ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0347 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 127

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0347
Datum uitspraak: 08-06-2010
Datum publicatie: 08-06-2010
Zaaknummer(s): 2009 H 127
Onderwerp: Lichamelijke toestand
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de verpleegkundige dat zij zonder klagers toestemming zijn minderjarige dochter heeft onderzocht. In het bijzonder worden de verpleegkundige acht punten verweten. De verpleegkundige heeft zich op het standpunt gesteld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht, aangezien de dochter van klager niet haar cliënte is, maar zijn ex-echtgenote. Het College heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, aangezien de verpleegkundige niet heeft gehandeld in haar hoedanigheid van verpleegkundige maar in die van psychosociaal therapeut.    

Datum uitspraak: 8 juni 2010

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

wonende te B,

klager,

tegen:

C , verpleegkundige

wonende te D ,

de persoon over wie geklaagd wordt,

hierna te noemen de verpleegkundige.

1. Het verloop van het geding

Het klaagschrift is ontvangen op 17 juni 2009. De verpleegkundige heeft op de klacht gereageerd, waarna partijen hebben gerepliceerd en gedupliceerd. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 13 april 2010. Beide partijen zijn daarbij verschenen.

2. De feiten

De verpleegkundige heeft een praktijk voor Ouder en Kind Coaching waar zij als psychosociaal therapeut werkzaam is. Tussen januari en mei 2009 heeft de verpleegkundige op verzoek van klagers ex-echtgenote een aantal malen klagers 4,5 jarige dochter onderzocht. Van deze onderzoeken zijn een aantal rapportages gemaakt.

3. De klacht

Klager verwijt de verpleegkundige dat zij zonder zijn toestemming zijn 4.5 jarige dochter heeft onderzocht. In het bijzonder verwijt klager de verpleegkundige dat:

1.      het onderzoek nooit had mogen plaatsvinden zonder zijn toestemming;

2.      er op geen enkel moment contact is opgenomen met klager over de onderzoeken;

3.      de verrichte onderzoeken schadelijk zijn voor de geestelijke gezondheid van zijn dochter;

4.      zij geen pedagoog is of psycholoog en niet bevoegd is om een gedragsonderzoek uit te voeren;

5.      zij een vriendin is van klagers ex-echtgenote en collega-reïncarnatietherapeute en derhalve niet onafhankelijk;

6.      zij een kwetsbaar moment frustreerde tussen klager en zijn dochter;

7.      zij in haar verslag een praktijk voor ouder en kind coaching fingeert in haar verslag aan het Gerechtshof;

8.      zij zich door de ex-echtgenote laat gebruiken om de omgang met vader en dochter te ondermijnen.

4. Het standpunt van de verpleegkundige

De verpleegkundige stelt zich op het standpunt dat klager niet-ontvankelijk is in de klacht aangezien de dochter van klager niet de cliënt is van de verpleegkundige, maar de ex-echtgenote. Klagers ex-echtgenote heeft de hulp ingeroepen van de verpleegkundige ter ondersteuning van de thuissituatie. In dat kader heeft de verpleegkundige een aantal malen de interactie tussen moeder en dochter geobserveerd en daarover gerapporteerd. Het is aan de ex-echtgenote van klager wat zij met de rapportages doet.

De verpleegkundige is psychosociaal therapeut met ervaring en werkt volgens het geldende protocol en de visie van het vakgebied.

5. De beoordeling

Artikel 47, eerste lid van de Wet Big bepaalt dat een verpleegkundige onderworpen is aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij in die hoedanigheid behoort te betrachten. Vaststaat dat de verpleegkundige niet heeft gehandeld in haar hoedanigheid van verpleegkundige maar in haar hoedanigheid van psychosociaal therapeut. De gewraakte rapportages zijn afgegeven op briefpapier van de Praktijk voor Ouder en kind Coaching en ondertekend als psychosociaal therapeut. Een psychosociaal therapeut is geen beroepsbeoefenaar die onder de werking van de Wet BIG valt. Over handelingen in de hoedanigheid van psychosociaal therapeut kan derhalve geen klacht worden ingediend bij het Regionaal tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Om die reden moet klager niet ontvankelijk worden verklaard in de klacht.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage beslist als volgt:

Verklaart klager niet-ontvankelijk in de klacht.

Deze beslissing is gegeven op 13 april 2010 door: mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. C.C. Dedel-van Walbeek, lid-jurist, drs. A.J.M. Koeter, I.M. Bonte en M.J. van Bergeijk, leden-verpleegkundigen, bijgestaan door mr. V.J. Schelfhout-van Deventer, secretaris en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 april 2010

voorzitter                                                                                              secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         de klager en/of klaagster;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.