Zoekresultaten 20601-20610 van de 44288 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:153 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.433

    De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.452

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager heeft zich bij zijn werkgever gemeld met vermoeidheidsklachten en is door de bedrijfsarts doorgestuurd naar de gz-psycholoog voor nader psychologisch onderzoek. De gz-psycholoog heeft in zijn rapportage aangegeven dat sprake was van aggravatie en malingering. Klager is nadien door zijn werkgever ontslagen. Volgens klager heeft de gz-psycholoog onzorgvuldig gehandeld door (1) te snel en ten onrechte tot onjuiste conclusies te komen (na onvoldoende onderzoek), (2) na de rapportage geen gesprek met klager te voeren over de uitkomsten van de rapportage en de invloed die dit op klager heeft gehad, (3) de persoonsgegevens in de rapportage niet te controleren, (4) de telefoon op te nemen tijdens het onderzoek en (5) zonder toestemming van klager het rapport door te sturen naar de werkgever en de bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het tweede klachtonderdeel gegrond verklaard en de gz-psycholoog daarvoor een waarschuwing opgelegd. De gz-psycholoog is in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 2 alsnog ongegrond. De waarschuwing komt te vervallen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:94 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-048 DB/LI

    Verweerder heeft zich, na de mondelinge behandeling van een kort geding, nadat vonnis is gevraagd, zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter gewend en daarbij confraternele correspondentie overgelegd en gesproken over schikkingsonderhandelingen. Handelen van verweerder is in strijd gedragsregels 12, 13 en 15 en daardoor heeft verweerder eveneens het vertrouwen in de advocatuur beschaamd. Klacht op alle onderdelen gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-846/DH/RO

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden niet-ontvankelijk bevonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.456

    De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. Het Centraal Tuchtcollege voegt hier aan toe dat het handelen van de verpleegkundige ook niet valt onder de werking van de tweede tuchtnorm.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-154/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het kan verweerder, gelet op de ontstane vertrouwensbreuk, niet worden verweten dat hij zich als advocaat van klager heeft onttrokken. Niet is gebleken dat verweerder klagers belangen heeft geschaad bij het beëindigen van zijn werkzaamheden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-153/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat die de ex-partner van klager in verschillende procedures inzake de omgang tussen klager en zijn kinderen heeft bijgestaan. De advocaat heeft de belangen van haar cliënte behartigd binnen de grenzen van de haar - als advocaat van de wederpartij - toekomende vrijheid. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-155/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. De klacht is deels onvoldoende onderbouwd en voor het overige gemotiveerd door verweerder weerlegd. Nu geen maatregel wordt opgelegd, komt de voorzitter aan de beoordeling van klagers verzoek tot schadevergoeding niet toe.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.320

    De cardioloog heeft op 15 september 2009 een hartcatheterisatie bij klager verricht Tijdens deze catheterisatie bleek sprake van een vernauwing van een groot coronairvat. De cardioloog heeft daarom aansluitend aan de hartcatheterisatie een stent bij klager geplaatst. Klager verwijt de cardioloog: 1. wangedrag tijdens de hartcatheterisatie; 2. dat hij klager onvoldoende heeft geobserveerd en 3. dat hij een stent heeft geplaatst, terwijl dit niet noodzakelijk was en hij daarvoor ook geen toestemming aan klager had gevraagd. Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt de cardioloog. Het Centraal Tuchtcollege is unaniem van oordeel dat een berisping op zijn plaats is, omdat geen informed consent heeft plaatsgevonden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en, opnieuw rechtdoende, berispt de cardioloog.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.321

    Bij klager is op 15 september 2008 direct aansluitend aan een hartkatheterisatie een stent geplaatst. De cardioloog is als Chef de Clinique van de afdeling cardiologie betrokken geweest bij de afhandeling van de klachten van klager over deze behandeling. Klager verwijt de cardioloog, voor zover in beroep van belang, dat: 1. hij in de brief van 20 oktober 2010 feiten heeft verdraaid door een ten onrechte gewijzigde tekst als origineel te hebben gepresenteerd; 2. dat hij een onjuiste enzymenwaarde heeft opgenomen in zijn brief aan de klachtencommissie van 20 oktober 2010; 3. dat hij welbewust onjuiste informatie aan de klachtenfunctionaris, de klachtencommissie, de juridische dienst van het UMCG, Centramed en klager heeft gegeven waarmee hij klager ernstige financiële en psychische schade heeft bezorgd en 4. dat onvoldoende terecht is gekomen van de door hem toegezegde nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten, voor zover klager ontvankelijk is, afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.