Zoekresultaten 12841-12850 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.460

    Klager verwijt verweerder, bedrijfsarts, dat hij 1) niet bemiddelde in het conflict tussen klager en zijn werkgever, terwijl voor verweerder wel helder was wat het probleem was, 2) de benadering van klagers leidinggevenden en de beleidskeuze niet als een belemmerende factor wilde benoemen in de FML, maar het te vervatten onder “betrokkene kan geen conflicten hanteren”, 3) in het deskundigenoordeel van UWV expliciet heeft laten opnemen dat klager dat klager bij het derde consult na vijf minuten is opgestapt zonder melding te maken van de rest van het proces, waardoor verweerder bewust heeft gepoogd een onjuist beeld van klager op te roepen dat klager niet meewerkt aan zijn re-integratie, hetgeen schade heeft veroorzaakt aan klagers reputatie en gezondheid, en 4) aan de arbeidsdeskundige heeft aangegeven dat bij klagers inzetbaarheid en plaatsing geen rekening behoeft te worden gehouden met klagers cognitief niveau. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 3 gegrond verklaard, de arts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd, en de klacht voor het overige afgewezen, respectievelijk bepaald dat de behandeling van klachtonderdeel 1 wordt gestaakt. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege wijst af het verzoek van klager tot aanhouding van de behandeling van de zaak teneinde een getuige te doen oproepen, en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 656549/NT 18-52

    Het niet tijdig passeren van de splitsings- en leveringsakte is niet toe te rekenen aan de notaris; de vertraging is door toedoen van klager c.s. zelf ontstaan. De zorgplicht van een notaris gaat niet zo ver dat hij een voorbehoud in een overeenkomst moet opnemen waar dat niet tussen partijen is overeengekomen, zeker niet waar dat voorbehoud niet nodig blijkt te zijn en de nadien bij klager ontstane twijfel over de noodzaak van een vergunning (onder meer) is terug te voeren op onjuiste veronderstellingen van klager zelf. Klacht ongegrond. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht over de declaratie van de notaris.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.462

    Klager is in 2017 uitgevallen voor zijn werk omdat hij overspannen was. Gedurende zijn re-integratietraject is klager verschillende keren door verweerder – tot 2014 in het BIG-register geregistreerd als bedrijfsarts, nadien als arts – op het spreekuur gezien. Verweerder heeft van de spreekuurcontacten met klager rapportages gemaakt en deze aanvankelijk telkens per mail tegelijkertijd aan de werkgever van klager en aan klager zelf gezonden. De klacht houdt in dat verweerder zonder toestemming van klager medische informatie over klager aan diens werkgever heeft doorgegeven. Daarnaast klaagt klager over het feit dat verweerder ten tijde van de spreekuurcontacten niet als bedrijfsarts stond ingeschreven in het BIG-register, terwijl hij zich wel als bedrijfsarts voordeed. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachtonderdelen gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door de arts ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 291/2018

      Raadkamerbeslissing. Het verwijt dat verweerster (cardioloog) haar patiënte, die aan hartfalen leed, bewust heeft laten uitdrogen, treft geen doel. Tijdens de behandeling door verweerster vertoonde de patiënte geen tekenen van uitdroging. Ook is niet gebleken dat verweerster de patiënte tijdens de opname in het ziekenhuis morfine heeft toegediend of dat was begonnen met palliatieve sedatie. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:181 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.349

    Klacht tegen tandarts. Verweerster heeft in een periode van ca. 2,5 maand bij klaagster kronen verwijderd, elementen geëxtraheerd, wortelkanaalbehandelingen uitgevoerd, kronen en bruggen geplaatst. De laatste brug is door een collega van verweerster geplaatst omdat verweerster toen niet meer in de praktijk werkzaam was. Klaagster maakt verweerster met betrekking tot deze behandelingen een vijftal verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:100 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-1039 DB/ZWB

    Van een polariserende aanpak, onnodige procedures en het bewust verkondigen van onwaarheden is niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-136/DB/OB

    Advocaat heeft een bindend adviesclausule in de overeenkomst tussen zijn cliënt en diens wederpartij over het hoofd gezien en in strijd daarmee een procedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt, welke procedure  tot niet ontvankelijkheid heeft geleid, ten gevolge waarvan klaagster schade heeft geleden. Van een redelijk handelend advocaat mag worden verwacht dat deze een verkeerd gekozen rechtsingang en de gevolgen daarvan direct na de constatering daarvan met zijn cliënt bespreekt. Advocaat heeft hiermee gewacht tot hierover een klacht werd ingediend en heeft bovendien zijn cliënt niet naar een onafhankelijk advocaat verwezen voor een oordeel over de door hem gemaakte beroepsfout. Klacht gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:101 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-048/DB/ZWB

    Advocaat heeft klaagster niet bericht dat het verzoek om uitstel van de zitting wegens zijn verhindering was afgewezen en heeft zich zonder overleg met klaagster door zijn kantoorgenote laten vervangen. Van de advocaat had, toen het hem niet lukte klaagster telefonisch te bereiken, mogen worden verwacht dat hij klaagster op een andere wijze had geïnformeerd. Advocaat heeft klaagster, toen bleek dat klaagster ter zitting niet was verschenen, niet op de hoogte gesteld, dat de zitting zonder haar had plaatsgevonden, noch haar over het verloop van de zitting geïnformeerd Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:108 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-133/DB/LI

    Weliswaar mag van een advocaat verwacht worden dat hij het standpunt van zijn cliënt verwoordt, maar het is de taak van de advocaat om te beoordelen met welke aanpak van de zaak het belang van zijn cliënt het beste is ingediend. Het is begrijpelijk dat verweerster naar haar mening nodeloos grievende uitlatingen jegens derden niet in haar conclusie van antwoord heeft willen opnemen.  Klager is in de PI drie maal door een juridisch medewerker van het kantoor van de advocaat bezocht. Niet gebleken dat klager hiertegen bezwaren heeft geuit. Geen sprake van onvoldoende communicatie door de advocaat. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:102 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-234/DB/LI