Zoekresultaten 21361-21370 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/129

    Nalatenschapskwestie. De erflater heeft in zijn testament aan zijn erfgenamen een last opgelegd. De notaris heeft aan de lastbevoordeelde mededeling gedaan van de inhoud van de last. De kamer is van oordeel dat de notaris daartoe bevoegd was. De kamer verwijst daarvoor naar het bepaalde in artikel 49 lid 1 en lid 4 Wet op het notarisambt en naar het bepaalde in artikel 4:131 lid 1 en lid 2 Burgerlijk Wetboek. Verder acht de kamer het arrest van de Hoge Raad van 11 maart 1994 (NJ 1995, 3) in dit geval van belang. Anders dan klaagster stelt, vindt de kamer voldoende aannemelijk geworden dat de notaris is benoemd tot boedelnotaris. Op het moment dat de notaris de lastbevoordeelde informeerde was hij terecht in de veronderstelling dat hij de nalatenschap behandelde. De notaris heeft klaagster en haar gemachtigde wel onvoldoende geïnformeerd. Het had op zijn weg gelegen aan hen mededeling te doen dat hij de lastbevoordeelde van de inhoud van de last op de hoogte had gebracht. Ook heeft de notaris ten onrechte klaagster niet uitgelegd waarom volgens hem de lastbevoordeelde wel recht had op informatie uit het testament. Hiervoor wordt aan de notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/172

      : De notaris had vanaf het begin meer inzicht in haar positie moeten geven, waardoor geen verwarring had kunnen ontstaan over de vraag of de notaris boedelnotaris in deze nalatenschap was. (…) de notaris had klager moeten informeren over het risico dat bepaalde handelingen - zoals het aangeven van voorkeuren voor bepaalde inboedelgoederen - als impliciete zuivere aanvaarding zouden kunnen worden opgevat. (…) Een beheersexecuteur mag de nalatenschap wel beheren, maar er niet over beschikken. Dit betekent dat hij een voorstel voor de wijze van verdeling mag doen, maar dat hij dit voorstel wel aan de mede-erfgenamen moet voorleggen. De notaris heeft klager hierover onjuist en onvolledig geïnformeerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-639

    Verzet deels ongegrond, deels gegrond. Beoordeling voorwaardelijke klacht jegens advocaat wederpartij. Geen toepasselijkheid van artikel 47b lid 1 Advocatenwet. Klacht onrechtmatige bedreiging alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/298954/KL 16/24

      De kandidaat-notaris heeft geconstateerd dat in 2003 door de erfgenamen reeds toestemming gegeven was voor het verrekenen van de nota van het notariskantoor. Echter deze verrekening was, zo bleek ten tijde van de afwikkeling in 2014/2015 nog niet uitgevoerd. Gezien de al in 2003 verleende toestemming behoefde de kandidaat-notaris de erfgenamen niet opnieuw toestemming om te verrekenen te vragen. Ten deze betreft de kandidaat-notaris geen verwijt. Het feit dat om boekhoudkundige redenen een interne nota (geadresseerd aan het notariskantoor en niet aan de erfgenamen) is opgesteld, is evenmin verwijtbaar. De kamer onderschrijft de stellingname van de kandidaat-notaris dat het verstandiger geweest was de administratieve verwerking op een andere wijze dan door het opstellen van een fictieve declaratie - bijvoorbeeld door een memo op te stellen - te laten plaatsvinden. De kamer is echter van oordeel dat deze administratieve onvolkomenheid niet zo ernstig is dat deze de kandidaat-notaris tuchtrechtelijk verweten moet worden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/168

      D e kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris gelet op haar beperkte opdracht in deze nalatenschap (het opstellen van een verklaring van erfrecht) niet gehouden was om in haar gesprek met moeder een mogelijk meningsverschil tussen de erfgenamen over de opeisbaarheid van de erfdelen van haar kinderen aan de orde te stellen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-047

