Zoekresultaten 12071-12080 van de 42844 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.312

    Klagers zijn de nabestaanden van de op 74 jarige leeftijd overleden patiënt. De patiënt krijgt plotseling heftige buikpijn. Door tussenkomst van de huisarts wordt hij opgenomen in het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is als chirurg. In het ziekenhuis blijkt dat er geen sprake is van een aneurysma. Verweerder is hoofdbehandelaar en denkt – na breed overleg – aan coprostase en hyponatriëmie en voert een expectatief beleid. De volgende dag wordt – gelet op de verslechtering van de toestand van patiënt – besloten tot laparotomie waaruit blijkt dat er sprake is van een dubbele perforatie van de darm. Enkele dagen later overlijdt de patiënt aan een abdominale sepsis en multi-orgaanfalen. Klagers verwijten verweerder dat 1) hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en onvoldoende zorg heeft geboden ten gevolge waarvan patiënt is overleden, 2) door hem een onjuiste en onvolledige status is bijgehouden, en 3) hij geen rekening heeft gehouden met de cardiale comorbiditeit van patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 2 gegrond verklaard en de arts daarom de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingestelde beroep tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdelen 1 en 3. Het incidenteel beroep van verweerder tegen de gegrondverklaring van klachtonderdeel 2 slaagt. Dit betekent dat de klacht alsnog in zijn geheel ongegrond is en dat de in eerste aanleg opgelegde maatregel komt te vervallen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:226 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/286

    Klaagster is de oud-werkgever van verweerder. Zij verwijt hem grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van één of meerdere minderjarige cliënten. gegrond: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:196 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-688

    De raad oordeelt het verzet ongegrond. Het stond verweerster in de gegeven omstandigheden vrij om telefonisch met klager te communiceren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:221 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-337

    De klacht is kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder klager onvoldoende heeft geïnformeerd over het verloop van de procedure in het hoger beroep. Tevens is niet gebleken dat klager op enig moment verweerder heeft verzocht om toezending van de stukken ten behoeve van een in te stellen cassatie en dat als gevolg van het niet toezenden van die stukken de cassatieadvocaat geen cassatie in heeft kunnen stellen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:202 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-147

    Een advocaat in familiekwesties moet in het algemeen waken voor onnodige polarisatie tussen de ex-echtelieden. Voorts mag van de advocaat een bepaalde mate van terughoudendheid worden verwacht, juist omdat ook andere belangen dan de belangen van partijen in de procedures een grote rol kunnen spelen, met name belangen van de kinderen. In dat licht bezien kan de voorzitter enig begrip opbrengen dat klager de wijze waarop verweerster namens zijn ex-partner de door haar cliënte gewenste aanpassing van de zorgregeling heeft gepresenteerd als intimiderend heeft ervaren. Daar staat echter tegenover dat 1) verweerster uiteen heeft gezet dat er met hulp van eigen raadgevers daadwerkelijk aanvullende afspraken over de omgang tussen klager en de kinderen waren gemaakt die door de kinderen waren geaccordeerd, 2) door klager niet wordt ontkend dat er over aanpassing van de zorgverdeling is gesproken en 3) uit de toelichting van klager op de klacht blijkt dat hij ook er ook zelf rekening mee hield dat de aanvulling tot stand was gekomen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-885

    Klacht over eigen advocaat. Door klaagster een factuur voor zijn werkzaamheden te sturen terwijl er al een toevoeging was aangevraagd, heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:228 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-344

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster opzettelijk informatie over de ondertekening van de koopovereenkomst heeft verzwegen dan wel onjuiste informatie daarover heeft verstrekt. Ook is niet gebleken van enig door klaagster geleden nadeel. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:209 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-294

    Het staat een advocaat vrij om de ernst van een verzoek van zijn cliënt kracht bij te zetten door rechtsmaatregelen in het vooruitzicht te stellen. Een advocaat is niet verplicht om de NAW gegevens van zijn cliënt aan de wederpartij te verstrekken, noch om correspondentie aangetekend aan de wederpartij te verzenden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:190 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-545

    De raad oordeelt het verzet gedeeltelijk, ten aanzien van  twee klachtonderdelen, gegrond en die klachtonderdelen ook. Verweerder heeft bij klager een misverstand laten ontstaan over de (on)mogelijkheden van een getuigenverhoor. Schriftelijke vastlegging van gesprekken daarover ontbreekt (Gedragsregel 8 oud). Daarnaast is verweerder in zijn zorg jegens klager tekortgeschoten door klager onjuist te informeren dat de zaak bij het gerechtshof voor arrest stond, terwijl dat nog niet het geval was. Als gevolg daarvan heeft klager niet alsnog de gewenste aanvullende informatie in de procedure kunnen brengen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:274 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.389

    De klacht heeft betrekking op de in 2017 overleden echtgenote van klager (patiënte). Verweerder, vaatchirurg, heeft patiënte geopereerd aan een naadaneurysma. De klacht bestaat uit 14 onderdelen. In eerste aanleg is klachtonderdeel 8 gegrond verklaard en aan de arts de maatregel van berisping opgelegd. Kort gezegd oordeelde het Regionaal Tuchtcollege dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door, toen bleek dat bij patiënte in de avond na de ingreep sprake was van een sterk verhoogde lactaatwaarde, te kiezen voor het laten uitvoeren van een sigmoïdscopie in plaats van een CTA. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in deze beslissing niet vinden en vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege daarom in zoverre. Daarmee slaagt het door de arts ingestelde beroep. Het door klager ingestelde incidenteel beroep, dat zich richt tegen de ongegrondverklaring van de klachtonderdelen 1, 4 en 11, wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen. De klacht wordt dus alsnog in zijn geheel ongegrond verklaard en de in eerste aanleg opgelegde maatregel komt te vervallen.