Zoekresultaten 17581-17590 van de 42265 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1723

      Klaagster verwijt verweerder weigering plasmedicatie voor te schrijven en te laat insturen naar het ziekenhuis. Uit het dossier blijkt dat verweerder geprobeerd heeft oedeem te behandelen en op goede gronden toediening van diuretica achterwege heeft gelaten. Niet is komen vast te staan dat verweerder nalatig is geweest met insturen patiënte. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:147 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-856

    De raad oordeelt het verzet tegen een voorzittersbeslissing ongegrond. Volgens klaagster heeft verweerster artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens overtreden door de persoonlijke e-mail van klaagster, gericht aan de waarnemer van verweerster, te openen en door te sturen naar hem en haar cliënten. Anders dan klaagster meent, kan niet zo algemeen worden gesteld dat elke overtreding van een rechtsregel door een advocaat in iedere situatie tuchtrechtelijk laakbaar is. Dat is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft in het midden gelaten of sprake was  van een overtreding van de Wbp. De voorzitter kon dat doen omdat, daargelaten het antwoord op de vraag of van een overtreding sprake is, niet valt in te zien waarom verweerster, tegen de achtergrond van de in de beslissing van de voorzitter vermelde omstandigheden, de e-mail van 1 juni 2016 niet mocht openen en niet mocht doorzenden aan haar cliënten, zoals zij heeft gedaan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:180 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170154

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet. Het beklag is ongegrond. Klaagster heeft niet onderbouwd dat, gelet op de voorgeschiedenis en de negatieve advisering van een drietal advocaten, de procedure die zij wenst te voeren kans van slagen heeft. Voor zover klaagster bijstand van een advocaat wenst voor het doen van aangifte dan wel het voeren van een artikel 12 Sv procedure, geldt dat hiervoor niet is vereist dat klaagster wordt bijgestaan door een advocaat en dus niet is voldaan aan de in artikel 13 Advocatenwet gestelde voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:141 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-463

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond in alle onderdelen. Verweerder heeft het geschil van klager met de gemeente over de door hem vermeend geleden schade door onterechte beëindiging van de bijstandsuitkering, en daarna in het schuldhulpverleningstraject, conform de verstrekte opdracht met voldoende zorg jegens klager behartigd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:255 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.097

      Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Dat tijdens de wortelkanaalbehandeling een perforatie is ontstaan en dat daarna tijdens de extractie van het element een breuk is opgetreden, zijn complicaties waarvan de tandarts geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De tandarts heeft klager voldoende geïnformeerd over de gevolgen van een extractie.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-316

    Voorzittersbeslissing: naar het oordeel van de voorzitter is de klacht tegen de advocaat van klager tegen de advocaat van zijn  wederpartij in een civiel geschil kennelijk ongegrond. Grenzen vrijheid niet overschreden, want mocht als partijdig advocaat adviseren om een faillissementsverzoek in te dienen, samen met de cliënt van kantoorgenoot. Dat verweerder na afwijzing van het verzoek tot faillietverklaring alsnog in opdracht van zijn cliënte een bodemprocedure heeft gestart kan hem evenmin als partijdig advocaat tuchtrechtelijk worden verweten.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1739d

      Klager verwijt verweerder kokervisie en zware nalatigheid ten gevolge waarvan zijn echtgenote is overleden. Verweerder heeft bij t riagist binnen gekomen melding niet als levensbedreigend of spoedeisend aangemerkt gezien anamnestische informatie en eerdere contacten met huisartsenpost. Verweerder mocht patiënte kort voor einde dienst op huisartsenpost verwijzen naar eigen huisarts. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:148 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-285

    Voorzittersbeslissing; de voorzitter oordeelt een klachtonderdeel niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding ex art. 46g lid 1 Advocatenwet. De overige verwijten oordeelt de voorzitter kennelijk ongegrond. Verweerder heeft als partijdig advocaat van de wederpartij gedaan wat van hem als advocaat verwacht mocht worden en is de grenzen van de hem toekomende vrijheid daarbij niet overschreden. 

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1743

      Huisarts wordt onder meer verweten dat hij de huidinfectie erysipelas niet volgens de richtlijnen heeft behandeld en dat hij bij aanhoudende klachten geen rationele behandeling heeft uitgevoerd, onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van het tijdig stellen van de diagnose endocarditis en tekortgeschoten is in zijn nazorgtaak. Klacht mist deels feitelijke grondslag. Gelet op de geleidelijke toename van de gezondheidsklachten, de weinig specifieke symptomen, de afwezigheid van aanwijzingen voor cardiale problematiek, is het missen van de diagnose endocarditis niet verwijtbaar. Wel tekortgeschoten in nazorgtaak: onvoldoende danwel inadequate stappen gezet om in contact te treden met klager. Deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:181 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170106

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet. Het beklag is ongegrond. Klaagster heeft de deken onvoldoende inzicht verschaft in de zaak waarvoor zij bijstand van een advocaat wenst. De deken heeft niet kunnen toetsen of verplichte rechtsbijstand van een advocaat is voorgeschreven, zodat niet kan worden vastgesteld of is voldaan aan de eisen die artikel 13 Advocatenwet stelt.