Zoekresultaten 20501-20510 van de 43843 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 064/2016

    Klacht tegen longarts afgewezen (samenhang met zaak 063/2016). Het rapport voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Geen schending beroepsgeheim.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/600786 / DW RK 16/6

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten valsheid in geschrifte te hebben gepleegd door te verklaren dat er een dagvaarding is betekend, terwijl die dagvaarding nooit is ontvangen. Gelet op de klacht en de ter zitting in aansluiting op het schriftelijke verweer door de gemachtigde gegeven nadere toelichting, acht de kamer zich onvoldoende voorgelicht zodat nader onderzoek dient plaats te vinden. Tussen het gevoerde verweer en hetgeen ter zitting is aangevoerd, zijn tegenstrijdigheden ontstaan die een nadere toelichting behoeven. Ook heeft de kamer er behoefte aan om de feitelijke gang van zaken bij de betekening van het exploot van de gerechtsdeurwaarder zelf te vernemen. De kamer acht het daarbij zinvol dat ook de gemachtigde bij de voortgezette behandeling aanwezig is. Behandeling aangehouden tot nadere te bepalen datum.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-602

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf gehanteerd bij de beoordeling van de klacht. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1165

    De advocaat van de wederpartij heeft naar het oordeel van de voorzitter niet de grenzen van de hem toekomende vrijheid overschreden. Partijdige belangenbehartiger. Verrekening in opdracht van cliënte. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:57 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-722

    Dekenbezwaar. Verweerder wordt verweten advocatuurlijke werkzaamheden te hebben verricht tijdens de periode van schorsing en zich niet te hebben gehouden aan afspraken met de deken. De deken heeft verweerder vooraf uitvoerig schriftelijk uiteengezet wat de schorsing inhield en wat de gevolgen daarvan waren. Tevens zijn duidelijke afspraken gemaakt met de deken, o.m. over het informeren van de cliënten en de waarneming van de praktijk van verweerder. Door tijdens de schorsing een brief te sturen naar een cliënt, heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Het bezwaar is gegrond. Maatregel: twee weken voorwaardelijke schorsing met een proeftijd van één jaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:312 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-361

    De voorzitter oordeelt de klacht kennelijk ongegrond, omdat verwijt van klaagster dat verweerder zaak gedirigeerd heeft, niet is onderbouwd. Evenmin onderbouwd dat verweerder verkeerde procedure heeft gevolgd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1178

    Naar oordeel van de voorzitter is verweerster nimmer de advocaat van klager geweest, zodat niet kan worden vastgesteld of van tekortschieten in haar zorgverplichting sprake is. Evenmin vast te stellen of verweerster klager (onjuist) heeft geadviseerd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 613721 / NT RK 16/58

    Vooropgesteld wordt dat de notaris heeft erkend dat zij een bedrag van € 95.887,00 heeft ontvangen en dat zij (een gedeelte van) dit bedrag vervolgens ook heeft toegevoegd aan het bedrijfsresultaat van haar kantoor. Verder heeft de notaris ter zitting naar voren gebracht dat zij aan de hand van haar administratie een gedeelte van dit bedrag heeft kunnen herleiden als zijnde nog verschuldigde overdrachtsbelasting ter zake van de door haar in 2005 gepasseerde akten. In die wetenschap heeft de notaris dan ook, gelet op artikel 25 vierde lid van de Wet op het notarisambt, niet op goede gronden laatstgenoemd bedrag kunnen toerekenen aan haar kantoorresultaat. De notaris wist, dat de gelden niet aan haarzelf maar aan haar cliënten toebehoorden, nu het door haar ingehouden, maar uiteindelijk niet afgedragen, overdrachtsbelasting betrof. Uit een brief van de notaris aan de Belastingdienst volgt bovendien dat de notaris in ieder geval tot aan de datum van deze brief zelf ook de mening was toegedaan dat het teruggestorte bedrag derdengelden betrof. De gelden zijn ook eerder in haar administratie verwerkt als nog te betalen overdrachtsbelasting. Dat de Belastingdienst de gelden normaliter direct aan de rechthebbende(n) uitkeert en dat, nu dit niet is gebeurd, leidt er niet toe dat de notaris er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de gelden aan haar zouden toekomen. De omstandigheid dat de rechtsvordering van de Belastingdienst jegens de notaris dan wel haar cliënten ter zake van de overdrachtsbelasting is verjaard of dat de notaris zich heeft geconformeerd aan het advies van een de door haar ingeschakelde fiscalist leidt niet tot een andere conclusie. De notaris blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de correcte nakoming van de op haar rustende verplichtingen jegens haar cliënten. Een eventueel onjuist gegeven advies van een derde dient dan ook voor haar rekening te blijven. Ook de inspanningen van de notaris jegens de Belastingdienst met betrekking tot de inning van de verschuldigde overdrachtsbelasting rechtvaardigen niet de toe-eigening van de gelden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-802

    Betreft klacht over het optreden van de advocaat van de wederpartij. Klaagster heeft geen eigen belang bij haar klacht dat verweerder voor zijn cliënt op basis van "no cure no pay" zou zijn opgetreden. Verweerder heeft gepoogd het ten gunste van zijn cliënt gewezen vonnis ten uitvoer te leggen. In het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënt, behoort dat tot zijn taken en kan niet worden aangeduid als "obsessief" gedrag. Voorts is niet gebleken dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klaagster. De klacht is deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1179

    Arbeidsgeschil. Advocaat van wederpartij mocht zijn cliënte aviseren om foto's van haar werkplek te maken. Onder de gegeven omstandigheden mocht verweerder een e-mail rechtstreeks aan klaagster, in cc aan advocaat, sturen. Klacht kennelijk ongegrond.