Zoekresultaten 18271-18280 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 182/2016

      klacht tegen oogarts. Complicatie bij staaroperatie bij patent met syndroom van Wagner. Informed consent. Geen tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 644.2016

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:109 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-954/DH/DH

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:88 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1005.2016

    Beslissing op verzet. Klaagster stelt dat er ten onrechte beslag op haar inkomen en het vakantiegeld is gelegd ten aanzien van een vordering op haar echtgenoot. Klaagster stelt enkel als getuige aanwezig te zijn geweest bij e ondertekening van de hypotheekakte. Dit blijkt echter niet uit de akte. Ook klaagster wordt in die akte aangeduid als geldnemer/hypotheekgever en is volgens diezelfde akte hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele schuld. Dat de notaris de akte naar zeggen van klaagster niet juist heeft opgesteld kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:204 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.459

      Klacht tegen orthopeed. Klaagster is aan haar knie geopereerd door verweerster en een arts in opleiding tot orthopeed gezamenlijk. Tijdens de operatie is bij klaagster een insert van 10mm in de knie geplaatst. Postoperatief is de laxiteit van het kniegewricht door een tweede collega van verweerster getest en is de knie door die collega instabiel bevonden waarna is besloten de knie direct weer te opereren. Bij de tweede operatie is een insert van 17mm geplaatst. Klaagster stelt in beroep – zakelijk weergegeven – dat er tijdens de eerste operatie door verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld en voorts dat er geen indicatie was voor een tweede operatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. In beroep oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat de laxiteit van het kniegewricht tijdens de eerste operatie weliswaar verkeerd is beoordeeld maar het college acht dit gegeven, gelet op het snelle en adequate handelen van verweerster nadien, niet zodanig zwaarwegend dat haar daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 744.2016

    Beslissing op verzet. De voorzitter is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1135.2015

      Nu de gerechtsdeurwaarder beschikt over het arrest waarin klager sub 1 is veroordeeld in de proceskosten, is zij terecht overgegaan tot het in rekening brengen van de nakosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:76 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 117.2016

    De klacht dat sprake zou zijn van oneigenlijk gebruik van het beslag kan niet worden vastgesteld. De kamer acht de klacht gegrond vanwege het niet tijdig en adequaat reageren op e-mailberichten van klaagster. Er wordt wel een verklaring gegeven door de gerechtsdeurwaarder, maar dat is geen rechtvaardiging.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:89 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1006.2016

    Beslissing op verzet. Klager stelt dat hij slachtoffer is van hypotheekfraude en tevens onder meer dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag op het inkomen van zijn echtgenote heeft gelegd. Klager stelt dat hij en zijn vrouw op huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd en dat zij enkel als getuige aanwezig was bij de ondertekening van de hypotheekakte. De Kamer stelt vast dat dit niet uit de akte blijkt, want daarin worden klager en zijn echtgenote beiden als geldnemer/hypotheekgever aangeduid en ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens de ban voor de gehele schuld. De Kamer overweegt verder dat indien klager problemen heeft met de bank, hij zich tot de bank dient te wenden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:110 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-926/DH/DH

    Beslissing op verzet. De raad verenigt zich met de beslissing van de voorzitter. Verzet ongegrond.