Zoekresultaten 3891-3900 van de 42894 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:10 Hof van Discipline 's Gravenhage 210247

    Klacht van (voormalig) advocaat tegen (voormalig) deken. De raad heeft de klacht van klager in alle drie de onderdelen ongegrond verklaard. Het hof onderschrijft de door de raad aangelegde toetsingsmaatstaf en de overwegingen. Geen van de uitvoerige beroepsgronden, noch de daarop gegeven toelichting, noopt het hof om de overwegingen van de raad voor onjuist te houden.Anders dan de raad oordeelt het hof evenwel dat de conclusie die uit de overwegingen van de raad moet worden getrokken is dat de klachten 1 en 2 gegrond moeten worden verklaard. Het optreden door een deken als belangenbehartiger van een advocaat in een individuele klachtzaak, ook al is die advocaat een voormalig deken, staat op gespannen voet met overige bij de deken belegde rollen in het rechtsbestel, kan daardoor het vertrouwen in de advocatuur schaden en dient daarom te worden vermeden.Deze gegrondverklaring brengt naar het oordeel van het hof echter niet mee dat een maatregel moet worden opgelegd. Het hof sluit de ogen niet voor het feit dat verweerder heeft gehandeld in overeenstemming met hetgeen op het moment van zijn handelen bestendig gebruik was bij lokale dekens. Dat het hof deze praktijk, op basis van voortschrijdend inzicht, eerst alleen als onwenselijk, maar inmiddels als onbetamelijk kwalificeert, hoeft niet ten nadele van verweerder uit te vallen. Gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-961/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in privé. Van een “voldoende verband met de praktijkuitoefening” is geen sprake omdat de gedragingen verband houden met de in privé hoedanigheid gesloten overeenkomst en het daaruit voortvloeiende geschil. Het enkele feit dat e-mailberichten zijn verzonden vanuit een e-mailaccount van het advocatenkantoor maakt dit niet anders.  Ook is niet gebleken van gedragingen die absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:9 Hof van Discipline 's Gravenhage 210356

    Klacht tegen eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verkorte bekrachtiging raadsbeslissing. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:20 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-778/DH/RO/D

    Ambtshalve voortzetting van zaak 22-369.Verweerder is tekortgeschoten in voortvarende, zakelijke en neutraal geformuleerde communicatie met een andere advocaat over een overgenomen zaak. De gang van zaken was naar het oordeel van de raad zeer oncollegiaal. Daar staat echter tegenover dat de kwestie op 5 september 2022 is uitgesproken tussen verweerder en de oorspronkelijke klager. In deze omstandigheid ziet de raad grond om de klacht gegrond verklaren, maar aan verweerder geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-962/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in privé. Van een “voldoende verband met de praktijkuitoefening” is geen sprake omdat de gedragingen verband houden met de in privé hoedanigheid gesloten overeenkomst en het daaruit voortvloeiende geschil. Het enkele feit dat e-mailberichten zijn verzonden vanuit een e-mailaccount van het advocatenkantoor maakt dit niet anders.  Ook is niet gebleken van gedragingen die absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:21 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-855/DH/RO/D

    Ambtshalve voortzetting van zaak 22-360.Verweerder heeft een veelheid van fouten gemaakt. Verweerder is ernstig tekort geschoten in zijn bijstand aan mevrouw H en hij heeft haar daarmee mogelijk schade toegebracht. Verweerder heeft de afspraken die hij maakte met mevrouw niet schriftelijk bevestigd en haar niet (tijdig) op de hoogte gehouden van de voortgang van zijn werkzaamheden. Verweerder heeft een contante betaling in ontvangst genomen zonder hiervan melding te maken aan de deken en hij heeft de financiën niet voortvarend afgewikkeld toen de bijstand aan mevrouw H was geëindigd. Verweerder heeft een beroepsfout gemaakt en heeft na ontdekking daarvan niet voortvarend en adequaat gehandeld. Ook heeft verweerder mevrouw H. zonder afspraak thuis bezocht. Naar het oordeel van de raad zijn de kernwaarden deskundigheid en financiële integriteit in het geding. Met zijn handelen heeft verweerder schade toegebracht aan het vertrouwen in de advocatuur. Dat verweerder de zaak met mevrouw H heeft geregeld, verontschuldigt hem niet. Bij het bepalen van de maatregel heeft de raad echter wel rekening gehouden met de met mevrouw H getroffen regeling. De raad legt aan verweerder de maatregel op van een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:22 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-940/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over curator kennelijk niet-ontvankelijk. De klacht is op 17 januari 2018 ingediend, waarna de deken heeft laten weten deze niet in behandeling te nemen. Op 22 december 2021 is namens klager om een reactie gevraagd. De voorzitter is van oordeel dat klager het besluit om de klacht niet in behandeling te nemen heeft geaccepteerd, gelet op de lange periode van stilzwijgen (bijna 4 jaar). Bovendien blijkt niet dat de gemachtigde gemachtigd is om op te treden in een tuchtzaak.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:23 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-944/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-646/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2022/01

    De dierverloskundige heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de vele door hem onbevoegd uitgevoerde keizersneden zonder dat daartoe een dwingende veterinaire noodzaak bestond, het onbevoegd toedienen en achterlaten van de UDD-gekanaliseerde diergeneesmiddelen en de ontoereikende administratieve verantwoording. van de toepassing en verstrekking van diergeneesmiddelen en tweede keuze antibiotica in het bijzonder.Het Veterinair Beroepscollege kan zich voorts verenigen met hetgeen het Veterinair Tuchtcollege in de uitspraak onder 5.13. heeft overwogen over de op te leggen maatregelen.