Zoekresultaten 3801-3810 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:351 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-667/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:352 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-693/AL/OV

    Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van deken. Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerder de klacht van klager in behandeling heeft genomen en een onderzoek heeft ingesteld. Daarbij stond het verweerder, overeenkomstig de ‘Leidraad dekenaal klachtonderzoek’, vrij om het onderzoek alleen schriftelijk te laten verlopen en geen hoorzitting te organiseren. Niet gebleken dat de kern van klagers klacht is weggevallen en een onjuiste voorstelling van zaken is gegeven door de formulering van de klachtonderdelen door verweerder. In het dossier kunnen geen aanknopingspunten worden gevonden voor klagers stelling dat hij door verweerders handelen bij het onderzoek naar de klacht over mr. W. op enigerlei wijze in zijn rechten, vrijheden en belangen is geschaad. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:353 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-691/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft steeds in opdracht en in het belang van zijn client gehandeld, waarbij hij de belangen van klager niet onnodig of onevenredig heeft geschaad zonder redelijk doel. Het stond verweerder vrij om namens zijn client een kort geding te starten. Dat klager dit als tegenwerken ervaart, betekent niet dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Het feit dat het verkoopproces al enige tijd duurt en mogelijke kopers tot nu toe alsnog zijn afgehaakt, kan verweerder niet worden verweten. Uit het klachtdossier leidt de voorzitter af dat de vertraging in het verkoopproces van het gemeenschappelijke vastgoed verschillende oorzaken heeft die niet binnen de invloedssfeer van verweerder liggen. Tot slot heeft verweerder geen onjuiste informatie aan de rechtbank en aan de executeur verstrekt. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:354 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-692/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over deken. Verweerder heeft klagers geïnformeerd over de mogelijkheid om hun klacht aan de raad van discipline voor te leggen, zoals ook in het door klagers aangehaalde artikel 4.1 van de ‘Leidraad dekenaal klachtonderzoek’ (versie 2020) is vermeld. Daarbij heeft verweerder klagers erop gewezen dat het verschuldigde griffierecht van € 50,- uiterlijk binnen vier weken na de dag van verzending van die mededeling dient te zijn bijgeschreven op het in het dekenstandpunt vermelde bankrekeningnummer. Wanneer deze termijn ingaat, is in artikel 46e lid 2 Advocatenwet bepaald. Verweerder heeft de klacht van klagers niet doorgestuurd naar de raad van discipline, omdat klagers het griffierecht niet tijdig hebben betaald. Verweerder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2022:186 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-384/DB/LI

    Klacht over advocaat in zijn hoedanigheid van advocaat en deken. Voorzitter heeft juiste toetsingsnorm gehanteerd en alle feiten en omstandigheden beoordeeld.Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:355 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-711/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk (gebrek aan belang) en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2022:187 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-495/DB/LI

    Betreft klacht over advocaat in hoedanigheid van deken. Voorzitter heeft juiste toetsingsnorm gehanteerd en alle feiten en omstandigheden beoordeeld.Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2022:182 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-620/DB/LI

    De mediation is aangevangen op het moment dat partijen daarover ter zitting  in aanwezigheid van de mediator overeenstemming hebben bereikt, derhalve op 31 augustus 2021. Dat de mediationovereenkomst pas in december 2021 is ondertekend maakt dit niet anders. Advocaat heeft een tijdens de mediation in opdracht van de advocaten van beide partijen verkregen herwaarderingsverklaring in de bodemprocedure ingebracht.De uitzondering op de geheimhoudingsverplichting ex artikel 7.2 van het mediationreglement is in deze zaak niet van toepassing, omdat niet kan worden vastgesteld dat de advocaat buiten mediation over de door haar in het geding ingebrachte herwaarderingsverklaring had kunnen beschikken, is de uitzondering. De gezamenlijke herwaarderingsverklaring valt daarom onder de geheimhoudingsplicht van partijen.Klacht gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZCTG:2022:230 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022.1271

  • ECLI:NL:TADRSHE:2022:183 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-654/DB/LI

    De  klacht heeft betrekking op het optreden van de advocaat in zijn hoedanigheid van bestuurder van de rechtspersoon BV X. De aandelen van BV X vallen in de nalatenschap van de moeder van klager. De rechten van de onverdeelde boedel worden uitgeoefend door de executeur. Klager heeft als een van de erfgenamen van de onverdeelde boedel geen rechtstreeks eigen belang bij de klacht over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van bestuurder van BV X.Klacht niet-ontvankelijk