Zoekresultaten 18141-18150 van de 42898 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:269 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.106

      De klacht is gericht tegen een arts. Klager stelt dat er door de medisch specialisten fouten zijn gemaakt bij het stellen van de diagnose epilepsie en hij verwijt de arts kort gezegd dat deze zonder verder onderzoek de gegevens van de medisch specialisten heeft overgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager zijn de behandelend neuroloog en medisch specialisten op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie. In aansluiting daarop heeft de arts in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat klager op basis van de geldende regelgeving niet in aanmerking komt voor een " groep 2 rijbewijs" . 

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-130

      Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in het kader van palliatieve sedatie aan patiënte dormicum en morfine toegediend. De extra toediening van morfine acht het College, gezien het lijden van patiënte, acceptabel. De huisarts heeft wel in strijd gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van patiënte en haar familie behoorde te betrachten door patiënte en familie niet voldoende hierover te informeren en door de morfine toe te dienen zonder deugdelijk overleg of informatie. De huisarts heeft volstaan met het in het algemeen uitspreken van zijn voornemen om een injectie met dormicum en morfine te geven en is bij geen reactie hierop ervan uitgegaan dat patiënte en haar familie daarmee voldoende geïnformeerd waren en dat toediening van deze injectie hun toestemming had. Hiermee is de huisarts te kort geschoten in zijn informatieplicht en het geven van aandacht, ondersteuning en begeleiding. Klacht gegrond. Waarschuwing.   

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 264/2015

      Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis,  in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel.  Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 268/2015

      Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis,  in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel.  Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315b

      Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in redelijkheid een afwachtend beleid kunnen voeren omdat er aanwijzingen waren dat de klachten rond het oor te herleiden waren tot een ontsteking van de kies. Ook geldt dat het lichamelijk onderzoek geen bijzonderheden opleverde. Bij latere buik- en rugklachten is de huisarts niet betrokken geweest. Wel merkt het College ten overvloede op dat de organisatie van de praktijk (in beginsel geen vaste huisarts tenzij uitdrukkelijk verzoek hiertoe) het risico in zich bergt dat de continuïteit van de behandeling/begeleiding onvoldoende is gewaarborgd. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/088

    IGZ verwijt klaagster dat zij zich in de brede zin op het terrein van de huisartsgeneeskundige zorg begeeft, terwijl zij enkel basisarts is en niet als huisarts geregistreerd staat. Ook verleent zij als basisarts zorg die niet voldoet aan de daarvoor geldende normen en volgt zij amper geaccrediteerde bij- en nascholing, is de continuïteit van de spoedzorg niet goed geborgd en is er geen adequate informatie-uitwisseling tussen de basisarts en andere behandelaren van de patiënten. Ten slotte voldoet de dossiervorming van de basisarts niet volgens de inspectie. Verweerster voert verweer. Gegrond. Legt aan verweerster de maatregel op van doorhaling van verweersters inschrijving in het BIG-register en legt tevens bij wijze van voorlopige voorziening, een schorsing van verweersters inschrijving in het BIG-register.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 265/2015

      Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis,  in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel.  Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:270 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.107

      De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat "veel datums en diagnoses"  in diens rapport niet overeenkomen en dat de neuroloog een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272-2015

      Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis,  in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel.  Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315c

      Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was als huisarts in opleiding in de praktijk werkzaam. Dat de huisarts heeft geweigerd onderzoeken te doen of patiënt door te verwijzen mist feitelijke grondslag, nu de huisarts naar aanleiding van de klachten bij/rond het rechter oor en kaak na vrijwel elk consult onderzoek in gang heeft gezet en/of patiënt heeft doorverwezen. Het door de huisarts verrichte onderzoek naar de rugklachten bracht in redelijkheid geen alarmsignalen aan het licht. Klachten over vermagering, geelzucht en opgeblazen buik dateren van nadat de huisarts patiënt heeft gezien. Hoewel te betreuren valt dat de tumor in de kaak niet eerder is ontdekt, valt dit de huisarts niet tuchtrechtelijk aan te rekenen. Alle klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.