Zoekresultaten 1421-1430 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:258 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-454/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerder heeft zich onvoldoende de-escalerend opgesteld door het lichtvaardig uiten van ernstige beschuldigingen en her herhaaldelijk verzuimen van toezenden van afschriften van de stukken die hij aan de rechtbank zond. Diverse klachtonderdelen niet-ontvankelijk omdat klaagster hierover al in haar eerdere klacht had kunnen voorleggen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:321 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-037/AL/MN

    De raad heeft geoordeeld dat verweerster - als waarneemster voor een kantoorgenote - een stuk van de wederpartij niet heeft gezien en (daardoor) niet aan klager, haar cliënt, heeft doorgestuurd. Verweerster heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De raad houdt echter ook rekening met de omstandigheid dat dit stuk al vóór haar waarneming door de wederpartij was opgestuurd en haar toenmalige kantoorgenote voor wie verweerster waarnam, het stuk abusievelijk niet had gezien en daarom ook niet aan het procesdossier had toegevoegd. Verder neemt de raad in aanmerking dat – mede gelet op het verweer van verweerster en het arrest van het hof – niet is gebleken dat de zaak van klager door het nalaten van verweerster is geschaad. Ten slotte is van belang dat verweerster haar excuses heeft aangeboden en niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat kan worden volstaan met de gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:328 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-751/AL/LI/W

    Wrakingsverzoek. De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:259 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-656/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:322 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-038/AL/MN

    De raad heeft vastgesteld dat verweerster een door de wederpartij gestuurd stuk niet aan het procesdossier heeft toegevoegd. Verweerster heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Bij de bepaling van de maatregel houdt de raad er rekening mee dat niet is gebleken dat de zaak van klager door het nalaten van verweerster is geschaad. Ook is van belang dat verweerster haar excuses heeft aangeboden en verweerster niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:245 Hof van Discipline 's Gravenhage 220295

    Klacht over eigen advocaat. In hoger beroep staat de vraag centraal of verweerder klager voldoende heeft geïnformeerd over het risico van een proceskostenveroordeling in hoger beroep. Het hof beantwoordt de vraag bevestigend en neemt in aanmerking dat klager volgens zijn eigen verklaring niet onwetend was over het risico van een proceskostenveroordeling. Verweerder is niet tekortgeschoten. Het beroep is gegrond, het door de raad gegrond verklaarde deel van de klacht is ongegrond. Vernietiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:329 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-383/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij wegens belangenverstrengeling als bedoeld in gedragsregel 15 lid 1 b. Verweerder heeft klager (een besloten vennootschap) in de afgelopen jaren bijgestaan in diverse zaken. Ook de kantoorgenoten van klaagster hebben klaagster in verschillende zaken bijgestaan. In 2018 is tussen klaagster en een van de aandeelhouders van klaagster een managementovereenkomst gesloten. Die aandeelhouder is ook bestuurder van klaagster. De managementovereenkomst is opgemaakt door het kantoor van verweerder in opdracht van klaagster. In 2022 ontstaat een geschil tussen de aandeelhouder en klaagster over de aanpak van de financiële problemen van klaagster. In dat geschil wendt de aandeelhouder zich tot verweerder. De aandeelhouder wordt door de aandeelhoudersvergadering van klaagster als bestuurder ontslagen. Dan ontstaat een geschil tussen klaagster en de aandeelhouder/voormalig bestuurder over de betaling van de in de management overeengekomen managementfee. In dat geschil staat verweerder de aandeelhouder/voormalig bestuurder bij en wordt klaagster gedagvaard. In die gerechtelijke procedure gaat het niet alleen over nakoming van de afspraken in de managementovereenkomst, maar ook over de rechtsgeldigheid van de managementovereenkomst zelf. De raad is daarom van oordeel dat sprake is van schending van gedragsregel 15 lid 1 b. Verweerder stond klaagster en de aandeelhouder/bestuurder bij ten tijde van de totstandkoming van de managementovereenkomst, terwijl hij nu enkel de aandeelhouder/voormalig bestuurder bijstaat in een procedure tegen klaagster over onder meer de rechtsgeldige totstandkoming van diezelfde managementovereenkomst. Daarmee is aan de voorwaarde van lid 3 onder a van de gedragsregel niet voldaan (niet dezelfde zaak), zodat sprake is van een tuchtrechtelijk verwijtbare schending van lid 1 sub b van de gedragsregel. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:323 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-480/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht is deels kennelijk niet-ontvankelijk omdat er al eerder op de klacht is beslist door de tuchtrechter. Voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:246 Hof van Discipline 's Gravenhage 230273

    Art. 13 beklag. De deken heeft miskend dat sprake is van een beschikking in een deelgeschilprocedure waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld. Dit laat echter de mogelijkheid van het starten van een bodemprocedure over dezelfde kwestie onverlet. Verder zou verlof kunnen worden gevraagd voor het instellen van tussentijds hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter. Daarnaast is één negatief procesadvies aanwezig. Het is niet op voorhand onaannemelijk dat een nieuwe advocaat een ander standpunt zal innemen. De motivering van de deken kan de afwijzing van het verzoek tot aanwijzing van een advocaat niet dragen. Beklag gegrond. 

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:260 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-659/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over onjuiste geboortedatum en onderwerpregel van de brief zijn kennelijk van onvoldoende gewicht. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond. Klager kon de door verweerder – namens de wederpartij – aangevoerde stellingen en argumenten in de kortgedingprocedure betwisten of anderszins aan de orde stellen. Verweerder mocht uitgaan van de juistheid van de door zijn cliënten aangeleverde informatie.