Zoekresultaten 12271-12280 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.546

      Klaagster beschuldigt een ambulant team van een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg en een manager van een ambulant team ervan opdracht te hebben gegeven tot het intimideren en aanranden van klaagster. Het vragen om hulp door klaagster is volgens haar ten onrechte uitgelegd als stalking en bedreiging. Zij stelt voorts dat haar als hulpbehoevende medische zorg wordt onthouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht, nu niet is gebleken dat de mentor van klaagster haar klacht steunt kan klaagster niet als klachtgerechtigd worden aangemerkt en artikel 453 lid 1 BW. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep nu het beroepschrift niet aan de daaraan gestelde eisen voldoet en klaagster dit verzuim niet binnen de haar daartoe gestelde termijn hersteld heeft. Ten overvloede overweegt het Centraal Tuchtcollege dat het Regionaal Tuchtcollege klaagster ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard op de grond dat niet is gebleken dat de mentor van klaagster haar klacht steunt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/628093 / DW RK 17/464

      Niet in geschil is dat de gerechtsdeurwaarder niet meer heeft gereageerd op de e-mail van klager van 24 februari 2017 en de e-mail van mr. [b] van 4 april 2017. De gerechtsdeurwaarder had de vragen in de e-mails van 24 februari 2017 en 4 april 2017 weliswaar reeds eerder beantwoord, maar dit is geen rechtvaardiging om in het geheel niet meer te reageren. Van de gerechtsdeurwaarder had mogen worden verwacht dat hij voordat hij niet meer reageerde, had aangekondigd dat hij in het vervolg op verdere correspondentie niet meer zou reageren. Dat hij niet meer inhoudelijk inging op de correspondentie is gelet op zijn eerdere berichten evenwel begrijpelijk. De klacht is gegrond. De kamer acht geen termen aanwezig om tot het opleggen van een maatregel over te gaan. 

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-190

      Ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. Omdat de lezingen van partijen verschillen over de spinale anesthesie, kan het College niet vaststellen hoe dit precies is verlopen. Geen aanleiding om tot het oordeel te komen dat de uitvoering hiervan onzorgvuldig is geweest. Een paresthesie kan ook bij een correct uitgevoerde spinale anesthesie voorkomen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:247 Raad van Discipline Amsterdam 18-601/A/A 18-602/A/A 18-603/A/A 18-604/A/A

    Klacht van zorginstelling over vier advocaten van hetzelfde kantoor betreffende regel 7 lid 4 van de Gedragsregels 1992 en het ontbreken van een kantoorklachtenregeling. Klacht over managing partner van het kantoor (verweerder sub 1) niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van voldoende rechtstreeks belang. Klacht over het ontbreken van een kantoorklachtenregeling ongegrond. Het kantoor beschikte destijds weliswaar niet over een kantoorklachtenregeling die aan de eisen voldeed, maar dat is van onvoldoende gewicht om verweerders sub 2, 3 en 4 daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken nu het kantoor inmiddels wel over een regeling beschikt en de klacht van klaagster uiteindelijk ook conform die regeling is afgehandeld. Klacht over gedragsregel 7 lid 4 gegrond, nu sprake is van een terzake doend verband tussen de kwesties ten aanzien waarvan het kantoor van verweerders klaagster hebben bijgestaan en de kwesties waarin verweerders sub 2, 3 en 4 tegen klaagster zijn opgetreden. Verweerder sub 2 krijgt hiervoor een waarschuwing. Verweerders sub 3 en 4 krijgen geen maatregel omdat zij destijds advocaat-stagiair waren op het kantoor van verweerders.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/622303 / DW RK 17/58

        Niet is onderbouwd dat er eerder een toezegging is gedaan dat klager geen post meer zou ontvangen betreffende de debiteur. Klager heeft na het indienen van de onderhavige klacht geen post meer voor de betreffende debiteur ontvangen. Hieruit kan worden afgeleid dat klagers adres niet meer aan de betreffende debiteur is gekoppeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.547

      Klacht tegen gz-psycholoog. Klaagster beschuldigt verweerder o.m. van dood door schuld, belaging, mishandeling, bedreiging, intimidatie, aanranding en dat haar als hulpbehoevende medische zorg wordt onthouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht, nu niet is gebleken dat de mentor van klaagster haar klacht steunt kan klaagster niet als klachtgerechtigd worden aangemerkt en artikel 453 lid 1 BW. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep nu het beroepschrift niet aan de daaraan gestelde eisen voldoet en klaagster dit verzuim niet binnen de haar daartoe gestelde termijn hersteld heeft. Ten overvloede overweegt het Centraal Tuchtcollege dat het Regionaal Tuchtcollege klaagster ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard op de grond dat niet is gebleken dat de mentor van klaagster haar klacht steunt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/629480 / DW RK 17/547

      Een exploot van dagvaarding is een authentieke akte. Met de stelling van klaagster dat de rekening niet klopt, voor zover het gaat om de oorspronkelijke hoofdsom, zal klaagster zich moeten wenden tot de gewone rechter. Niet gebleken is dat de kosten niet zijn berekend conform de daarvoor geldende regelingen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:2 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-804

    Essentie: klager is ex artikel 46g lid 1 sub a ontvankelijk in zijn klacht, aangezien na indiening van zijn bemiddelingsverzoek bij de deken, redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat hij eerder de klacht zou indienen dan hij heeft gedaan, terwijl ook is gebleken van een in tijd voortdurend (beweerd) klachtwaardig handelen of nalaten door verweerder. Verweerder heeft na overdracht van een zaak met de toevoeging aan hem niet binnen een redelijke termijn op verzoeken van klager om een verrekeningsvoorstel te doen, gereageerd. Pas jaren later, nadat klager een bemiddelingsverzoek bij de deken heeft ingediend, heeft verweerder voor het eerst inhoudelijk gereageerd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder zich op deze manier niet welwillend jegens klager gedragen en aldus niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 17 (oud). Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-172

      Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de wonden van de zoon van klaagster na een aanval door een hond zelf te behandelen en te hechten. De huisarts heeft hierbij in overweging genomen dat de dichtstbijzijnde SEH van een ziekenhuis met plastische chirurgie op een uur afstand rijden was. Het voorschrijven van medicatie had zorgvuldiger gekund, maar niet voldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:128 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616280 / DW RK 16/1065

      Beslissing op verzet. Met de stelling van klager dat hij de brief van de gerechtsdeurwaarder van 2 maart 2016 eerst op 8 maart 2016 heeft ontvangen, kan niet worden vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Met de gegeven termijn van vijf dagen om te reageren heeft de gerechtsdeurwaarder evenmin tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. De kamer constateert dat klager enkel nieuwe klachten in verzet heeft aangevoerd. Klager kan daarin niet worden ontvangen. Verzet ongegrond.