Zoekresultaten 43021-43030 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0597 Raad van Discipline Arnhem 09-99

    Advocaat treedt op voor de BV tegen (middelijk) aandeelhouder van 50 procent van de aandelen van die BV die het daarmee oneens is. Geen tegenstrijdig belang in de zin van gedragsregel 7. Door zo op te treden treedt verweerder niet tevens op (en dus tegelijk) tegen die aandeelhouder.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0497 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3338/09.170

    Dekenonderzoek naar een klacht van klaagster duurde relatief lang. De Deken is gebleven binnen de hem toekomende vrijheid. Klacht wegens lange duur onderzoek en onvolledigheid van de informatie van de Deken aan de Raad ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0503 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3276/09.108

    Klager verschijnt als gevolg van een onjuiste verwijzing naar de zittingzaal door de bode, niet ter zitting. Zaak wordt buiten zijn aanwezigheid in bijzijn verweerder behandeld. Na uitroeping van de volgende zaak blijkt klager alsnog op de gang aanwezig. Raad heropent de behandeling ter zitting en bepaalt daarvoor een nieuwe datum

  • ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0481 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3209/09.41

    Verzet te laat ingesteld: verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0494 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3220/09.52

    Advocaat is persoonlijk betrokken in een boedelscheidingsprocedure met zijn voormalige echtgenote. De privé gedragingen van de advocaat vallen niet onder het tuchtrecht. Het opvragen van een gba uittreksel door de betreffende advocaat van diens voormalig echtgenote door gebruikmaking van zijn kantoorpapier en zonder nadere mededeling over de hoedanigheid waarin deze informatie wordt opgevraagd is tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0475 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3219/09.51

    Onderzoek om in aanmerking te komen voor een toevoeging achterwege gebleven. Advocaat had goede gronden om aan te nemen dat cliënt niet in aanmerking kwam voor een toevoeging.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0428 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/871

    Klagers stellen dat de notaris zich ten onrechte heeft opgesteld als boedelnotaris. De Kamer is van oordeel dat uit feiten en omstandigheden volgt dat de notaris moet worden beschouwd als boedelnotaris althans dat ervan kan worden uitgegaan dat de erfgenamen (uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend) hebben ingestemd met het verrichten van werkzaamheden als die van een boedelnotaris door de notaris. Niet gebleken is dat de notaris anderszins bij de afwikkeling van de nalatenschap onjuist heeft gehandeld. Klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0598 Raad van Discipline Arnhem 09-105

    Rolperikelen. Voorzittersbeslissing. Geen redelijk belang bij de klacht dat verweerder klager geen kopie zou hebben gezonden van het rolformulier waarin hij zich stelde. Onwelwillend gedrag van klager zelf door verweerder die ook in eerste aanleg in deze zaak voor zijn cliënt was opgetreden geen kopie van de memorie van grieven te sturen met het argument dat hij, klager, niet volgens de regels op de hoogte was gebracht van het feit dat verweerder zich in hoger beroep had gesteld en hem (daarentegen wel) voor memorie van antwoord peremptoir te stellen. De stelling dat de door de cliënt van klager als partij getuige gehoord welbewust moet zijn gelogen pleitbaar en daarom niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0498 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3302/09.134

    De advocaat handelt onzorgvuldig door met klaagster gemaakte afspraak over wat van haar werd verwacht en door informatie over de overdracht van het kantoor (en het dossier) niet schriftelijk te bevestigen. Klacht gedeeltelijk gegrond. Enkele waarschuwing. Klaagster niet-ontvankelijk in verzoek tot toekenning schadevergoeding.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0504 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3296/09.128

    Het enkele gegeven dat de voorzitter en leden van de Raad binding hebben met de balie waarvan ook verzoeker uitmaakt en de rechtbank in dat arrondissement vormt op zichzelf geen argument dat sprake zou (kunnen) zijn van subjectieve bevooroordeeldheid jegens verzoeker. Volgt afwijzing van het wrakinsverzoek. Nu onderhavig verzoek enkel is gedaan om alsnog uitstel te bewerkstelligen nadat eerder verzoek daartoe niet is gehonoreerd en aldus van het middel van wraking misbruik is gemaakt, wordt daarbij bepaald dat een eventueel volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zal worden genomen.