Zoekresultaten 18801-18810 van de 45124 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-127/DB/ZWB

    Klacht niet ontvankelijk wegens verstrijken termijn 46g.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329971 KL RK 17-200

    Op basis van de omstandigheden van het geval was er voor de notaris voldoende aanleiding om het Stappenplan te volgen. De kamer komt tot het oordeel dat dat onvoldoende is komen vast te staan dat de notaris de wilsbekwaamheid van de testateur ten tijde van het passeren van het (levens)testament of kort daaraan voorafgaand op een zorgvuldige wijze heeft beoordeeld. Evenmin is komen vast te staan dat de notaris voldoende heeft gewaarborgd dat de testateur zijn wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen aan de notaris. Hierdoor is onvoldoende gebleken dat de notaris heeft gehandeld als dat van een redelijk handelende en redelijk bekwame notaris verwacht had mogen worden. De kamer acht de klacht daarom gegrond en legt de notaris de tuchtmaatregel op van schorsing in het ambt van notaris voor de duur van twee weken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:75 Raad van Discipline Amsterdam 17-934/A/A

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft opdracht van de notaris ontvangen om namens klager en zijn partner een verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap in te dienen op basis van een onder begeleiding van de notaris opgesteld convenant. In het licht van de specifieke omstandigheden kan het verweerder niet tuchtrechtelijk worden verweten dat hij het gemeenschappelijk ontbindingsverzoek met daarbij het convenant bij de rechtbank heeft ingediend op de wijze zoals dat is gebeurd. De zware zorgplicht waar klager aan refereert geldt niet in onderhavig geval, aangezien het convenant tussen klager en zijn partner is opgesteld ten overstaan van de notaris. In dat kader rustte op de notaris de verplichting het convenant met klager en zijn partner te bespreken en hen te wijzen op de juridische gevolgen daarvan. Voor zover de notaris aan die verplichting niet zou hebben voldaan, kan dat verweerder niet tuchtrechtelijk worden verweten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:69 Raad van Discipline Amsterdam 18-102/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:23 Accountantskamer Zwolle 17/839 Wtra AK

    Betrokkene is zakelijk gaan samenwerken met zijn cliënt terwijl hij de accountant bleef van de cliënt en diens vennootschappen. Betrokkene had daarom op grond van artikel 11 VGBA ervoor te waken dat zijn oordeel op ongepaste wijze zou worden beïnvloed. Op grond van de artikelen 20 tot en met 22 van de VGBA diende hij deze bedreiging te identificeren en te beoordelen en vervolgens toereikende maatregelen te treffen om de bedreiging weg te nemen of terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. Op grond van artikel 21 VBA had betrokkene ten slotte zijn conclusie over een en ander vast moeten leggen. Betrokkene heeft dit alles niet gedaan. Daarmee is sprake van schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-570

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Betreft klacht tegen handelwijze van de advocaat van de wederpartij van klager. Niet gebleken is dat deze advocaat in dit geval niet mocht afgaan op de informatie van zijn cliënte. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:63 Raad van Discipline Amsterdam 17-935/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-949/DB/LI

    Dekenbezwaar gegrond voor zover het betreft de door verweerder geaccepteerde betalingen van de vennootschap onder firma op zijn derdengeldenrekening en kantoorrekening, terwijl hij wist dat de wederpartij als medevennoot voor een dergelijke betaling toestemming had moeten verlenen. Ook gegrond voor zover het betreft het oneigenlijk gebruik maken van de derdengeldrekening, nu de door verweerder ontvangen betalingen geen derdengelden waren en derhalve in strijd met artikel 6.22 lid 3 van de VODA is gehandeld. Voor het overige ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:227 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-507/DB/LI

    Klager heeft geen direct eigen belang bij de klacht. Feit dat hij tezamen met de cliënt van verweerder gesprekken heeft gevoerd over de oprichting van een coöperatie en hij daarna tezamen met de cliënt van verweerder bestuurder van die coöperatie is geworden, maakt dat niet anders. Klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-202/DB/RO

    Advocaat is niet verplicht om vordering in rechte in te stellen ter hoogte van door cliënt gewenste bedrag. Begrijpelijk dat advocaat op basis van vertrouwensbreuk zich heeft teruggetrokken. Kennelijk ongegrond.