Zoekresultaten 13431-13440 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:26 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180232

    Klacht over eigen advocaat. Verweerster had eerder moeten overgaan tot schriftelijke vastlegging van de uitgebreide opdracht, inclusief de daarbij verwachte werkzaamheden en kosten. Verweerster zou zich beperken tot het civielrechtelijke traject, maar heeft ook beperkte stappen gezet in het strafrechtelijke traject met als doel om dit te kunnen gebruiken in het civielrechtelijke traject. Verweerster heeft dit echter nimmer aan klaagster duidelijk gemaakt, terwijl schriftelijk bevestiging daarvan in de rede had gelegen. Bekrachtiging beslissing van de Raad: waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:267 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/627385 DW RK 17/416

      De gerechtsdeurwaarder heeft, anders dan artikel 11 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders helder dicteert, zijn opdrachtgever vooraf niet (helder) geïnformeerd over zijn tarieven. Klacht gegrond met maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:248 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/614660 / DW RK 16/959

      Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Het gebruik van een geautomatiseerd systeem om zaken in bulk aangeleverd te kunnen krijgen van zijn klanten, vrijwaart de gerechtsdeurwaarder niet van zijn verantwoordelijkheid om een (extra) controle uit te voeren om zo vast te kunnen stellen dat zaken niet dubbel zijn  aangeleverd. Het bestaan van een duurzame vertrouwensband tussen de gerechtsdeurwaarder en zijn klant maakt een dergelijke controle geenszins overbodig.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:261 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/625531 DW RK 17/280

        Klacht gegrond. Maatregel: geen. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder geen adresverificatie heeft verricht, waardoor het exploot niet juist is betekend. Gelet op de omstandigheid dat de constatering van de collega gerechtsdeurwaarder, dat klager niet meer woonachtig was op het betreffende adres, ruim tien maanden eerder had plaatsgevonden, maar dat de BRP nog steeds het Belgische adres naar boven haalde, hadden de gerechtsdeurwaarder actiever actuelere informatie moeten vergaren.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:242 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/617570 DW RK 16/1145

      Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder dient zorgvuldigheid te betrachten bij het overeenkomen van een betalingsregeling met de debiteur, helemaal in het geval waarbij de gerechtsdeurwaarder wéét dat het beslag, in verband met de beslagvrije voet, niets (meer) oplevert. Gebeurt dit niet, dan kan deze handelswijze – sterk afhankelijk van de hoogte van het afgesproken bedrag – gezien worden als een bewuste omzeiling van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder had in dit geval de consequenties van de te maken betalingsafspraak met de debiteur te bespreken. Niet is gebleken dat dit is gebeurd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:274 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636909 / DW RK 17/1027

      Beslissing op verzet. Klager is van mening dat de gerechtsdeurwaarder geen rekening heeft gehouden met de beslagvrije voet. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder geweten dat het geld op zijn spaarrekening bedoeld was voor andere doeleinden. Het bankbeslag had niet mogen plaatsvinden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:255 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/623648 DW RK 17/135

      Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder stelt zich ten onrechte op het standpunt dat hij er vanuit mocht gaan dat de invoering van de kostendelersnorm door de gemeente niet het gevolg heeft gehad dat de beslagvrije voet het inkomen (uitkering) van klager oversteeg. Te meer nu de gerechtsdeurwaarder beschikte over een brief waarin de gemeente had meegedeeld dat inhouding niet meer mogelijk was vanwege voornoemde invoering. Als de gemeente, ondanks de mededeling in de brief, dan toch inhoudingen overmaakt aan de gerechtsdeurwaarder, lag het op de weg van de gerechtsdeurwaarder contact op te nemen met de gemeente om de juistheid van de afdrachten te verifiëren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:27 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180292 en 180293

    Klacht van mediator tegen advocaten van een van de partijen in het geschil waarin klager als mediator optreedt. Verweerders zouden tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door een jegens klager onnodig grievende blog te schrijven op de kantoorwebsite. Verweerster zou zich daarnaast op onnodig grievende wijze hebben uitgelaten over klager in een tv uitzending van EenVandaag. Het hof acht de gekozen wijze van informatieverstrekking – een blog en medewerking aan een, niet door verweerster geïnitieerde, televisie uitzending – geoorloofd. De uitlatingen van verweerster over klager acht het hof stevig, maar niet ongeoorloofd. Met de raad is het hof van oordeel dat de uitlatingen van verweerster vallen binnen de haar toekomende vrijheid als advocaat. Bekrachtiging beslissing van de raad (klacht ongegrond). Geen proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:268 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/637369 / DW RK 17/1048

    Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij correspondentie met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso of executie binnen een redelijke termijn beantwoordt, zeker als het hierbij gaat om de herberekening van de beslagvrije voet. Beantwoording van (herhaalde) verzoeken is aanvankelijk uitgebleven en vervolgens veel te laat opgepakt. Klacht gegrond met maatregel van waarschuwing

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:249 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/615639 / DW RK 16/1031

      Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd – hoewel toegezegd – de betaalmomenten van de debiteur te agenderen, om zo beter zicht te kunnen houden of de debiteur zich aan de betalingsafspraak hield. Dit verzuim heeft ertoe geleid dat de (eerder) beslagen auto niet meer op de naam van de debiteur stond en in gerechtelijke bewaring nemen geen optie meer was, waardoor de klant van de gerechtsdeurwaarder met lege handen kwam te staan.