Zoekresultaten 13421-13430 van de 44301 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:216 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-097a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog is als supervisor medeverantwoordelijk voor het handelen van de AIOS. Het College heeft in de klacht tegen de AIOS (2019-097b) geoordeeld dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. De rol van de anesthesioloog is beperkt gebleven tot het telefonisch overleg met de AIOS tijdens het spreekuur. Geen aanwijzingen dat het gegeven advies onjuist is geweest. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:282 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.037

    Klacht tegen een sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv-er), verpleegkundige en een psychiater. De psychiater is verbonden aan een FACT-team van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Klaagster was in beeld bij het sociaal team dat een beroep heeft gedaan op de instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Eerst heeft de spv-er samen met de verpleegkundige klaagster benaderd om te kunnen beoordelen of bemoeizorg zou moeten worden verleend. Later heeft de spv-er klaagster nogmaals samen met de psychiater trachten te bezoeken. De klacht van klaagster houdt in dat de psychiater zonder enige behandelingsovereenkomst klaagster heeft lastiggevallen en de privacy en persoonlijke levenssfeer van klaagster heeft geschonden. Ook zijn er gegevens van klaagster opgenomen in een dossier van de instelling, terwijl klaagster daar geen toestemming voor heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:218 Raad van Discipline Amsterdam 19-521/A/A

    Klacht over de eigen advocaat ongegrond. Niet is komen vast te staan dat klager meer dan de eigen bijdragen en het griffierecht voor drie zaken contant aan verweerder heeft betaald. Niet valt daarom in te zien waarom verweerder een bedrag ten behoeve van klager zou moeten voldoen. Voorts is niet gebleken dat verweerder weigert het dossier aan klager terug te geven.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:177 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-567/DB/OB

    Advocaat heeft werkzaamheden verricht als assistent van de vereffenaar. Door de vereffenaar zijn uren gedeclareerd inzake werkzaamheden verband houdende met tegen die advocaat/assistent vereffenaar ingediende tuchtrechtelijke klachten. Nu uit de beslissing van de voorzitter niet blijkt dat voormelde omstandigheid in zijn beslissing is meegenomen zal de raad het verzet gegrond verklaren. Hiermee vervalt de beslissing van de voorzitter van de raad en wordt de behandeling van de klacht voortgezet. De raad stelt de advocaat/assistent vereffenaar bij tussenbeslissing in de gelegenheid zich nader uit te laten over de declaratie door de vereffenaar van de met de behandeling van de tegen die advocaat/assistent vereffenaar ingediende klachten gemoeide uren. Verzet gegrond. Beslissing op de klacht aangehouden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:230 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/410

    Klagers verwijten de huisartsen van hun overleden moeder, dat zij hun moeder onvoldoende (palliatieve) zorg hebben verleend in de laatste fase van haar leven. Ontvankelijkheid klagers wordt betwist. Weigering klagers inzage te verlenen in dossier overleden moeder in verband met moeizame familierelatie. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:219 Raad van Discipline Amsterdam 19-585/A/A

    Klacht van een advocaat over de advocaat van de wederpartij gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager persoonlijk aansprakelijk te stellen. Verweerder heeft daarmee klager als advocaat onderdeel gemaakt van het geschil tussen de cliënten van klager en verweerder. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:178 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-568/DB/OB

    Advocaat heeft in zijn hoedanigheid van vereffenaar uren gedeclareerd inzake werkzaamheden verband houdende met tegen die advocaat/vereffenaar ingediende tuchtrechtelijke klachten. Nu uit de beslissing van de voorzitter niet blijkt dat voormelde omstandigheid in zijn beslissing is meegenomen zal de raad het verzet gegrond verklaren. Hiermee vervalt de beslissing van de voorzitter van de raad van 30 september 2019 en wordt de behandeling van de klacht voortgezet. De raad stelt de advocaat/vereffenaar bij tussenbeslissing in de gelegenheid zich nader uit te laten over diens declaratie in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de met de behandeling van tegen hem ingediende klachten gemoeide uren. Verzet gegrond. Beslissing op de klacht aangehouden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:231 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/409

    Klagers verwijten de huisartsen van hun overleden moeder, dat zij hun moeder onvoldoende (palliatieve) zorg hebben verleend in de laatste fase van haar leven. Ontvankelijkheid klagers wordt betwist. Weigering klagers inzage te verlenen in dossier overleden moeder in verband met moeizame familierelatie. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:220 Raad van Discipline Amsterdam 19-699/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder mocht er vanuit gaan dat klager niet aan de sommatie tot betaling zou voldoen en mocht in het belang van zijn cliënte de voorzieningenrechter vragen verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag en klager in rechte betrekken. Het is niet aan de tuchtrechter om te oordelen over de vraag wie als opdrachtnemer moet worden aangemerkt noch over de hoogte van de vordering. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:214 Raad van Discipline Amsterdam 19-298/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij ongegrond. Het aandeel van verweerder in het geheel is te klein geweest om sprake te kunnen laten zijn van een actief meewerken door hem aan het pogen om een rechtsgevolg te bewerkstelligen. Hierbij is van belang dat verweerder pas de avond voor de aandeelhoudersvergadering, ter vervanging van een kantoorgenoot die verhinderd was, werd ingeschakeld. Het valt niet aan verweerder te verwijten dat zijn cliënt in weerwil van zijn advies de aandeelhoudersvergadering heeft voortgezet en niet heeft willen wachten. Niet is gebleken dat verweerder in dit concrete geval meer had kunnen doen om zijn cliënt te bewegen een minnelijke regeling te treffen. Ook is niet gebleken dat verweerder zijn wederpartij rechtstreeks heeft benaderd. Klager stelt dat verweerder heeft gepoogd klager en zijn kantoorgenoot buiten te sluiten, maar op die situatie ziet gedragsregel 25 niet.