Zoekresultaten 41681-41690 van de 42844 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0030 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/126Vp

      Klager verwijt de verpleegkundige onzorgvuldig jegens hem te hebben gehandeld toen hij arbeidsongeschikt was. Verweerder voert gemotiveerd verweer. Het college heeft de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0240 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5455

    Verweerder heeft geld van derdenrekening, op instructie van kantoorgenoot/niet-advocaat, na instructie van cliënt van de kantoorgenoot overgemaakt, terwijl dat geld op verzoek van de cliënt door een derde beschikbaar was gesteld. Klacht van deze derde ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0241 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5484

    Verweerder heeft onvoldoende diepgaand geadviseerd aan cliënt over fiscale consequenties convenant toedeling echtelijke woning en verdeling overwaarde gegrond waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0234 Raad van Discipline Amsterdam 09-143H

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten zonder opdracht van zijn cliënte hoger beroep te hebben ingesteld en voorts niet te zijn ingegaan op de uitdrukkelijke instructie van zijn cliënte om het appel per ommegaande in te trekken. Klachten ongegrond, nu verweerder onder de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de raad kon handelen zoals hij heeft gedaan.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0235 Raad van Discipline Amsterdam 09-144H

    Verweerder wordt verweten zonder opdracht hoger beroep te hebben ingesteld. In dat kader betwist klaagster ook de in verband met hoger beroep gestuurde declaratie. Verder zou verweerder zijn geheimhoudingsplicht hebben geschonden door buiten medeweten van klaagster overleg te hebben gehad met diens (voormalig) financieel adviseur. Klachten ongegrond, nu verweerder hoger beroep had ingesteld in opdracht van de (voormalig) financieel adviseur en klaagster had nagelaten verweerder op de hoogte te stellen van het feit dat zij het contact met haar adviseur had verbroken. Van excessief declareren is niet gebleken, terwijl voor de beoordeling van de redelijkheid de begrotingsprocedure is aangewezen.    

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0236 Raad van Discipline Amsterdam 09-169A

    Verzet tegen beslissing van de voorzitter dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is wegens te laat klagen. Verzet ongegrond, want volstrekt niet heeft gemotiveerd waarom de voorzitter niet tot een kennelijk niet-ontvankelijk ­verklaring had mogen komen.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0237 Raad van Discipline Amsterdam 09-170A

    Verzet tegen beslissing van de voorzitter dat de klacht niet uit het klachtdossier kan worden afgeleid. Verzet ongegrond, want volstrekt niet gemotiveerd waarom de voorzitter niet tot een kennelijk niet-ontvankelijk verklaring had mogen komen.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0238 Raad van Discipline Amsterdam 09-123A

    Verzet. Klager verwijt verweerder dat hij, ondanks toezeggingen, heeft verzuimd een procedure aanhangig te maken, onderzoek te doen en over dat onderzoek te rapporteren. Klager heeft dit verwijt niet aannemelijk gemaakt. Voorop staat dat een advocaat bij de behandeling van een zaak de leiding heeft en niet kan worden verplicht om een opdracht aan te nemen die hij niet haalbaar acht. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0239 Raad van Discipline Amsterdam 08-347A

    De klacht ziet op onnavolgbaar financieel beleid, gebrekkige communicatie en onzorgvuldig adviseren en handelen. Verweerster heeft niet steeds gespecificeerd en overzichtelijk gedeclareerd en een voorschot niet tijdig afgerekend; klachtonderdeel gegrond. Verweerster heeft voorts een vonnis niet tijdig aan klagers doorgezonden en niet schriftelijk geadviseerd over de mogelijkheid van appel cq schriftelijk bevestigd dat klagers geen appel wensten in te stellen; klachtonderdeel (deels) gerond. De overige klachtonderdelen zijn niet komen vast te staan. Maatregel, de persoonlijke omstandigheden van verweerster in aanmerking genomen: enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0070 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/254

      Klagers vrouw is na een knieoperatie overleden als gevolg van een longontsteking en sepsis. Het is volgens klager aannemelijk dat het postoperatief toedienen van grote hoeveelheden morfine mede tot de dood van zijn vrouw heeft geleid. Klager verwijt de anesthesioloog dat hij de morfine heeft toegediend terwijl hij op de hoogte had kunnen zijn van het mogelijke bestaan van een obstructief slaap apneu syndroom. Voorts wordt de anesthesioloog verweten dat hij niet toegezien heeft op een juiste hantering van de PCA-pomp en ten derde dat hij de alarmoproep van de verpleegkundigen niet voldoende serieus heeft genomen. Het college achtte de aan de anesthesioloog verweten en deels gegrond bevonden klachtonderdelen ernstig van aard en heeft de anesthesioloog een berisping opgelegd.