Zoekresultaten 11631-11640 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-764

    Klaagster, administrateur van een arbitrage stichting, verwijt verweerder dat hij zijn geheimhoudingsplicht jegens haar heeft geschonden. Verweerder  wordt naar oordeel van de voorzitter beklaagd als derde, want partij in geschil met ex-vennoot van het advocatenkantoor die rechtsmaatregelen heeft laten treffen door ander advocatenkantoor onder meer door derdenbeslag onder klaagster. Dat klaagster cliënte van (het kantoor van) verweerder is geweest, is de voorzitter niet gebleken. Voor klacht schending van geheimhouding jegens derden  betreft, is klaagster kennelijk niet-ontvankelijk bij gebreke van een eigen belang daarbij. Noemen van naam van klaagster en toelichting in (derden)beslagrekest noodzakelijk en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Niet valt in te zien waarom verweerder de rechtsmaatregelen niet mocht treffen. Civiel geschil. Klachten voor overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:173 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-765 17-766

    De raad oordeelt het verzet ongegrond. Dat de deken in het voorstadium de klachten van klaagster in 4 klachtzaken heeft gesplitst behoort tot de eigen beleidsvrijheid van de deken. De raad heeft die 4 zaken op verzoek gevoegd ter zitting behandeld, maar oordeelt daarover in aparte beslissingen vanwege de onderling verschillende verwijten. Geen sprake van civiel bewijsaanbod in tuchtzaken, terwijl klaagster bovendien voldoende gelegenheid heeft gehad om stukken in de procedure te brengen. Naam van klaagster in processtuk als derde-beslagene noodzakelijk en niet in strijd met privacy. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-695

    Klager, die naast cliënt van verweerster ook door middel van een proefplaatsing via het UWV bij verweerster op kantoor werkzaam was, verwijt verweerster dat zij na het beëindigen van de proefplaatsing klager pas heeft laten weten dat het namens hem ingediende verzoek ex art 89 Sv geen enkele kans van slagen had, dat verweerster zich te laat heeft onttrokken en zijn dossier te laat aan hem heeft toegestuurd. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager niet vooraf schriftelijk te wijze op de geringe kans van slagen van zijn verzoek ex art 89 Sv. Verweerster heeft ook tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich pas op vrijdagmiddag om 16:44 uur per e-mail te onttrekken terwijl zij eerder diezelfde dag nog had aangegeven klager de daaropvolgende maandag wel ter zitting bij te zullen staan. Verweerster heeft ook de dossiers van klager te laat aan hem toegezonden. Klacht deels gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee maanden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/158

    Verweerster heeft een deelonderzoek verricht bij klager in het E (E) en heeft een rapportage uitgebracht. Klager verwijt verweerster dat zij onzorgvuldig en ondeskundig heeft gehandeld door: 1) het onderzoek door te laten gaan ondanks dat klager had vermeld dat hij de nacht ervoor bijna niet had geslapen en 2) een zeer tegenstrijdige en dubbelzinnige 15-woorden test af te nemen. Verweerster heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:50 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/355265 KL RK 19-85

    Benoeming stille bewindvoerder die de notaris advies en begeleiding geeft bij de bedrijfsvoering.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-063e

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een klinisch psycholoog. Niet gebleken dat de aanname van klaagster als patiënt en de ingezette behandeling na deze overname van klaagster als patiënt onjuist of niet geschikt was. Ook toen klaagster deze behandeling kort na de opstart beëindigde, is voor voldoende achtervang gezorgd. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/253

    Klager verwijt verweerder dat hij hem ten onrechte wilsombekwaam heeft laten verklaren alsmede dat hij hersenletsel heeft opgelopen van de antipsychotica. Verweerder voert verweer. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-061

    Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Met de door haar opgestelde verklaringen uit 2010 en 2015 aan de ex-echtgenoot van klager over hun minderjarige kind (welke verklaringen later in verschillende procedures rondom echtscheiding, gezag en omgang zijn gebruikt), waarin de gz-psycholoog ook komt tot een oordeel en advies, zij uitgaat van de verklaring van de ex-echtgenoot en geen toestemming heeft gevraagd klager, heeft zij onzorgvuldig gehandeld. Bij de laatste verklaring heeft zij ten onrechte geweigerd de rapportage aan klager te verstrekken terwijl hij als enig gezaghebbende ouder daar wel recht op had. Klacht gegrond verklaard. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/157

    Verweerster is werkzaam in het E (E) en heeft, tezamen met een psychiater, een rapportage uitgebracht over klager. Klager verwijt verweerster dat zij de gedragscode NRGD heeft geschonden en onzorgvuldig en ondeskundig heeft gehandeld. Zo wordt verweerster onder meer verweten dat zij de verplichte NRGD-registratie niet heeft vermeld in het E-rapport, dat zij vertrouwelijke gegevens bestemd voor de advocaat via de rapportage inzichtelijk heeft gemaakt aan de rechtbank, dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling en partijdigheid naar een collega toe en dat zij ten onrechte het rapport van de klinisch neuropsycholoog bij de rapportage heeft betrokken. Verweerster heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:188 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-067a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een klinisch psycholoog. De aangeboden medicatie is juist in lijn met het rapport van de second opinion. Geen aanwijzingen voor dwangmedicatie. Bovendien heeft de klinisch psycholoog bij het aanbieden van de medicatie geen bemoeienis gehad. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.