Zoekresultaten 21101-21110 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-631/DH/RO

    Klacht eigen advocaat. Verweerder heeft zonder goede reden en zonder daarover zijn cliënte te informeren nagelaten griffierechten te betalen ten behoeve van het hoger beroep. Dit betreft een ernstige beroepsfout. Voorts heeft verweerder klaagster misleid, althans de voor zijn risico komende  schijn gewekt, klaagster hierover te willen misleiden, door te stellen dat het hoger beroep om goede redenen niet was doorgezet en door haar geen afschrift van het arrest te sturen. Dit zijn wezenlijke tekortkomingen in de kwaliteit van de dienstverlening. Gelet hierop acht de raad de maatregel van een berisping passend en geboden. Voorts acht de raad, gelet op de laconieke houding van verweerder met betrekking tot dit handelen ten opzichte van zijn cliënte, het opleggen van een voorwaardelijke geldboete, gekoppeld aan een proeftijd, aan de orde. Dit teneinde verweerder ervan te doordringen dat hij ernstig tekort is geschoten in de zorg voor zijn cliënte en om hem ervan te weerhouden nogmaals in voormelde zin tuchtrechtelijk verwijtbaar te handelen. Tevens kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden KL RK 2016-17

      Onder verwijzing naar ECLI:NL:GHAMS:2012:CA wordt vastgesteld dat ook in het tuchtrecht het ne-bis-in-idem beginsel geldt: het handelen/nalaten van de notaris in een bepaald feitencomplex kan slechts eenmaal tuchtrechtelijk worden getoetst. In de voorliggende zaak stelt klaagster naar het oordeel van de kamer een tuchtrechtelijk al eerder getoetst feitencomplex aan de orde. In zoverre is klaagster niet-ontvankelijk. Voor zover klaagster daarnaast klaagt over onjuiste uitbetaling: klacht ongegrond aangezien (de rechtsbijstandverlener van) klaagster daarvoor de notaris zelf ongeclausuleerd toestemming gegeven heeft.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 305/2015

      Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar medisch dossier had zoekgemaakt. Klaagster was enkele malen van huisarts veranderd en verweerster was van Micro-His naar Medicom overgegaan. Dossier uiteindelijk gevonden. Vaker voorkomend probleem. Klacht kennelijk ongegrond, wel publicatie.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-250d

      Ongegronde klacht nabestaanden overleden patiënte tegen huisarts. Arts zou patiënte ervan hebben overtuigd dat zij geen overgewicht had en dus niet hoefde af te vallen. Uit medisch dossier blijkt het tegendeel. Niet gebleken dat arts patiënte naar een specifiek ziekenhuis heeft verwezen voor onderzoek naar knobbel onder oksel. Dat arts patiënte niet heeft doorverwezen voor een second opinion niet verwijtbaar. Arts had in bijzijn patiënte de behandelend specialist gebeld en de informatie met patiënte besproken. Behoefte aan second opinion daarna niet meer ter sprake gekomen. Tussenkomst huisarts daartoe ook niet nodig. Huisarts ruimschoots voldoende voortvarend gehandeld na eerste bezoek in verband met knobbel onder oksel, verwijzing voor echo, uitslag echo en eerste bezoek aan mammapoli. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 292/2015

      Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder stukken uit het dossier heeft gewist of heeft nagelaten relevante gegevens te noteren. Verweerder heeft in het stervensproces zorgvuldig gehandeld. Van een bij patiënt bestaan allergie voor dormicum die bij verweerder bekend had moeten zijn is niet gebleken. Niet aannemelijk geworden dat verweerder met SCEN-arts bij patiënt is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-250e

      Ongegronde klacht nabestaanden overleden patiënte tegen huisarts. Onterecht verwijt dat arts patiënte met haar pijnklachten niet meteen naar het ziekenhuis heeft teruggestuurd, wetende dat het om een kankerpatiënte ging. Arts heeft naast osteoporose en hernia ook metastasen als mogelijke oorzaken gezien en genoteerd. Arts heeft deugdelijk behandelplan opgesteld en uitgewerkt. Meest voor de hand liggende onderzoeken verricht, laten testen op urineweginfectie en pijnstilling voorgeschreven. Röntgenfoto’s laten maken om een aantal oorzaken, ook metastasen, uit te sluiten en pijnstilling aangepast. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 029/2016

      Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klaagster is niet ontvankelijk in de door haar algemene geformuleerde klachten die niet geconcretiseerd zijn jegens verweerder. De beslissing tot dwangbehandeling is in de Wet BOPZ met waarborgen omkleed. De door verweerder genomen beslissing tot dwangbehandeling is verdedigbaar.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 293/2015

      Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder stukken uit het dossier heeft gewist of heeft nagelaten relevante gegevens te noteren. Verweerder heeft in het stervensproces zorgvuldig gehandeld. Van een bij patiënt bestaan allergie voor dormicum die bij verweerder bekend had moeten zijn is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-250a

      Ongegronde klacht nabestaanden overleden patiënte tegen chirurg. Niet vast te stellen dat chirurg tegen patiënte heeft gezegd dat het ging om huidkanker, terwijl er sprake was van een angiosarcoom. Behandeling in nauwe samenspraak met gespecialiseerd ziekenhuis; verwijzing naar dat ziekenhuis niet nodig, mede gezien de Landelijke Richtlijn Wekedelentumoren van 1 november 2011. Wel medeleven met familie in telefoongesprek; het niet letterlijk noemen van het woord “condoleren” niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Chirurg niet betrokken bij afwijzing door afdeling Juridische Zaken en klachten van het ziekenhuis tot afwijzing verzoek toezending medisch dossier. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-250f

      Ongegronde klacht nabestaanden overleden patiënte tegen huisarts. Niet vast te stellen dat arts tegen patiënte heeft gezegd dat de rugklachten het gevolg van een hernia waren. Gelet op gedocumenteerde mededeling van patiënte over spoedige datum eerstvolgende controle door internist-oncoloog niet verwijtbaar te volstaan met pijnstilling, als overbrugging tot de afspraak bij de oncoloog. Toen bij later consult bleek dat mededeling over de datum onjuist was, was bespoediging niet meer aan de orde, omdat de afspraak de volgende dag was. Pijnstillingsbeleid in overeenstemming met NHG-standaard M106 (acute en chronische nociceptieve pijn). Klacht afgewezen.