Zoekresultaten 12301-12310 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.016

      Klacht tegen MDL-arts. Klaagster is door de huisarts verwezen in verband met maandenlange buikpijn waarvoor geen duidelijke oorzaak was gevonden. Klaagster verwijt verweerder – kort gezegd – dat hij in 2008 en 2012 de reeds aanwezige tumor niet heeft opgemerkt en heeft nagelaten nader onderzoek te doen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:5 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.144

      Klacht tegen huisarts. Klaagster en verweerder zijn broer en zus. Hun ouders zijn overleden. Verweerder was huisarts van de moeder. Volgens klaagster is verweerder bij zijn beroepsmatig handelen ten aanzien van de moeder niet gebleven binnen de grenzen van de door voor hem geldende redelijk bekwame beroepsuitoefening. Volgens klaagster heeft verweerder niet die zorg betracht die hij in zijn hoedanigheid van zorgverlener jegens de moeder in acht had dienen te nemen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de klacht, omdat het ervoor moet worden gehouden dat klaagster met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden moeder vertegenwoordigt, zodat zij geen van de wil van de moeder afgeleid klachtrecht heeft. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.264

      Verweerster, huisarts, is bevriend met de voormalige echtgenote van klaagster. Zij heeft geen behandelrelatie met klaagster. Na een ruzie heeft verweerster de toenmalige echtelijke woning bezocht. Klaagster heeft bij de ruzie een bijtwond van 1,5 centimeter in haar oor opgelopen en is behandeld op een huisartsenpost. Klaagster en haar voormalige echtgenote zijn nadien een echtscheidingsprocedure gestart. Klaagster verwijt verweerster: 1) dat zij op de datum van het handgemeen niet de noodzakelijke hulp aan klaagster heeft gegeven, 2) dat zij zich heeft gemengd in een privékwestie door een verklaring af te leggen in de echtscheidingsprocedure tussen klaagster en haar voormalige echtgenote, en 3) dat zij een ‘vertaling’ heeft gemaakt van op klaagster betrekking hebbende medische stukken en die medische stukken ook heeft voorgelegd aan andere medici, die geen recht op inzage hadden in de medische gegevens van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster ten aanzien van de klachtonderdelen 1 en 2 niet-ontvankelijk verklaard, klachtonderdeel 3 gegrond verklaard en heeft de arts ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd. De arts heeft tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege beroep ingesteld, voor zover de klacht gegrond is verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.447

      Klacht tegen MDL-arts. Verweerder heeft in de periode van 2007 tot 2012 vanwege klachten van zuurbranden tweemaal een recept voor Proton Pump Inhibitors (PPI’s) aan klager (zelf arts) uitgeschreven. De overige medicatie in die periode is door klager zelf of door zijn huisarts voorgeschreven. Klager verwijt verweerder in de kern dat hij gedurende lange tijd PPI’s heeft voorgeschreven waardoor klager onherstelbare gezondheidsschade heeft opgelopen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.519

      Klacht tegen internist. De klacht heeft betrekking op de overleden partner van klager, hierna patiënte. Patiënte was opgenomen op de IC van het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is vanwege aanhoudende misselijkheid, braken en diarree. Zij is behandeld voor uitdroging en na enkele dagen uit het ziekenhuis ontslagen. Korte tijd later is patiënte met verergerde klachten opnieuw opgenomen in een ander ziekenhuis, waar een tumor is vastgesteld waaraan patiënte diezelfde dag is geopereerd. Twee weken nadien is patiënte overleden. Klager verwijt verweerder dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld, onvoldoende onderzoek heeft verricht en patiënte uit het ziekenhuis heeft ontslagen terwijl dit niet verantwoord was.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-382/DB/ZWB

    Advocaat had arbeidsovereenkomst met haar toenmalige kantoor beëindigd. En van dat kantoor de uitdrukkelijke instructie de cliënten niet te informeren. De advocaat mocht er onder die omstandigheden op vertrouwen dat haar voormalige kantoor voor een adequate vervanging zou zorgdragen en de cliënt daarover zou informeren. Klacht ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:196 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-876/DB/OB

    NIet gebleken dat verweerder de rechter feiten heeft voorgehouden, waarvan hij de onwaarheid kende of kon kennen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/340435 / KL RK 18-101

    Gelet op het feit dat de kandidaat-notaris, ondanks waarschuwingen van het BFT, voor de derde keer veel te weinig opleidingspunten heeft gehaald, acht de kamer het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:197 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-795/DB/OB

    In hoedanigheid van deken niet zodanig gedragen dat vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:3 Accountantskamer Zwolle 18/446 Wtra AK

    Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort (net als geldt bij het samenstellen van een jaarrekening) dat een accountant bij het verrichten van fiscale werkzaamheden (het in casu opstellen van een OB-aangifte), indien deze constateert dat de door de cliënt verschafte gegevens onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend zijn, bij de cliënt inlichtingen inwint om de betrouwbaarheid van de door deze verstrekte informatie vast te stellen of te verifiëren. In casu heeft betrokkene ter zake de post privéonttrekkingen nagelaten daaraan te voldoen. Waarschuwing.