Zoekresultaten 18701-18710 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:155 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160132

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Het hof oordeelt, anders dan de raad, dat uit de weergave van verweerster van het e-mailbericht van klager niet kan worden afgeleid dat verweerster onjuiste of onvolledige informatie heeft gegeven waardoor het gerechtshof op het verkeerde been is gezet. Klacht ongegrond. Vernietiging.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-318

      Gegronde klacht tegen een arts. De arts is met het voeren van persoonlijke gesprekken met klaagster over relationele en familiaire aangelegenheden en het maken van in de behandelrelatie ongepaste complimenten jegens klaagster, reeds ernstig tekort geschoten in het houden van gepaste afstand. Daarbij is op basis van ongeloofwaardige en inconsistente verklaringen van de arts voor het college voldoende aannemelijk geworden dat de arts zich eveneens schuldig heeft gemaakt aan de door klaagster gestelde (ongewenste) lijfelijke intimiteiten. Schorsing voor de duur van een maand.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:149 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160012

    Eindbeslissing. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klacht dat verweerder gemanipuleerde jaarstukken en jaarstukken die slechts een concept waren heeft ingediend. Naar aanleiding van de tussenbeslissing van het hof van 13 juni 2016 hebben klagers (jaar)stukken ingediend en verweerder het complete procesdossier en heeft de deken onderzoek gedaan. Het hof concludeert op basis van deze stukken en informatie dat de verweten manipulatie niet is komen vast te staan en evenmin dat verweerder op de hoogte was van de brief van de accountant. Klachten in hoger beroep alsnog ongegrond. Vernietiging.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:143 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170015

    tav ka d De Advocatenwet kent een klachtrecht toe aan degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Het hof is van oordeel dat klagers in dit geval een eigen belang hebben nu het gaat om het optreden van verweerder betreffende een nalatenschap waarin zij erfgenamen zijn. Klachtonderdeel d is naar het oordeel van het hof ongegrond, nu niet is gebleken dat van de rekening van de nalatenschap gelden zijn betaald aan verweerder die betrekking hebben op de onderhavige klachtprocedure. tav ko e Het hof stelt vast dat uit de stukken niet blijkt dat namens klagers op het schikkingsvoorstel is gereageerd. Nu het voorstel d.d. 2 november 2015 inhield dat het “binnen drie dagen na heden” moest worden aanvaard, kan betwijfeld worden of de gestelde termijn op 5 november 2015 al om was. Het uitbrengen van de appeldagvaarding op 5 november 2015 is gezien de gestelde termijn in elk geval buitengewoon krap, maar in dit geval leidt dat niet tot een tuchtrechtelijk verwijt nu niet gebleken is dat klagers van het uitbrengen van de appeldagvaarding nadeel hebben ondervonden. Zij hebben immers niet op het schikkingsvoorstel gereageerd en niet gesteld dat zij het voorstel hadden willen aanvaarden. Volgt ongegrondverklaring.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/497

      Klaagster verwijt de neuroloog een verkeerde diagnose en behandeling. Klaagster vindt dat zij eerder doorgestuurd had moeten worden voor een second opinion.   Gegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:150 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170031

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij dat hij in de procedure feitelijke gegevens heeft verstrekt waarvan hij wist dat deze onjuist waren. Verweerder heeft met zijn stelling dat zijn cliënt altijd op goede gronden een goedkeurende verklaring heeft afgegeven met inachtneming van alle beroepsregels, een feitelijke stelling en geen mening geponeerd, en bovendien hiermee de rechter en de wederpartij op het verkeerde been gezet nu verweerder bekend was met de conclusie van het interne onderzoeksrapport van zijn cliënt dat de goedkeurende verklaring niet had mogen worden verstrekt. Waarschuwing. Veroordeling in proceskosten van de Orde. Bekrachtiging.      

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:144 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170048

    Ten onrechte heeft de raad de e-mail van 27 april 2013 voor de ontvankelijkheidstoets als uitgangspunt genomen. Dit moet zijn de mail van 23 maart 2012, zijnde het moment dat klager zijn voorstel aan Van B en niet aan verweerster heeft gedaan. De klachtonderdelen die in hoger beroep aan het oordeel van het hof zijn onderworpen zien enkel op de aspecten dat verweerster onduidelijke declaratieafspraken heeft gemaakt, de inzet en reikwijdte van de hulppersoon Van B niet is vastgelegd en de juridische dienstverlening niet helder is afgerond. Ten aanzien van al die aspecten geldt dat klager hiermee uiterlijk 23 maart 2012 bekend was. Door eerst op 11 november 2015 een klacht in te dienen bij de deken is de drie jaarstermijn als bedoeld in artikel 46a lid 1 aanhef en onder a van de Advocatenwet verstreken. Reeds daarom is de bestreden beslissing door het hof vernietigd en is klager alsnog in zijn klachtonderdelen a, h en j niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 289/2016

      Klacht tegen verpleegkundige, werkzaam als physician assistant. Klacht is kennelijk ongegrond. Het college is van oordeel dat er wel een gedegen diagnose is gesteld en dat een geen aanknopingspunten te vinden zijn voor de stelling van klager dat de diagnose onjuist was. Dat verweerder druk zou hebben uitgeoefend op klager is niet komen vast te staan nu de lezingen daarover uiteen lopen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:151 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170088

    Gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft bij de behandeling van de letselschadezaak van klager aanspraak gemaakt op een resultaatgerichte beloning maar aan vrijwel geen enkele daaraan in de Voda gestelde voorwaarde voldaan. Ook in geval van resultaatgerichte beloning heeft de cliënt recht op een specificatie van zijn declaratie. Verweerder heeft ten onrechte een bedrag van € 12.500 ingehouden op de slotuitkering voor klager nu niet is komen vast te staan dat klager hiermee heeft ingestemd. Verweerder heeft excessief gedeclareerd. Schorsing van 4 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk onder de bijzondere voorwaarde dat verweerder aan klager een bedrag van € 12.500 zal overmaken. Proceskostenveroordeling.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:145 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170042

    Bekrachtiging van de uitspraak van de raad. Nu het door klaagster ingestelde hoger beroep geen doel heeft getroffen en zij, anders dan verweerder, niet op zitting is verschenen om een nadere toelichting te geven, ziet het hof in dit geval aanleiding in hoger beroep een proceskostenveroordeling achterwege te laten.