Zoekresultaten 11421-11430 van de 42319 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:288 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.451

    Klacht tegen chirurg. De chirurg heeft in 2011 bij de echtgenoot van klaagster de rechterlong verwijderd. Nadien verbleef de echtgenoot ongeveer zes weken op de Intensive Care-afdeling. Vervolgens is besloten dat voor de verdere nazorg overplaatsing naar een ander ziekenhuis in de nabijheid van de woonplaats van de echtgenoot zou plaatsvinden. De chirurg heeft hier tezamen met een andere arts (eveneens aangeklaagd, C2018.452) toestemming voor gegeven. De echtgenoot is op de dag van de overplaatsing in het andere ziekenhuis overleden. Klaagster verwijt de chirurg dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door te besluiten haar echtgenoot over te plaatsen en voorts dat voorafgaand aan de overplaatsing de toestand van haar echtgenoot meer expliciet had moeten worden besproken. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-2

    Klacht tegen gynaecoloog (11 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-5

    Klacht tegen gynaecoloog (12 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:289 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.452

    Klacht tegen anesthesioloog. In 2011 is bij de echtgenoot van klaagster de rechterlong verwijderd. Nadien verbleef de echtgenoot ongeveer zes weken op de Intensive Care-afdeling. Vervolgens is besloten dat voor de verdere nazorg overplaatsing naar een ander ziekenhuis in de nabijheid van de woonplaats van de echtgenoot zou plaatsvinden. De anesthesioloog heeft hier tezamen met een andere arts (eveneens aangeklaagd, C2018.451) toestemming voor gegeven. De echtgenoot is op de dag van de overplaatsing in het andere ziekenhuis overleden. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door te besluiten haar echtgenoot over te plaatsen en voorts dat voorafgaand aan de overplaatsing de toestand van haar echtgenoot meer expliciet had moeten worden besproken. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-119b

    Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopeed (destijds AIOS) heeft uitsluitend assistentie verleend aan de orthopedisch chirurg bij de operatie. Over de voorbereiding en de nazorg kunnen hem daarom geen verwijten worden gemaakt. De hoofdbehandelaar was verantwoordelijk voor de keuze van de behandelmethode, het is niet de taak van een AIOS om de behandelkeuzes te controleren of ter discussie te stellen. Klacht ongegrond verklaard

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:217 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-111a

    Ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog was betrokken bij de time-outprocedure vlak voor de operatie van klaagster. Hij had geen aanleiding om aan de eerdere beoordeling wat betreft de doorgang te twijfelen. Ook waren er na de eerdere beoordeling geen veranderingen aanwezig. Het grootste risico van de ziekte van klaagster (Polycythemia Vera) bij een operatie bestaat in het ontstaan van trombose en dit risico was door het gebruik van Ascal voldoende weggenomen. De genoemde vermelding van de PV in het dossier behoefde de anesthesioloog, mede gelet op de verdeling van de verantwoordelijkheid voor de anesthesie, niet toe te brengen hiervan expliciet mededeling te doen aan de operateur, noch om te adviseren alsnog te beslissen dat de operatie niet kon worden uitgevoerd. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:283 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.038

    Klacht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv-er), verpleegkundige en een psychiater. De beklaagde sociaal psychiatrisch verpleegkundige is werkzaam in een FACT-team van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Klaagster was in beeld bij het sociaal team dat een beroep heeft gedaan op de instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Eerst heeft de spv-er samen met de verpleegkundige klaagster benaderd om te kunnen beoordelen of bemoeizorg zou moeten worden verleend. Later heeft de spv-er klaagster nogmaals samen met de psychiater trachten te bezoeken. De klacht van klaagster houdt in dat de spv-er zonder enige behandelingsovereenkomst klaagster heeft lastiggevallen en de privacy en persoonlijke levenssfeer van klaagster heeft geschonden. Ook zijn er gegevens van klaagster opgenomen in een dossier van de instelling, terwijl klaagster daar geen toestemming voor heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-098

    Ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog was er niet van op de hoogte dat er bloedonderzoek was aangevraagd. Als hij dat wel had geweten of als hij zelf onderzoek had aangevraagd, dan had hij dit niet zelf kunnen beoordelen omdat hij de dag erna geen dienst had. Zo valt de anesthesioloog dus ook niet te verwijten dat hij van die uitslag geen melding in het dossier heeft gemaakt. De ter zitting toegelichte taakverdeling en werkwijze acht het College aannemelijk. Het was niet nodig om navraag te doen naar eerdere uitslagen van bloedonderzoek. Klacht ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:218 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-111b

    Ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog was betrokken bij de time-outprocedure vlak voor de operatie van klaagster. Zij was op dat moment in opleiding en werkte onder verantwoordelijkheid van de dienstdoende anesthesioloog. Zij had geen aanleiding om aan de eerdere beoordeling wat betreft de doorgang te twijfelen. Ook waren er na de eerdere beoordeling geen veranderingen aanwezig. Het grootste risico van de ziekte van klaagster (Polycythemia Vera) bij een operatie bestaat in het ontstaan van trombose en dit risico was door het gebruik van Ascal voldoende weggenomen. De genoemde vermelding van de PV in het dossier behoefde de anesthesioloog, mede gelet op de verdeling van de verantwoordelijkheid voor de anesthesie, niet toe te brengen hiervan expliciet mededeling te doen aan de operateur, noch om te adviseren alsnog te beslissen dat de operatie niet kon worden uitgevoerd. Klacht ongegrond verklaard. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:284 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.039

    Klacht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv-er), verpleegkundige en een psychiater. De verpleegkundige is werkzaam in een FACT-team van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Klaagster was in beeld bij het sociaal team dat een beroep heeft gedaan op de instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Eerst heeft de spv-er samen met de verpleegkundige klaagster benaderd om te kunnen beoordelen of bemoeizorg zou moeten worden verleend. Later heeft de spv-er klaagster nogmaals samen met de psychiater trachten te bezoeken. De klacht van klaagster houdt in dat de verpleegkundige zonder enige behandelingsovereenkomst klaagster heeft lastiggevallen en de privacy en persoonlijke levenssfeer van klaagster heeft geschonden. Ook zijn er gegevens van klaagster opgenomen in een dossier van de instelling, terwijl klaagster daar geen toestemming voor heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.  Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.