Zoekresultaten 18701-18710 van de 44758 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.248
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 20-03-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:84
Klacht tegen chirurg. Klaagster verwijt de chirurg, dagsupervisor, dat zij op 16 oktober 2015 is tekortgeschoten in de supervisie en de arts-assistenten niet heeft gecontroleerd op hun werk. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt de chirurg als supervisor onzorgvuldig jegens klaagster heeft gehandeld door na te laten in de namiddag, na de middagoverdracht, klaagster zelf te beoordelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep. Volgens het Centraal Tuchtcollege heeft de chirurg in haar rol als dagsupervisor niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door na te laten klaagster in de namiddag van 16 oktober 2015, na de middagoverdracht, zelf te beoordelen. Doorslaggevend daarbij is dat de hoofdbehandelaar van klaagster bij het nemen van de beslissing ten aanzien van het uit te voeren beleid tijdens de middagoverdracht aanwezig was, zodat het juist voor de hand lag dat niet de chirurg, maar de hoofdbehandelaar klaagster zou zien om zich een eigen zelfstandig oordeel te vormen over haar klinische toestand. De beslissing waarvan beroep wordt vernietigd en de opgelegde maatregel van waarschuwing komt te vervallen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:37 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-760/DB/LI
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 12-03-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:37
Voorzitter heeft terecht geoordeeld dat niet is gebleken dat verweerster informatie over de subsidieaanvraag heeft achtergehouden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:91 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.267
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 20-03-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:91
Klacht tegen psychiater. Verweerder heeft aan de directeur van de PI waar klager verblijft het advies gegeven noodmedicatie aan klager te verstrekken. Klager verwijt verweerder dat hij dit advies ten onrechte heeft gegeven en voorts dat hij voorafgaand aan de toepassing van de dwangmedicatie niet met klager heeft gesproken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in zijn geheel gegrond, legt aan verweerder de maatregel van berisping op en gelast publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de verplichting om een gedetineerde voor toepassing van dwangmedicatie in de gelegenheid te stellen te worden gehoord op de instellingsdirecteur rust en niet op verweerder. Op dit punt slaagt het beroep van verweerder. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep voor het overige, legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op en gelast publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.273
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 20-03-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:85
Evenals het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de bij de patiënt verrichte bronchoscopie vanuit medisch oogpunt gerechtvaardigd was. Voorts is voldoende vast komen te staan dat de bloeding bij de patiënt afkomstig was uit het maagdarmkanaal, en dus niet uit de longen, nu in het medisch dossier drie maal is opgenomen dat het bloed afkomstig was uit de maagsonde. Verwerpt beroep.
-
ECLI:NL:TACAKN:2018:14 Accountantskamer Zwolle 17/1784 en 17/1785 Wtra AK
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 23-03-2018
- ECLI:NL:TACAKN:2018:14
De maten van het kantoor van betrokkenen, waaronder betrokkenen zelf, zijn verwikkeld in een civiele procedure met hun voormalige kantoordirecteur over de door deze gevorderde bonus. Het kantoor neemt bij de civiele rechter bepaalde standpunten in over de jaarrekeningen waarop de bonus is gebaseerd. De voormalige kantoordirecteur verliest in twee instanties bij de civiele rechter, maar dient toch een tuchtklacht in. De Accountantskamer toetst de klacht inhoudelijk. Het door een accountant al dan niet in rechte innemen van een civielrechtelijk standpunt, behoudens bijzondere omstandigheden, in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit, niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt leiden. Van zulke bijzondere omstandigheden zou onder meer sprake zijn indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een accountant ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend en dus te kwader trouw blijkt te zijn of, naar zijn aard bezien, moet worden opgevat als het accountantsberoep in diskrediet brengend. Voorts heeft te gelden dat onder bijzondere omstandigheden ook de fundamentele beginselen van objectiviteit en of vakbekwaamheid en zorgvuldigheid kunnen zijn geschonden en dat dit ook het geval kan zijn indien de betrokken accountant weliswaar niet bewust onjuist of misleidend een standpunt heeft ingenomen, maar hem wel in sterke mate kan worden verweten dat hij een onjuist of misleidend standpunt heeft ingenomen of doen innemen. De klacht wordt ongegrond verklaard nu van voormelde bijzondere omstandigheden niet is gebleken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:38 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1151/DB/LI 16-1152/DB/LI 17-042/DB/LI
