Zoekresultaten 18311-18320 van de 42894 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/597610 / DW RK 15/1056

      Betwisting betekening van het vonnis, achterlaten betekeningstukken op een onjuist adres, beslag te laat beëindigd, schending van artikel 4 van de verordening, onjuiste vermelding van het verschuldigde bedrag. Hoewel het gaat om de betekening van een authentieke akte waarvan de bewijskracht op voorhand vaststaat, kan dit in het onderhavige geval niet als vaststaand worden aangenomen. Uit de wet volgt dat indien de gerechtsdeurwaarder een exploot betekent hij actie onderneemt om zich ervan te vergewissen of er iemand aanwezig is aan wie hij rechtsgeldig het afschrift kan laten. Op gronden als omschreven in de uitspraak heeft de gerechtsdeurwaarder die actie niet ondernomen. Het achterlaten van de betekeningstukken op het onjuiste adres is niet door de gerechtsdeurwaarder is weersproken zodat ook de klacht op dit punt gegrond is. Dat de Bank niet direct aan het verzoek tot opheffing heeft voldaan kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. De klacht dat de organisatie van zijn kantoor niet aan de eisen van een goede praktijkuitoefening voldoet is ongegrond. Fouten veroorzaakt door het automatiseringssysteem komen voor rekening van de gerechtsdeurwaarder. De klachten zijn deels gegrond. In aanmerking genomen dat gelet op de dwingende bewijskracht van een exploot bij de betekening daarvan grote zorgvuldigheid moet worden betracht, wordt de maatregel van berisping met aanzegging opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:253 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.094

      Klacht tegen psychiater. Klaagster is onder curatele gesteld en bekend bij GGZ. Verweerder is werkzaam bij het Vangnetteam. De klacht houdt verband met de diagnose en met door verweerder aan collega-artsen verstrekte, naar klaagster stelt onjuiste, informatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover die betrekking heeft op de periode binnen 10 jaar voor het indienen van de klacht, afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:178 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-320/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat niet hij, maar zijn kantoorgenoot klager heeft bijgestaan. Uit het klachtdossier blijkt weliswaar dat verweerder aanwezig is geweest bij een bespreking tussen klager en de kantoorgenoot, maar dat betekent niet dat verweerder (ook) de advocaat van klager is geweest. De klacht is om die reden kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/592629 / DW RK 15/742

      Ten onrechte in rekening brengen van de kosten van een slotenmaker. Beslagvrije voet bij bankbeslag. De kosten van de slotenmaker zijn per abuis in rekening gebracht. De klacht is  terecht is voorgesteld maar omdat er sprake is van een vergissing behoeft dit geen gevolgen te hebben in de vorm van een tuchtrechtelijke sanctie. Klager is niet in zijn belangen is geschaad en van handelen tegen beter weten in is niet gebleken. Dat de beslagvrije voet is geschonden is niet komen vast te staan en de gerechtsdeurwaarder kan zonder instemming van zijn opdrachtgever geen gelden aan klager teruggeven. Klacht deels gegrond, geen maatregel opgelegd.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/612344 / DW RK 16/786

      Klacht over het stellen van de beslagvrije voet op nihil. Voor het zonder meer vaststellen van de beslagvrije voet op nihil ontbreekt een wettelijke grondslag. Het hanteren van een beslagvrije voet van nihil kan gerechtvaardigd zijn als degene die recht heeft op de voorlopige teruggaaf voldoende voor beslag vatbare andere periodieke inkomsten geniet waarop geen beslag is gelegd. In deze procedure is echter niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder op het moment van het leggen van het beslag bekend was met andere voor beslag vatbare periodieke inkomsten van klager. Daarmee werd de gerechtsdeurwaarder eerst bekend nadat klager hem daarop had gewezen. Het valt de gerechtsdeurwaarder verder aan te rekenen dat hij, nadat hij door klager op een door een collega gelegde eerdere beslag op zijn inkomen was gewezen, niet zelf het initiatief heeft genomen zijn collega te raadplegen inzake de te hanteren beslagvrije voet, maar het initiatief hiertoe aan klager heeft gelaten. Voor zover de gerechtsdeurwaarder van mening was dat zijn collega een verkeerde beslagvrije voet had toegepast had hij zijn collega daarop moeten wijzen. Voor zover de gerechtsdeurwaarder stelt dat hij op grond van het feit dat klager een bepaalde handelsnaam (had) gebruikt twijfels had over de juistheid en volledigheid van de financiële gegevens die klager aan hem had verstrekt, had hij daarnaar nader onderzoek moeten doen. De gerechtsdeurwaarder was niet op basis van deze gestelde twijfel gerechtigd vaststelling of aanpassing van de beslagvrije voet achterwege te laten. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:254 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.141

      De klacht is gericht tegen een neuroloog. De klacht betreft het neurologisch onderzoek dat de neuroloog op verzoek van klager en de medisch adviseur van diens ongevallenverzekering heeft verricht en de medische rapportage die de neuroloog heeft uitgebracht, om blijvende ongevalsgevolgen vast te stellen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:121 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 801.2017

    Schorsing van de gerechtsdeurwaarder voor zes maanden in afwachting van de behandeling van de klacht, omdat de gerechtsdeurwaarder als gevolg van het faillissement van de onderneming thans geen kantoor houdt in de plaats van vestiging. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder in staat is om deze situatie waarbij de gerechtsdeurwaarder niet bereikbaar is voor opdrachtgevers en derden op korte termijn te veranderen. De samenwerking met het gerechtsdeurwaarderskantoor dat volgens de gerechtsdeurwaarder het kantoor voerde is beëindigd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:166 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-093/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over onjuiste en onnodig grievende uitlatingen door advocaat wederpartij. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:198 Raad van Discipline Amsterdam 17-479/A/A/D

    Dekenbezwaar. Gegrond. Verweerder heeft in strijd gehandeld met de zorg die een behoorlijk advocaat ten opzichte van zijn cliënten betaamt. Daarnaast had verweerder de administratie van zijn dossiers niet op orde. Ook heeft verweerder niet-toevoegingswaardige zaken behandeld en foutieve declaraties ingediend, met het primaire doel daarmee omzet te genereren.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:160 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1101/DH/RO

    Dekenbezwaar. Verweerder is door cameraopnames te maken de deken tegemoet getreden op een wijze die een redelijk handelend advocaat niet betaamt. Een dergelijke blijk van wantrouwen jegens de deken past een advocaat niet. Bovendien heeft hij de deken daarmee belet zijn toezichthoudende taken uit te oefenen. Die toezichthoudende taak is van groot belang voor het vertrouwen in de advocatuur en verweerder heeft dat belang miskend. Verder heeft verweerder toevoegingen aangevraagd op naam van een andere advocaat. Verweerder heeft aldus niet integer gehandeld en daarmee een van de kernwaarden van de advocatuur geschonden. Een en ander is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken.