Zoekresultaten 20631-20640 van de 42613 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 183/2015

      Klacht tegen orthopedisch chirurg ongegrond. Niet vast komen te staan dat bij totaleknieoperatie niet lege artis is gehandeld. Onverklaarbare laxiteit na operatie. Verweerder heeft gelet op röntgenfoto en klinisch onderzoek tot heroperatie kunnen beslissen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:348 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.110

      Klacht tegen chirurg. Klager is met klachten aan zijn rechterarm door de huisarts voor een consult en een röntgenfoto verwezen naar het ziekenhuis waar verweerder als chirurg werkzaam is. Klager is aanvankelijk gezien door een collega van verweerder en deze collega heeft tijdens het consult telefonisch met verweerder overlegd, waarbij verweerder een MRI-scan en fysiotherapie heeft geadviseerd. De uitslag van de MRI is vervolgens tijdens een consult bij verweerder besproken. Klager verwijt verweerder dat hij (ter gelegenheid van het eerste consult) een verkeerde diagnose heeft gesteld en stelt dat verweerder als chef de clinique eindverantwoordelijk was voor het handelen van zijn maatschap. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en het beroep van klager wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:342 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.366

      Klacht tegen chirurg. Klager is bekend met een dwarslaesie en raakt jaren na het ontstaan daarvan betrokken bij een auto-ongeval. Verweerder heeft klager in het ziekenhuis onderzocht en geconcludeerd dat er geen sprake was van nieuwe traumatische afwijkingen of fracturen. Klager verwijt verweerder in hoofdzaak zijn klachten niet serieus te hebben genomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het beroep van klager spitst zich toe op het verwijt dat verweerder klager niet heeft geïnformeerd over het feit dat een van de pennen in zijn rug was gebroken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep nu dit verwijt feitelijke grondslag mist.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:349 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.153

      Klacht tegen huisarts. Klager gebruikt psychofarmaca. Op enig moment komt hij met zijn vriend naar de praktijk waarna er een woordenwisseling en een handgemeen ontstaat tussen klager en verweerder. Klager verwijt verweerder dat deze hem voor junk heeft uitgemaakt, geweigerd heeft medicatie voor te schrijven en lichamelijk geweld zou hebben gebruikt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klager wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:343 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.396

      Klacht tegen huisarts. Verweerder was de huisarts van het gezin van klaagster. Na echtscheiding verhuisde klaagster met haar zoon naar een andere stad alwaar zij zich bij een nieuwe huisarts in liet schrijven. De nieuwe huisarts heeft verweerder om overdracht van het medisch dossier van de zoon gevraagd. Klaagster verwijt verweerder dat hij dat dossier pas na bijna een jaar heeft overgedragen en voorts dat het dossier niet volledig is en dat sommige gegevens daarin niet correct zijn vermeld. Verweerder heeft in eerste aanleg geen verweer gevoerd en het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard, aan verweerder een berisping opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Nadat verweerder bij toeval met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege bekend is geworden is hij in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing in eerste aanleg, legt aan verweerder een waarschuwing op en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:344 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.439

      Klacht tegen chirurg. Klager is door verweerder binnen een jaar tweemaal geopereerd in verband met een littekenbreuk. Klager verwijt verweerder dat deze twee operaties onterecht en onjuist zijn uitgevoerd, dat hij onvoldoende voorlichting over de te verrichten ingrepen heeft ontvangen en dat er sprake is van onvolledige verslaglegging door verweerder. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen en het beroep van klager wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:345 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.004

        Klacht tegen anesthesioloog. De klacht is ingediend door de kinderen en de echtgenote van patiënt. Patiënt was ter observatie opgenomen op de SEH met buikklachten. Na een diepe septische shock is hij met spoed geopereerd aan een dunne darmperforatie bij een beklemde navelbreuk. Na het ontwikkelen van een sepsis met multi-orgaan falen is patiënt wederom geopereerd (second look) en na de operatie bij het overtillen overleden. Er is een calamiteiten melding gedaan. De klacht betreft de beademing, de calamiteitenmelding en het contact met klagers na het overlijden van patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht over de beademing gegrond verklaard en de anesthesioloog daarvoor de maatregel van waarschuwing opgelegd, met publicatie van de beslissing. Partijen zijn in principaal respectievelijk incidenteel beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege heeft beide beroepen verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:346 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.055

      Klacht tegen een huisarts. Klagers verwijten de huisarts dat hij onvoldoende regie heeft gehouden bij de behandeling van de patiënt, dat zijn dossiervoering onzorgvuldig was, dat hij klager telefonisch onheus heeft bejegend en dat hij een combinatie van medicijnen heeft voorgeschreven die heeft geleid tot ernstig leverfalen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt de huisarts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:340 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.045

      Klacht tegen uroloog. De uroloog heeft bij klager een circumcisie verricht en enige maanden later bij klager het frenulumrest en een ovaal huidstripje op het dorsum van de penis geëxideerd. Volgens klager heeft de uroloog klager onder druk gezet om de tweede operatie door te laten gaan (a), is de dossiervoering incompleet (b), heeft verweerder voorafgaande aan de ingreep onzin verteld en gelogen (c), heeft verweerder te weinig terughoudendheid betracht bij een niet noodzakelijke ingreep (d) en heeft verweerder nagelaten klager, onder lokale verdoving, toestemming te vragen om veel meer te doen dan afgesproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:347 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.056

      Klacht tegen een huisarts. Klagers verwijten de huisarts dat zij onvoldoende regie heeft gehouden bij de behandeling van de patiënt, dat haar dossiervoering onzorgvuldig was en dat zij een combinatie van medicijnen heeft voorgeschreven die heeft geleid tot ernstig leverfalen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.