Zoekresultaten 21481-21490 van de 44655 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:52 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-007/DB/OB

    Niet gebleken dat verweerder gegevens van feitelijke aard naar voren heeft gebracht waarvan hij de onwaarheid kende. Niet gehouden om IJI-rapport in het geding te brengen. Instellen van appel op laatste dag appeltermijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:39 Kamer voor het notariaat Amsterdam 605771 / NT RK 16/28 605773 / NT RK 16/29

    De notaris heeft voldoende onderbouwd dat voorafgaand aan de aanvaarding van de opdracht door zijn kantoor onderzoek is gedaan naar [*] en haar uiteindelijk belanghebbende(n) (Ultimate Benificial Owner). In dat kader is het handelsregister geraadpleegd en is via de zoekmachine Google naar informatie gezocht omtrent [*]. Daaruit is niet gebleken van enige bijzonderheden en is [*] aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende (UBO) bij [*]. Uit voornoemd onderzoek is niet gebleken van enige betrokkenheid van [*] bij [*] en/of [* ]en klagers hebben ook niet concreet onderbouwd dat de notaris bij dit onderzoek steken heeft laten vallen. Met de invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht per 1 oktober 2012 is de verplichte accountantsverklaring bij een inbreng in natura komen te vervallen. Blijkens de parlementaire geschiedenis is de (reële) waardering van inbreng in natura thans voorbehouden aan een door de oprichters of bestuurders op te maken inbrengbeschrijving. Een notaris mag in beginsel af mag gaan op een dergelijke beschrijving van een bestuurder en/of aandeelhouder. Dit kan naar het oordeel van de Kamer anders zijn indien er (evidente) aanwijzingen om aan de juistheid van deze beschrijving te twijfelen. In dat geval kan dit aanleiding zijn voor de notaris om de ministerieverlening te staken, totdat de waarde van de aandelen van een vennootschap op andere (objectieve) wijze is vastgesteld, teneinde misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De Kamer is met de notaris van oordeel dat in het onderhavige geval geen aanwijzingen bestonden om aan de juistheid van de beschrijving van [*] te twijfelen en dientengevolge de ministerieverlening te staken. De notaris heeft als extra waarborg nog een verklaring met betrekking tot de waarde van de aandelen vanuit Zwitserland opgevraagd en verkregen. Dat de inhoud van deze verklaring al aanleiding vormt om aan de juistheid ervan te twijfelen volgt de Kamer niet. Daarnaast volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen, dat de betrokkenheid van [*] zich vooreerst manifesteerde na voltooiing van de werkzaamheden door de notaris, zodat dit evenmin aanleiding had kunnen zijn om de ministerieverlening te staken. Dat de Zwitserse advocaat [*] naar achteraf is gebleken op enig moment medebestuurder is geworden van [*] is eveneens een omstandigheid waar de notaris geen rekening mee heeft kunnen en behoeven te houden. De notaris heeft in dat kader onweersproken gesteld dat [*] pas medebestuurder van [*] is vanaf 2016.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-66

    Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft een opdracht aanvaard van een niet-belanghebbende voor het opstellen van een verklaring van erfrecht; 2. de notaris heeft op aangeven van een niet-belanghebbende een onjuiste naam van de boedelgevolmachtigde in de verklaring van erfrecht opgenomen; 3. de notaris heeft onzorgvuldig en partijdig gehandeld door alleen te overleggen met de opdrachtgever en vermoedelijk drie van de vier erfgenamen. De notaris heeft klaagster buitengesloten; 4. de notaris heeft haar informatieplicht onvoldoende uitgeoefend door klaagster niet te betrekken bij het opstellen van de verklaring van erfrecht; 5. de notaris verzuimde en weigerde de erfgenamen in te lichten over de gebruikelijke regels met betrekking tot de noodzaak van de verklaring van erfrecht; 6. de notaris bracht de kosten voor het herstellen van de naam van de juiste boedelgevolmachtigde in de verklaring niet in rekening bij de opdrachtgever, maar bij de erven, hetgeen onzorgvuldig is, aangezien de notaris verantwoordelijk is voor deze gemaakte beroepsfout.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-939/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen eigen advocaat deels te laat, deels kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 065/2016

    Klacht IGZ tegen chirurg (en tegen anesthesioloog in samenhangende zaak). Demente patiënt met heupfractuur in OK zonder zijn echtgenote als vertegenwoordiger erbij. Geen Time-out. Daarna links/rechts verwisseling. Klacht deels gegrond. In deze omstandigheden volstaat een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:40 Kamer voor het notariaat Amsterdam 619610 / NT RK 16/78

    Het beletten van (ongemotiveerde) vragen met betrekking tot de ontvankelijkheid van de leden van de Kamer voor het notariaat is, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, geen omstandigheid die erop wijst dat de onpartijdigheid van mr. Pompe schade zou kunnen lijden. Bovendien is gesteld noch gebleken dat een of meer leden van de wrakingskamer niet zouden voldoen aan een van de (benoemings)vereisten als bedoeld in artikel 94 Wna dan wel het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren; evenmin is aangevoerd wat de relevantie daarvan is in verband met de onpartijdigheid van mr. Pompe. Nu het onderhavige wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden bevat waaruit vooringenomenheid van mr. Pompe of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden, kan een mondelinge behandeling achterwege blijven. Het wrakingsverzoek is dan ook kennelijk ongegrond en het verzoek zal zonder behandeling ter zitting worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-61

    Klaagster verwijt de notaris dat hij geen actie heeft ondernomen toen hij er van op de hoogte raakte dat erflaatster was overleden. De notaris had klaagster daarvan op de hoogte moeten stellen en haar – in het kader van de verdeling van de nalatenschap van erflaatster – de gelegenheid moeten bieden om aanspraak te maken op haar erfdeel in de onverdeelde nalatenschap van erflater. De notaris had klaagster moeten informeren dat haar vordering op de nalatenschap van erflater door het overlijden van erflaatster opeisbaar was geworden. De notaris had niet mee mogen werken aan de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-757/DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onvoldoende schriftelijk voor te lichten over het risico dat bij staken van alimentatiebetaling tot tenuitvoerlegging van de beschikking zou kunnen worden overgegaan. Voldoende voorgelicht over mogelijkheid executiegeschil. Niet gebleken dat verweerster eigen financiële belang voorop heeft gesteld. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:40 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-936/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij, familierechtelijk geschil

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.331

    Klacht tegen een psychiater, inhoudende dat hij ten onrechte heeft geadviseerd medicatie-inname als voorwaarde te stellen voor het onbegeleid verlof van klager in het kader van zijn TBS. Daarnaast zou de psychiater zich niet volledig inzetten om uit de behandelimpasse te komen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het advies van de psychiater zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de psychiater voldoende inspanning heeft verricht om uit de behandelimpasse te komen. Het beroep wordt verworpen.