niet gebleken. Tot slot heeft de wrakingskamer niet kunnen vaststellen dat er anderszins zodanig is gehandeld dat daarmee geen recht is gedaan aan een eerlijk proces. Het verzoek tot wraking behelst ook voor het overige geen feiten of omstandigheden die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid van de genoemde tuchtrechter schade zou kunnen lijden. Bij gebreke van door verzoeker gestelde feiten die kunnen leiden tot inwilligen van het verzoek en waarover onduidelijkheid bestaat is een nader onderzoek ter zitting zinledig. Artikel 4.1 van het wrakingsprotocol raden van discipline laat als uitzondering op de hoofdregel toe dat bij kennelijk ongegronde verzoeken zonder zitting wordt beslist. De door verzoeker gestelde feiten kunnen niet leiden tot inwilliging van het verzoek. De conclusie is dat het verzoek tot wraking zonder zitting kennelijk ongegrond dient te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:183 Hof van Discipline 's Gravenhage 230304
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 08-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:183
Klacht over eigen advocaat. Het hof vernietigd de beslissing van de raad, omdat het hof anders dan de raad van oordeel is dat verweerster zich niet op onbetamelijke wijze heeft uitgelaten tegen klager. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerster haar opdracht niet schriftelijk heeft bevestigd aan klager en hem ook niet voldoende heeft geïnformeerd over zijn mogelijke aanspraak op een toevoeging. Omdat het hof een van de twee klachtonderdelen ongegrond acht, valt de maatregel lager uit, berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:177 Hof van Discipline 's Gravenhage 240059
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:177
Hoger beroep niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-165/A/A
- Datum publicatie: 11-07-2024
- Datum uitspraak: 24-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:108
Raadsbeslissing; Omvangrijke klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een vreemdelingenzaak. de klachtonderdelen die betrekking hebben op de inhoudelijke behandeling van klagers zaken gegrond zijn. De gegrondverklaring houdt met name verband met de traagheid waarmee verweerder klagers zaken heeft behandeld. Hoewel de raad er begrip voor heeft dat verweerder in de laatste maanden voor zijn pensionering door vertrek van twee kantoorgenoten in de knel is geraakt bij de behandeling en overdracht van zijn zaken, komt dit voor zijn risico en had klager van deze omstandigheden niet de dupe mogen worden. Waarschuwing met kostenveroordeling wordt passend geacht, omdat verweerder niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld en hij heeft erkend dat hij tekortgeschoten is in een voortvarende behandeling van de zaken van klager.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 102
- Pagina: 103
- Pagina: 104
- ...
- Pagina: 111
- Volgende pagina zoekresultaten