Zoekresultaten 19751-19760 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-164

      Deels gegronde klacht tegen verpleegkundige die klaagster heeft behandeld in het kader van haar eetstoornis. Niet gebleken dat het doel dat de verpleegkundige voor ogen had met het delen van vertrouwelijke informatie slechts was te bereiken met doorbreking van het beroepsgeheim waardoor er sprake is van schending van het beroepsgeheim. Geen sprake van abrupte en eenzijdige beëindiging behandelrelatie. Gezien verschillende lezingen van partijen niet vast te stellen dat verpleegkundige klaagster onvoldoende zorg of nazorg heeft geboden. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:28 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160132W

    Tussenbeslissing tav wrakingsverzoek Mr. Den Hartog Jager heeft de griffier verzocht om overlegging van stukken aan het hof. De overlegging van die stukken heeft de kamer van het Hof van Discipline en verzoeker niet bereikt. Nu het wrakingsprotocol van het hof in artikel 3 lid 2 de mogelijkheid biedt tot die overlegging, heropent het hof de behandeling en draagt de griffier op de stukken in het dossier te voegen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:20 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-026/DH/RO

    klacht deels niet-ontvankelijk (te laat), deels kennelijk ongegrond; ontbreken uitdrukkelijke opdrachtbevestiging betekent niet dat geen sprake is van dienstverlening; verweerder is niet tekortgeschoten in zijn dienstverlening

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-165

      Ongegronde klacht van klager tegen verpleegkundige die tijdens een huisbezoek voor een overdracht met de kraamzorg bepaalde uitlatingen over klager heeft gedaan tegen klagers partner. Beter ware dat verpleegkundige niet buiten aanwezigheid van klager haar eigen indruk over hem had uitgesproken, maar gezien de context en de achtergrond van het huisbezoek geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verpleegkunde aan de orde. Klacht afgewezen.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:29 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160246

    Klager heeft na het verstrijken van de beroepstermijn beroep ingesteld. Het beroep van klager op de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding slaagt niet. De omstandigheid dat klager direct na het ontvangen van de uitspraak per gewone post – na het verstrijken van de beroepstermijn – beroep heeft ingesteld, maakt dit niet anders. Volgt niet-ontvankelijkverklaring.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:23 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160226

    Klacht tegen eigen advocaat in diverse straf- en civiele zaken. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk (vanwege te late indiening daarvan) is.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:26 Raad van Discipline Amsterdam 16-1120/A/A

    Voorzittersbeslissing. Geen sprake van strijd met Gedragsregel 7. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/24

    Hebben personen die de erflater als versterferfgenaam stilzwijgend heeft onterfd maar aan wie wel een geldbedrag is gelegateerd, recht op een uittreksel van het testament dat naast het legaat óók de erfstellingen omvat? Ingevolge artikel 49 lid 1 Wna geeft de notaris afschriften dan wel uittreksels af aan degenen die een recht ontlenen aan de akte. Ingevolge artikel 49 lid 2 Wna wordt onder “degene die een recht ontleent aan een akte” begrepen “degene die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak heeft verloren”. Dat is hier het geval. Klager is door het testament immers niet langer versterferfgenaam. Daarbij geldt de restrictie “doch slechts ten aanzien van het desbetreffende onderdeel van die wilsbeschikking”. Vervolgens is de vraag of het uittreksel ook de erfstellingen omvat. In de literatuur zijn de meningen hierover verdeeld. Sommige schrijvers beantwoorden deze vraag bevestigend, zoals de hiervoor door klager aangehaalde auteur (pagina’s 218-219 van De Notariswet, auteur J.C.H. Melis, bewerkt door B.C.M. Waaijer). Daar staat tegenover dat andere schrijvers deze vraag voor de onterfde erfgenaam ontkennend beantwoorden, in welk verband de kamer verwijst naar Asser/Perrick, 4, 2013/424. De kamer maakt daarbij de kanttekening dat niet duidelijk is of deze zienswijze ook geldt voor een onterfde erfgenaam die wél een legaat krijgt. Nu in de literatuur verschillend wordt gedacht over de vraag of het uittreksel ook de erfstellingen omvat, kan niet worden gezegd dat de notaris op dit punt tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de voorbereiding van de notaris op het gesprek met klager is gegrond. Van een notaris mag worden verwacht dat hij de eerder door klager toegezonden brief voor de aanvang van het gesprek met klager had gelezen. Geen maatregel. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:20 Raad van Discipline Amsterdam 16-891/A/A

    Gegronde klacht. De raad acht de wijze van praktijkvoering door verweerder bijzonder laakbaar. Zonder daarop (afdoende) toezicht te houden heeft verweerder een gedeelte van zijn praktijk uitbesteed en zijn kantoororganisatie zo ingericht, dat het mogelijk was dat op naam van verweerder bezwaarschriften zijn ingediend zonder dat verweerder – althans zo stelt hij – daarvan op de hoogte was en zonder dat aan verweerder geadresseerde post bij hem terecht kwam. Verweerder heeft hiermee tevens in strijd met Gedragsregel 38 gehandeld. Onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 119/2016

      Klacht tegen arts betreffende rapportage. Rapportage doorstaat de toets op alle fronten. Klacht kennelijk ongegrond.