Zoekresultaten 13121-13130 van de 43733 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/284

    Klager dient een klacht in tegen een bedrijfsarts met het verwijt dat hij de fatsoensnormen niet in acht heeft genomen door -onder andere- tijdens een consult tegen klager te schreeuwen, hem op intimiderende wijze te woord te staan en zich badinerend uit te hebben gelaten ovver de therapieën die klager volgde. Verder verwijt klager verweerder onvoldoende onafhankelijkheid te hebben betract bij het opstellen van een advies aan de werkgever, in het bijzonder door voorbij te gaan aan het uitgangspunt dat eerst de mogelijkheid voor een spoor 1 traject moet worden onderzocht voordat over spoor 2 kan worden geadviseerd. Verweerder voert verweer. Het college verklaart de klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:167 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190164

    Klacht over eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Allereerst stelt het hof vast dat de door de raad geformuleerde toelichting op de klachtomschrijving is aan te merken als een aanvulling op de klacht (ex art. 46d lid 9 Advw.). Nu uit de raadsbeslissing niet valt af te leiden dat deze aanvulling als zodanig kenbaar is gemaakt aan partijen en verweerster in de gelegenheid is gesteld daarop te reageren, laat het hof deze ‘toelichting’ buiten beschouwing. Het hof merkt in het kader van de maatstaf mbt de professionele standaard op dat binnen de beroepsgroep geen breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden zijn geformuleerd en het hof daarom zal toetsen of verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. In deze zaak heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door haar advies aan klaagster te handhaven, terwijl klaagster na het eerste advies van verweerster heeft aangegeven het stuk – waarop het advies grotendeels was gebaseerd – pas had ontvangen na aankoop van het appartement. Verweerster had vervolgens moeten informeren naar de gang van zaken rondom de terhandstelling van dit stuk. Klacht gegrond. Waarschuwing. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:48 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/351330 KL RK 19-42

    Gezien de informatie die de kandidaat-notaris aan klaagster heeft doen toekomen, moet het er naar het oordeel van de kamer voor worden gehouden dat klaagster in 2010 op de hoogte was of in ieder geval redelijkerwijze kennis heeft kunnen nemen van de situatie rondom de nalatenschap van haar moeder. Dat klaagster op dat moment ten onrechte in de veronderstelling verkeerde dat de brief van de kandidaat-notaris van 16 juli 2010 een verklaring van erfrecht was en zij mogelijk nog niet (in volle omvang) de gevolgen kon overzien van het wel dan niet aanvaarden van de erfenis, is in dit opzicht niet van betekenis. Bepalend voor de aanvang van de in artikel 22 lid 21 Wna genoemde vervaltermijn is de objectieve kennis van het handelen of nalaten van de kandidaat-notaris en niet de subjectieve kennis dat dit handelen of nalaten mogelijk tuchtrechtelijk onjuist zou kunnen zijn. Voor toepassing van de uitzonderingstermijn van één jaar ziet de kamer verder geen aanleiding.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/304

    Klager dient een klacht in tegen een verzekerinsgarts met het verwijt dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door de arts in opleiding tot verzekeringsarts, die klager heeft onderzocht en een rapport heeft opgsteld, onvoldoende te hebben gecontroleerd. Verweerder voert aan dat de arts in opleiding in de laatste fase van haar opleiding zat en hem niet is gebleken van onzorgvuldig handelen van de arts in opleiding. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:168 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180340

    Klacht over eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Het hof bepaalt dat aan verweren die een advocaat op verzoek van zijn cliënt in een zaak opwerpt niet te hoge eisen mogen worden gesteld. Wel moet een advocaat daarbij het belang van zijn cliënt voor ogen houden en zijn cliënt vooraf informeren en waarschuwen als het verweer mogelijk zijn belang schaadt. Wanneer het verweer niet op verzoek van de cliënt is opgeworpen, moet verweerder toereikend kunnen motiveren waarom hij het verweer heeft gevoerd en welk belang van zijn cliënt daarmee werd gediend. De klacht dat verweerder geen verweer heeft gevoerd tegen het gevorderde schadebedrag verklaart het hof ongegrond, nu verweerder onder verwijzing naar jurisprudentie van een vergelijkbare zaak waarin klager betrokken was, toereikend (en onweersproken) heeft gemotiveerd waarom hij de btw-problematiek bij schadevergoedingen niet heeft aangevoerd. Uit het dossier leidt het hof af dat het verweer van overmacht in de strafzaak van klager is gevoerd in overleg met klager en niet is gebleken dat de belangen van klager door dit verweer zijn geschaad. Voorts oordeelt het hof dat verweerder toereikend heeft gemotiveerd waarom hij bij zijn verweer in de strafzaak aansluiting heeft gezocht bij LOVS oriëntatiepunten. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/355904 KL RK 19-92

    Bekrachtiging benoeming stille bewindvoerder in verband met geconstateerde problemen op het kantoor van de notaris.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-063d

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een klinisch psycholoog. Niet gebleken dat de aanname van klaagster als patiënt en de ingezette behandeling na deze overname van klaagster als patiënt onjuist of niet geschikt was. Ook toen klaagster deze behandeling kort na de opstart beëindigde, is voor voldoende achtervang gezorgd. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/205

    Klager verwijt de cardioloog dat hij de ICD bij klager niet heeft uitgezet en klager naar huis heeft gestuurd. De volgende dag gaf de ICD meerdere schokken en is klager buiten bewustzijn geraakt. De cardioloog betreurt de gang van zaken; hoewel er strikt genomen geen reden was tot een spoedopname is hij wel van mening dat hij klager op dat moment op de SEH ook zelf had moeten zien en niet alleen op de telefonische informatie van de verpleegkundige zijn advies had moeten baseren. gegrond: beripsing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/208

    Klager verwijt verweerster, bedrijfsarts, dat zij een deskundigenoordeel van het UWV opzettelijk heeft (doen) laten verdwijnen, het deskundigenoordeel niet heeft gebruikt ten behoeve van de re-integratie van klager en medische gegevens na haar ontslag op onwettige wijze heeft achtergelaten op haar kantoor en daarmee in strijd heeft gehandeld met de AVG. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:202 Raad van Discipline Amsterdam 19-611/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerster in strijd heeft gehandeld met de gedragscode voor advocaten in het Personen- en familierecht heeft geschonden. Dat verweerster de omgang tussen klager en zijn zoon frustreert is niet gebleken. Ook niet gebleken dat verweerster heeft geweigerd met klager in contact te treden over een minnelijke regeling. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat verweerster heeft gelogen tegen de rechter.