Zoekresultaten 21221-21230 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:116 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 54/15

    Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond. Niet gebleken dat verweerder bemoeienis heeft gehad met de zaak van klaagster, die in behandeling was bij een kantoorgenoot van verweerder.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:129 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-249

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:306 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24/15

    Voorzitterbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:142 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-315

    Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening. Verweerder heeft een rekenfout gemaakt in de dagvaarding. Gelet op de handelwijze van verweerder nadat de fout is ontdekt is de raad van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van de rekenfout. De wederpartij van klager heeft een te hoog bedrag op de derdengeldrekening van verweerder gestort. Verweerder heeft dat bedrag niet aan klager doorbetaald, terwijl hij in een eerder stadium aan de wederpartij had laten weten dat hij het bedrag aan klager zou doorbetalen indien de wederpartij geen gerechtelijke procedure aanhangig zou maken. De raad acht deze handelwijze van verweerder niet klachtwaardig. Verweerder had een eigen verantwoordelijkheid. Het bedrag was onverschuldigd betaald en de wederpartij had inmiddels een klacht tegen verweerder ingediend over de kwestie. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:123 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 50/15

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzittersbeslissing is binnen de destijds geldende termijn van 30 na binnenkomst van de klacht gegeven. Door een vergissing is enige tijd verstreken alvorens de beslissing aan partijen is verstuurd. Verder heeft de voorzitter aan zijn oordeel de juiste maatstaf ten grondslag gelegd.Geen strijd met art.6 EVRM. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-546

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet gegrond omdat de voorzitter ten onrechte heeft geoordeeld dat klacht over gemaakte afspraak (om verbeurde dwangsommen niet te innen), niet is gemaakt op grond van het feit dat deze afspraak niet in het proces-verbaal is vermeld. Klacht vervolgens on gegrond, omdat de litigieuze afspraak niet is komen vast te staan, waarbij de voorzitter zich op het proces-verbaal heeft gebaseerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-223

    Verzet tegebn voorzittersbeslissing. Klager verwijt verweerster ten onrechte dat zij te kort is geschoten in haar dienstverlening waardoor de hem opgelegde IBS is verlengd. Klager heeft zijn verwijten niet nader onderbouwd en verweerster heeft de verwijten gemotiveerd en onderbouwd bestreden. De raad beoordeelt het verzet  ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:300 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 107/14

    Klacht over advocaat wederpartij die mededelingen zou hebben gedaan over inhoud van schikkingsonderhandelingen in processtukken.. Deels ongegrond, waar enkel wordt gemeld dat een bepaald onderwerp onbespreekbaar was tussen partijen, deels gegrond voor zover over de inhoud van de onderhandelingen mededelingen worden gedaan;. Niet gebleken is van onjuiste fmededelingen aan de rechter. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:307 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 50/15

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Deels kennelijk niet-ontvankelijjk wegens termijnoverschrijding; deels kennelijk ongegrond. Verweerster mocht o.g.v. een rechterlike beslissing) executiemaatregelen nemen om haar vordering op klaagster te innen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-284

    Klaagster verwijt verweerster dat zij niet wil instaan voor de door klaagster gemaakte kosten als deskundige. Verweerster heeft volgens klaagster Gedragsregel 32 daarom overtreden. Dit is echter niet juist. Verweerster heeft immers de diensten van klaagster niet ingeroepen zoals bedoeld in die regel. Integendeel: klaagster heeft haar diensten zelf aangeboden. Klaagster heeft op geen enkele wijze aan verweerster kenbaar gemaakt dat zij van verweerster een vergoeding voor haar diensten verwachtte. Zij ging er kennelijk van uit dat de Staat die kosten voor haar rekening zou nemen. Vast staat dat er geen overeenkomst tussen klaagster en verweerster is gesloten over de door klaagster te verrichten werkzaamheden en de daarvoor in rekening te brengen kosten. De klacht is daarom niet terecht. Klacht ongegrond.