Zoekresultaten 12871-12880 van de 42613 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-124

    Voorzittersbeslissing. Klagers, waaronder enkele vennootschappen, hebben meerdere curatoren, onder wie verweerder, beklaagd die betrokken zijn geweest bij vele aan hen gelieerde faillissementen. Deze curatoren hebben advocaten en adviseurs van klagers een gezamenlijke brief gestuurd vanwege het vermoeden dat klagers vermogen onttrokken aan de failliete boedels om daarmee deze advocaten en adviseurs te betalen. Volgens klagers is deze brief intimiderend en bedoeld om klagers de toegang tot de rechter af te snijden. De voorzitter oordeelt de vennootschappen kennelijk niet-ontvankelijk in hun klacht. De klacht wordt voor het overige kennelijk ongegrond geoordeeld nu onvoldoende aannemelijk is dat verweerder als curator met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:99 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-266/DB/ZWB

    Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege verstrijken termijn 46g Advocatenwet en deels kennelijk ongegrond omdat grenzen van de aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet zijn overschreden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/535

    Aan verweerder, MDL-arts, wordt verweten dat bij een 91-jarige (inmiddels overleden patiënt) een stent in de darmen is geplaatst zonder verdoving en dat hierover vooraf en achteraf is gelogen. Verweerder voert verweer. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:177 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.276

    Klacht tegen neuroloog. Klaagster heeft in het kader van psychische klachten aan verweerder een aantal vragen voorgelegd over een behandeling die in het verleden heeft plaatsgevonden. Klaagster verwijt verweerder dat hij de vragen niet op tijd en te weinig uitgebreid heeft beantwoord en hiervoor geen excuses heeft aangeboden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18179

    Klaagster verwijt verweerster, arts jeugdgezondheidszorg, dat zij onzorgvuldig en onprofessioneel heeft gehandeld jegens klaagster in haar onderzoek en dat verweerster een onterechte en onjuiste melding bij Veilig Thuis heeft gedaan waardoor aan klaagster en haar zoon schade is toegebracht. Het college is van oordeel dat verweerster zorgvuldig heeft gehandeld in haar onderzoek en is tevens van mening dat klaagster de stappen van de KNMG Meldcode Kindermishandeling op juiste en zorgvuldige wijze heeft doorlopen en op juiste gronden tot een melding bij Veilig Thuis kon komen. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-125

    Voorzittersbeslissing. Klagers, waaronder enkele vennootschappen, hebben meerdere curatoren, onder wie verweerder, beklaagd die betrokken zijn geweest bij vele aan klagers gelieerde faillissementen. Deze curatoren hebben advocaten en adviseurs van klagers een gezamenlijke brief gestuurd vanwege het vermoeden dat klagers vermogen onttrokken aan de failliete boedels om daarmee deze advocaten en adviseurs te betalen. Volgens klagers is deze brief intimiderend en bedoeld om klagers de toegang tot de rechter af te snijden. De voorzitter oordeelt de vennootschappen kennelijk niet-ontvankelijk in hun klacht. De klacht wordt voor het overige kennelijk ongegrond geoordeeld nu onvoldoende aannemelijk is dat verweerder als curator met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.461

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager is niet in aanmerking gekomen voor de WIA en is tegen die beslissing in bezwaar gegaan, waarbij verweerster als verzekeringsarts klager bij de hoorzitting heeft gezien en beoordeeld. Na het opvragen van aanvullende medische informatie bij een neuroloog en een expertiseverzoek uit te zetten bij een neuropsycholoog, heeft verweerster een medische rapportage opgesteld. Klager verwijt verweerster – kort gezegd – dat zij 1) een onjuiste, oneerlijke en niet objectieve rapportage heeft opgesteld, en 2) in eerste instantie niet naar de hoorzitting wilde komen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:113 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-126

    Voorzittersbeslissing. Klagers, waaronder enkele vennootschappen, hebben meerdere curatoren, onder wie verweerder, beklaagd die betrokken zijn geweest bij vele aan hen gelieerde faillissementen. Deze curatoren hebben advocaten en adviseurs van klagers een gezamenlijke brief gestuurd vanwege het vermoeden dat klagers vermogen onttrokken aan de failliete boedels om daarmee deze advocaten en adviseurs te betalen. Volgens klagers is deze brief en ander handelen van verweerder intimiderend en bedoeld om klagers de toegang tot de rechter af te snijden. De voorzitter oordeelt de vennootschappen kennelijk niet-ontvankelijk in hun klacht. De klacht wordt voor het overige kennelijk ongegrond geoordeeld nu onvoldoende aannemelijk is dat verweerder als curator met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:45 Accountantskamer Zwolle 18/2249 Wtra AK

      Voor zover de klacht inhoudt dat de accountant zijn rol als adviseur van klager heeft misbruikt, is de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn. Voor het overige is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-127

    Voorzittersbeslissing. Klagers, waaronder enkele vennootschappen, hebben verweerder beklaagd vanwege zijn optreden als advocaat van een curator die betrokken is geweest bij aan klagers gelieerde faillissementen. Volgens klagers heeft verweerder tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door een misbruikmelding te doen bij de Raad voor Rechtsbijstand, waarmee gepoogd is klagers de toegang tot de rechter af te snijden. De voorzitter oordeelt de vennootschappen kennelijk niet-ontvankelijk in hun klacht. De klacht wordt voor het overige kennelijk ongegrond geoordeeld nu niet aannemelijk is geworden dat verweerder de grenzen van de hem toekomende ruime vrijheid als advocaat van de wederpartij heeft overschreden.