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 05-03-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:38
De termijn waarbinnen het griffierecht dient te worden betaald betreft geen fatale termijn, in die zin dat overschrijding van deze termijn tot niet-ontvankelijkheid leidt. Ook de omstandigheid dat klager op een eerdere intrekking van de klacht bij de deken is teruggekomen en alsnog om doorzending van de klacht heeft gevraagd leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van de klacht. Enkel een klacht waarop door de tuchtrechter is beslist kan niet voor een tweede maal aan de tuchtrechter worden voorgelegd. Klager heeft geen eigen belang bij klachten die zijn echtgenote betreffen. Leidt tot niet-ontvankelijkheid van deze klachten. Uit de overgelegde stukken valt niet eenduidig op te maken dat advocaat voor het verstrijken van de termijn opdracht had gekregen bezwaar tegen de CIZ-indicatie in te dienen. Het staat een advocaat vrij om van zijn cliënt verkregen kennis in het belang van zijn cliënt aan de wederpartij van die cliënt te berichten, voorzover de cliënt daartegen geen bezwaar heeft geuit en voor zover dit in overeenstemming is met een goede beroepsuitoefening,
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:92 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.356
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 20-03-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:92
Klacht tegen kinderarts die melding heeft gedaan over zoon klaagster bij Veilig Thuis. Volgens klaagster is niet gehandeld conform stap 1 van de meldcode van de KNMG en is onvoldoende onderzoek gedaan voordat tot melding is overgegaan. Volgens klaagster is er bij haar zoon geen sprake van toegebracht letsel, maar van letsel dat al bij de geboorde is ontstaan. Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep en is van oordeel dat voldoende onderzoek is gedaan voordat tot melding is overgegaan.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.342
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 20-03-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:86
Klacht tegen chirurg. De klacht heeft betrekking op de inmiddels overleden echtgenote van klager (hierna: patiënte). Bij patiënte is anuskanker geconstateerd. Na het aanleggen van een stoma en behandeling met chemo- en radiotherapie leek sprake van complete remissie. Vervolgens heeft patiënte toch verschillende klachten ontwikkeld. De chirurg heeft op enig moment een operatieve drainage verricht onder spinaal anesthesie. Drie maanden nadien is patiënte overleden. Klager verwijt de chirurg onder meer dat hij patiënte heeft geopereerd in bestraald gebied en dat hij haar heeft geopereerd zonder met haar en klager te overleggen en zonder haar of klager op de gevolgen te wijzen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de chirurg niet heeft voldaan aan de op hem rustende dossierplicht als bedoeld in artikel 7:454 BW, acht de klacht in zoverre gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:39 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1149/DB/LI 17-043/DB/LI
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 05-03-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:39
De termijn waarbinnen het griffierecht dient te worden betaald betreft geen fatale termijn, in die zin dat overschrijding van deze termijn tot niet-ontvankelijkheid leidt. Ook de omstandigheid dat klager op een eerdere intrekking van de klacht bij de deken is teruggekomen en alsnog om doorzending van de klacht heeft gevraagd leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van de klacht. Enkel een klacht waarop door de tuchtrechter is beslist kan niet voor een tweede maal aan de tuchtrechter worden voorgelegd. Klacht is voor zover deze betrekking heeft op feiten die meer dan drie jaar voor indiening van de klacht hebben plaatsgevonden niet-ontvankelijk. Aan klager is tijdig aangekondigd dat hij tijdens een hoorzitting door de beklaagde advocaat zou worden bijgestaan, waarop door klager niet is gereageerd. Ondermaatse rechtsbijstand tijdens de hoorzitting is niet komen vast te staan. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:93 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.357
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 20-03-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:93
Klacht tegen kinderarts die door een collega-kinderarts als aandachtsfunctionaris kindermishandeling is geconsulteerd over een melding bij Veilig Thuis. De collega-kinderarts heeft uiteindelijk een melding gedaan over de zoon van klaagster. Volgens klaagster is niet gehandeld conform stap 1 van de meldcode van de KNMG en is onvoldoende onderzoek gedaan voordat tot melding is overgegaan. Volgens klaagster is er bij haar zoon geen sprake van toegebracht letsel, maar van letsel dat al bij de geboorde is ontstaan. Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep en is van oordeel dat voldoende onderzoek is gedaan voordat tot melding is overgegaan.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1870
- Pagina: 1871
- Pagina: 1872
- ...
- Pagina: 4476
- Volgende pagina zoekresultaten