Zoekresultaten 10501-10510 van de 42265 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668217 / DW RK 19/319

      De klacht ziet op het niet behalen van de benodigde aantal PE-punten. De kamer overweegt dat het in dit specifieke geval tot op zekere hoogte verschoonbaar is dat klager zijn verplichting tot het behalen van de benodigde aantal PE-punten uit het oog is verloren en niet is nagekomen. Klacht gegrond, maatregel van berisping. De kamer ziet af van het opleggen van een geldboete, omdat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een serieus draagkrachtprobleem heeft en hij bovendien al wordt veroordeeld in de kosten van de procedure. Oplegging van de gebruikelijke boete zou in dit specifieke geval onevenredig leedtoevoegend zijn.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2020:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/61

    Klacht tegen arts, werkzaam als somatisch arts binnen een GGZ-instelling. Klager, verblijvende in die instelling, verwijt de arts dat deze geen actie heeft ondernomen naar aanleiding van afwijkende bloedwaarden, ondanks dat hiertoe was geadviseerd door de klinisch chemicus. Hierdoor is bij klager pas anderhalf jaar later leukemie geconstateerd. Het college verklaart de klacht gegrond en waarschuwt verweerder. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/375

    Klager verwijt verweerder, oogarts, twee staaroperaties onzorgvuldig te hebben uitgevoerd, waardoor klager aan een oog nog verziend is en aan het andere oog bijziend. Verweerder voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-214

    Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk tegen een huisarts. Beklaagde heeft gehandeld conform de NHG-Standaard Lumbosacraal radiculair syndroom door klager na lichamelijk onderzoek en de diagnose Lumbosacraal Radiculair Syndroom met als differentiaal diagnose HNP, pijnstillers voor te schrijven en hem door te verwijzen naar een fysiotherapeut. Het was niet te verwachten dat klager op korte termijn naar een neuroloog zou worden doorverwezen, zodat beklaagde niet verweten kan worden dat zij niet aan klager heeft laten weten wat hij kon verwachten van een bezoek aan de neuroloog. Ten aanzien van de klacht die betrekking heeft op het verwijt aan de huisarts in opleiding, geldt in deze dat die zelf verantwoordelijk is voor zijn handelen. Klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-170

    Ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is als naaste van de patiënte ontvankelijk in haar klacht. Uit het medisch dossier is niet gebleken van enige psychische stoornis en derhalve ook niet van een stoornis die van invloed zou kunnen zijn geweest op de wilsbekwaamheid de patiënte. Zo er al sprake zou kunnen zijn geweest van een psychische stoornis is niet gebleken dat beklaagde hiermee rekening had kunnen houden. Op basis van hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling alsmede op basis van het medisch dossier en de andere overgelegde [medische] informatie kon en mocht beklaagde ervan uitgaan dat in de namiddag van 21 juni 2019 bij patiënte de terminale fase was aangebroken en heeft hij het medicatiebeleid daar op juiste en tijdige wijze ingericht. Beklaagde heeft de pijn en angst van de patiënte bestreden en zij is uiteindelijk in haar slaap overleden. Evenmin kan worden gezegd dat beklaagde in de periode van 21 juni tot en met 23 juni 2019 onzorgvuldig heeft gecommuniceerd met klaagster. Klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:17 Accountantskamer Zwolle 19/735 Wtra AK

    Klacht naar aanleiding van de toetsing van de kwaliteit van het kantoor. Betrokkene wordt aangerekend dat de toetsing van 24 oktober 2017 na een eerder negatief eindoordeel over het kwaliteitsstelsel van het kantoor wederom tot een negatief eindoordeel heeft geleid. Daarbij had hij het stelsel in vergaande mate niet op orde en wel zodanig dat de situatie waarin de praktijk zich bevindt, zeer zorgelijk is. Betrokkene heeft daarbij nagelaten zijn in het verbeterplan van maart 2016 neergelegde voorgenomen plannen tot verbetering daadwerkelijk te realiseren. Hij heeft er al sinds de eerdere toetsing in 2010 geen blijk van gegeven het belang en noodzaak in te zien om te voldoen aan de eisen die worden gesteld aan het kwaliteitssysteem van zijn praktijk. Die indruk is versterkt door het beroep van betrokkene op de context waarin hij zijn praktijk uitvoert. Zijn pleidooi dat zijn focus inmiddels wel primair op de verbetering van die praktijk is gericht kan hem gelet op de uitkomst van de toetsing niet meer baten. Maatregel: doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers met de bepaling dat betrokkene zich niet binnen een periode van achttien maanden na de datum van ingang van de doorhaling opnieuw in het register kan inschrijven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:18 Accountantskamer Zwolle 19/948 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die geen deel uitmaakte van team dat controlewerkzaamheden verrichtte, maar is geraadpleegd door de tekenend accountant. Geen sprake van formele consultatie. Niet kan worden vastgesteld dat betrokkene tekort is geschoten. Klacht ongegrond.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:19 Accountantskamer Zwolle 19/1022 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die deel uitmaakte van team dat controlewerkzaamheden verrichtte. De jaarrekening bevat een aantal (schrijf)fouten maar deze zijn niet van dien aard dat de jaarrekening geen getrouw beeld geeft. De overige punten waarop de jaarrekening volgens klager niet klopt zijn door betrokkene gemotiveerd weersproken. Ook is overigens niet gebleken dat betrokkene een verwijt kan worden gemaakt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:15 Accountantskamer Zwolle 19/275, 19/276, 19/277 Wtra AK

    Klacht over accountantscontrole van twee middelgrote rechtspersonen. Tijdens de controle is discussie ontstaan over de waardering van lopende projecten en correcties waardoor accountant afkeurende verklaring overwoog. Klaagster klaagt over voorlichting door de accountant over de controleverschillen en de consequenties daarvan voor de afgifte van de verklaring en over het niet verstrekken van informatie over het teruggeven van de opdracht. Volgens klaagster is er druk op haar uitgeoefend in verband met prijsafspraken. Ook zou vertrouwelijke- en onjuiste informatie in een dagvaarding tot betaling van de facturen (artikel 16 VGBA en artikel 21 RV) zijn vermeld. Op onjuiste gronden zou een oordeelonthouding zijn afgegeven en is ook geweigerd om het accountantsdossier ter beschikking te stellen. De klacht is in alle onderdelen ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:16 Accountantskamer Zwolle 19/554 Wtra AK

    Klachten over controle jaarrekeningen en jaaropgaven niet voldoende onderbouwd en daarom ongegrond.