Zoekresultaten 13721-13730 van de 44301 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:207 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-399/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klager is in een deel van zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk, omdat hij deze klacht eerder al bij de deken heeft ingediend en vervolgens heeft ingetrokken. Het rechtszekerheidsbeginsel staat eraan in de weg dat de tuchtrechter alsnog over het verwijt oordeelt. Een ander deel van de klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:220 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-233/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. De klacht van klager dat verweerster onaangekondigd heeft deelgenomen aan een mediationgesprek, dat zij tijdens dit gesprek onduidelijkheid heeft (laten) bestaan over haar hoedanigheid als advocaat en na afloop daarvan haar positie heeft misbruikt, kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-054

    Ongegronde klacht tegen een psychiater. Op grond van goed hulpverlenerschap was het de psychiater toegestaan om het patiëntendossier van klager te raadplegen, ook als klager daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Op haar rust een zelfstandige plicht om de situatie van een (mogelijke) crisispatiënt zo goed mogelijk te beoordelen in het belang van de gezondheid en veiligheid van patiënt, hulpverleners en ketenpartners. Zij heeft zich beperkt tot de relevante informatie, dit in het licht van de geplande aanhouding van klager en de door een verpleegkundige geschetste psychische gesteldheid van klager. Er zijn geen aanwijzingen dat zij medische informatie heeft gedeeld met politie of derden. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:201 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-775/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:201 Raad van Discipline Amsterdam 19-497/A/NH/D

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft geen dan wel onvoldoende medewerking verleend aan het onderzoek van de deken. Daarnaast heeft verweerder, ondanks het verzoek van de deken, geen geheimhoudingsovereenkomsten naar haar opgestuurd en werkt verweerder ook in dat kader onvoldoende mee. Aan verweerder wordt, gelet op het verzoek van de deken, de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken opgelegd onder de bijzondere voorwaarde dat verweerder volledige medewerking dient te verlenen aan ieder door de deken in haar hoedanigheid noodzakelijk geacht nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:208 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-456/DH/DH

    Herstelbeslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-327/DH/RO

    Uit het dossier blijkt dat de communicatie tussen verweerster en klaagster ontoereikend was. Verweerster heeft voor klaagster relevante informatie niet of niet adequaat met haar gedeeld en niet schriftelijk vastgelegd. Verweerster heeft daarmee gehandeld zoals dat een behoorlijk handelend advocaat niet betaamt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:182 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-081

    Deels gegronde klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog kan niet worden verweten dat hij de plek op de onderrug voor iets anders aanzag dan een mogelijk maligne melanoom. Valt evenmin een verwijt te maken dat hij niet meer tussentijds onderzoek heeft verricht, nu klager geen klachten heeft geuit en dit geen aandachtspunt is geweest tijdens latere consulten. Ook heeft de dermatoloog op goede gronden afgezien van excisie en pa-onderzoek. De overweging had hij wel in het medisch dossier moeten noteren, tekortgeschoten in de dossiervoering. Overige klachtonderdelen ongegrond. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:202 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-990/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-090

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts kan niet tuchtrechtelijk worden verweten dat zij de diagnose van (uiterst zeldzame) tumor in het ruggenmerg niet eerder heeft gesteld. Zij heeft op goede gronden aanvankelijk tot laboratoriumonderzoek naar eventueel vitaminetekort kunnen besluiten. Hierbij weegt mee dat noch de anamnese noch het motorisch onderzoek in de richting van een tumor wezen. Wel valt te betreuren, hoewel geen klachtonderdeel, dat de huisarts haar onderzoeksbevindingen onvolledig heeft vastgelegd in het medisch dossier en haar differentiaal diagnostische overwegingen evenmin heeft vermeld. Overige klachtonderdelen evenmin gegrond. Klacht ongegrond verklaard.