    Problemen tussen klager die eerder in een letselschadezaak optrad voor D. en verweerder, die de behandeling van die zaak van klager had overgenomen. Klager verlangde van verzekeraar betaling van buitengerechtelijke kosten ad € 15.000,-- hoewel hij met verweerder was overeengekomen na betaling van een succesfee van € 18.500,-- finale kwijting te zullen verlenen uit welke hoofde dan ook. Verweerder heeft toen de verzekeraar van de desbetreffende overeenkomst op de hoogte gebracht. Klagers verwijt dat verweerder daarmee zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden ongegrond. Gedragsregel 6 lid 2. Gelet op hetgeen verweerder onweersproken heeft aangevoerd was de mededeling die hij (kennelijk) gedaan heeft aan Unigarant nodig, gelet op de hem opgedragen taak. Van enig bezwaar van zijn cliënte blijkt niet en de mededeling is ook in overeenstemming met een goede beroepsuitoefening.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:29 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/298954/KL RK 16/23

      De notaris heeft gedurende langere tijd een ernstig negatieve liquiditeits- en solvabiliteitspositie zowel wat het kantoor als wat de privé situatie betreft, gehad. Ondanks de benoeming van een stille bewindvoerder die de notaris heeft begeleid, is geen verbetering opgetreden. Die ernstige situatie duurt voort en is structureel. De negatieve posities duren voort en zijn in 2015 verergerd. Er is geen reëel zicht op verbetering. Naast de negatieve financiële posities zijn er zorgwekkende belastingschulden. Vooral het niet – tijdig - afdragen van BTW rekent de kamer de notaris aan. De notaris lijkt zich onvoldoende bewust van de ernst van deze situatie. Aan de notaris zijn voorts sedert 2005 bij herhaling tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd. Het risico dat het handelen en nalaten van de notaris het vertrouwen dat aan het notariaat in de rechtsbedeling is opgedragen kan schaden, is dermate groot dat de kamer een langer voortzetten van de notariële praktijk door de notaris niet voor haar verantwoording wil nemen.Gezien deze feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van ontzetting uit het ambt passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/173

    In de praktijk leidt niet elke aandelenoverdracht tot een adreswijziging van het bedrijf. Aldus is het verweer van de kandidaat-notaris dat de opdracht was beperkt tot het overdragen van aandelen begrijpelijk. Dat neemt echter niet weg dat de kandidaat-notaris in de opdrachtfase aandacht had moeten vragen voor het adres van de vennootschap.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/160

      Een notaris dient zich ervan te vergewissen of de wensen van een testateur ten aanzien van zijn vermogensrechten goed in het testament worden vastgelegd. De taak van de notaris gaat echter niet zo ver dat hij het bestaan van de vermogensrechten waarover in het testament wordt beschikt, dient te controleren. (…) Aangezien de notaris wist dat de kans groot was dat binnen de familie onenigheid zou ontstaan over de nalatenschap van erflaatster, had de notaris in de opzet van de verklaring/volmacht een duidelijker onderscheid moeten maken tussen de keuze voor een al dan niet beneficiaire aanvaarding of verwerping van de nalatenschap enerzijds en het al dan niet verlenen van een volmacht aan de executeur anderzijds, waardoor het voor klager duidelijker zou zijn geweest dat hij de nalatenschap (beneficiair) kon aanvaarden zonder aan de executeur een volmacht te hoeven geven. Het voert echter te ver om dit als tuchtrechtelijk verwijtbaar aan te merken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-023

    Klachten ongegrond. Blijkens de opdrachtbevestiging, door klager voor akkoord ondertekend, heeft verweerder wel degelijk de mogelijkheid van een toevoeging met klager onderzocht. Latere onduidelijkheid omtrent matiging declaratie en, bij uitblijven tijdige betaling, weer verhogen declaratie niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Evenmin als rechtstreeks aanschrijven tot betaling terwijl klager inmiddels door nieuwe advocaat werd bijgestaan.