Zoekresultaten 20881-20890 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:47 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/302992/KL RK 16/51

      Klaagster is in 1981 in Massachusetts (VS) gehuwd en in 1983 in Nederland van echt gescheiden. Klaagster erft tijdens haar huwelijk een/vierde gedeelte van een onroerende zaak (en na de echtscheiding het resterende drie/vierde gedeelte). In 2015 levert klaagster de onroerende zaak aan een derde. Tijdens de voorbereiding van de levering ontstaat bij de notaris twijfel welk huwelijksgoederenrecht gold ten tijde van het huwelijk van klaagster: dat van de staat Massachusetts of dat van Nederland. In het laatste geval is een/vierde gedeelte van het onroerend goed in de huwelijksgoederengemeenschap van klaagster gevallen en dient haar ex-echtgenoot aan de levering zijn medewerking te verlenen. De notaris komt tot de conclusie dat dit het geval is. Omdat de (vervangende) medewerking van de ex-echtgenoot niet tijdig kan worden verkregen, vindt de levering geen doorgang. Klaagster verwijt de notaris onzorgvuldig te hebben gehandeld. De kamer overweegt dat de notaris tijdig is begonnen met het onderzoek naar de beschikkingsbevoegdheid van klaagster. Uit de verkregen informatie, te weten kadastrale berichten en verklaringen van erfrecht, mocht de notaris, naar het oordeel van de kamer, aannemen dat op klaagster het huwelijksgoederenrecht van de staat Massachusetts van toepassing was en dat klaagster beschikkingsbevoegd was om de onroerende zaak te leveren. Niet eerder dan nadat klaagster de notaris nader had geïnformeerd over haar eerste huwelijksdomicilie behoefde bij de notaris twijfel te ontstaan over de beschikkingsbevoegdheid van klaagster. Vervolgens heeft de notaris voldoende voortvarend en adequaat gereageerd en klaagster op de mogelijkheden gewezen om alsnog de volledige beschikkingsbevoegdheid te verkrijgen. De kamer verklaart de klacht ongegrond.              

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:100 Accountantskamer Zwolle 15/2728 Wtra AK

      Fraude van werknemer gedurende meerdere boekjaren niet tijdens controle ontdekt. Voor de beoordeling van de klachten is van belang dat het enkele feit dat achteraf is gebleken dat bij de door betrokkene gecontroleerde gegevens en stukken sprake is geweest van fraude dan wel dat betrokkene de frauduleuze onttrekkingen bij zijn controlewerkzaamheden niet op het spoor is gekomen, nog niet betekent dat betrokkene de voor hem geldende beroeps- en gedragsregels heeft geschonden. In casu, gezien de hem gebleken  feiten en omstandigheden, heeft betrokkene ten onrechte nagelaten nadere, aanvullende controlewerkzaamheden uit te voeren. Een dergelijke (aanvullende) controle was ook aangewezen nu de uitkomst daarvan mede de inschatting had te bepalen van de waarschijnlijkheid dat bedoeld risico een afwijking van materieel belang tot gevolg zou hebben. Betrokkene heeft het verweer gevoerd dat het bedrag van de uiteindelijke fraude het materieel belang niet oversteeg. Door betrokkene is betoogd dat over de periode 2009 tot en met 2013 de materialiteit op jaarbasis gemiddeld € 350.000 bedroeg en dat op jaarbasis de geconstateerde fraude de materialiteit niet overstijgt. De Accountantskamer volgt betrokkene niet in dit verweer. Doordat de fraude een aantal jaren heeft plaatsgevonden, kan immers niet slechts worden getoetst aan de materialiteit op jaarbasis, maar dient het cumulatieve effect van de fraude op het eigen vermogen van de controlecliënt mede in aanmerking te worden genomen. Dit effect was een veelvoud van de gehanteerde materialiteit en derhalve van materieel belang voor de jaarrekening.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:313 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.412

      Klager lijdt aan de ziekte van Dupuytren en draagt een ICD onder meer vanwege een erfelijke hartritmestoornis. Bij klager was sprake van een verdenking op een carpaal tunnel syndroom. Het ondergaan van een elektromyogram (EMG) was daarom aangewezen. Klager verwijt de aangeklaagde arts in opleiding tot neuroloog dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens klager behoorde te betrachten door: 1. niet te luisteren toen klager tijdens het EMG-onderzoek aangaf pijn te hebben. De pijn betrof steken in de armen, hoofd, nek, borst en in de hartstreek; 2. het EMG-onderzoek niet te stoppen ondanks het verzoek van klager het onderzoek vanwege de pijn te staken; 3. de gevaren van een EMG-onderzoek bij een patiënt met een ICD niet te willen erkennen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in al de onderdelen als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 070/2016

      Klacht tegen tandarts kennelijk ongegrond. Het afbreken van een vijltje is een vaker voorkomende complicatie van een wortelkanaalbehandeling en heeft te gelden als een risico van de behandeling. Tekortschieten in verantwoorde zorg is niet gebleken. Dat klager extra kosten heeft gemaakt in verband met vervolgbehandelingen bij een endodontoloog kan verweerster niet tuchtrechtelijk verweten worden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-809/DB/LI/D

    Zorgwekkende financiële situatie van het (eenmans)kantoor van advocaat.   Geen vervangingsregeling getroffen, waardoor de continuïteit van de belangenbehartiging van de cliënten bij afwezigheid van de advocaat onvoldoende is gewaarborgd. Advocaat reageert niet op verzoeken van de deken om nadere financiële informatie noch op verzoeken om te reageren op tegen de advocaat ingediende klachten. Schorsing voor onbepaalde tijd ex artikel 60b Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:180 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160065

    Beklag ex artikel 13 Advocaten is ongegrond. Het beoogde doel van klager is kansloos. Er is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 13 Advocatenwet, waaronder de eis van verplichting bijstand door een advocaat.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:33 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/5 SHE/2016/16 SHE/2016/22

    deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond en deels gegrond (voor zover de klachten zien op de informatieverstrekking door de notaris, de door de notaris gevorderde vergoeding van de behandeling van klachten van klager, het gebrekkige beheer over de nalatenschap). Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:181 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160084

    Beklag ex artikel 13 Advocatenwet is ongegrond. Het is niet of onvoldoende duidelijk dat is voldaan aan de criteria van artikel 13. Bovendien is procederen zinloos nu de vordering is verjaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 013/2016

      klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. De indicatiestelling voor het plaatsen van de knieprothese kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan. Verweerder heeft conform de gebruikelijk methode de prothese geplaatst, niet gebleken is dat verweerder een te grote prothese geplaatst heeft. Verweerder is binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening gebleven met zijn uitlatingen omtrent onmogelijkheid van behandeling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 014/2016

      Klacht tegen reumatoloog kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gelet op de gebleken bevindingen de diagnose mono-arthritis kunnen stellen. Verweerster heeft conform de gebruikelijk behandeling intra-articulaire injecties gegeven, die geen kans geven – gelet op de frequentie en het gegeven aantal – op gewrichtsschade.